JWB 2001/13
Verzekeringsovereenkomst, merkelijke schuld, bewijslast
HR 12-01-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AA9428
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 januari 2001
- Zaaknummer
C99/058HR
- LJN
AA9428
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AA9428, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑01‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AA9428, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑01‑2001
- Wetingang
Essentie
Verzekeringsovereenkomst, merkelijke schuld, bewijslast
Samenvatting
Casus
In het huis van eiser tot cassatie (hierna: eiser) heeft brand gewoed. Hij lijdt schade en spreekt zijn opstal- resp. inboedelverzekeraar tot vergoeding aan. Beide verzekeraars weigeren uitkering omdat zij het ernstige vermoeden hebben dat de brand door eiser is gesticht. De verzekeraars stellen dat een technische oorzaak is uitgesloten en dat de brand met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid is gesticht door het opzettelijk verspreiden van brandversnellende vloeistoffen, met name buiten de trapkast en in grote delen van de gang. Eiser heeft erop gewezen dat de brand juist in de trapkast is ontstaan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.