V-N 2024/16.8
Fraus legis en art. 10a Wet VPB 1969: oogmerk verijdeling van verbondenheid
HR 22-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:469, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 2024
- Magistraten
Van Hilten, Punt, Fierstra, Faase, Cools
- Zaaknummer
21/01534
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS950798:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:469, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2021:1004, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑10‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑05‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑05‑2021
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat in geval het doorslaggevende oogmerk voor de wijze van verstrekken van geldleningen is het verijdelen van verbondenheid in de zin van art. 10a lid 4 Wet VPB 1969 de renteaftrek wordt geweigerd op grond van fraus legis.
Samenvatting
X bv maakt deel uit van een complexe vennootschappelijke (private equity-)structuur die is opgericht door H-fonds om de X-groep te verwerven. H-fonds heeft in 2007 een viertal LP’s opgericht. Elke LP, onderscheidelijk LP 1, LP 2, LP 3 en LP 4, heeft op haar beurt een op Guernsey gevestigd subfonds opgericht, te weten subfonds I, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.