RAR 2024/88
Concurrentiebeding. Is het enkel drijven van een onderneming een afzonderlijke overtreding van het concurrentiebeding?
HR 08-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:336
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 maart 2024
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
23/01713
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS963140:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:336, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1160, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 15‑12‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑04‑2023
- Wetingang
Essentie
Concurrentiebeding. Klachtplicht.
Is het enkel drijven van een onderneming een afzonderlijke overtreding van het concurrentiebeding? Is de klachtplicht ook van toepassing op een schending van het concurrentiebeding?
Samenvatting
Werknemers A en B (werknemers) zijn eind 2019 uit dienst getreden en hebben in maart 2021 een eigen met werkgever concurrerende vof opgericht. Werkgever stelt dat werknemers daarmee hun concurrentiebeding hebben overtreden en maakt aanspraak op boetes. De kantonrechter wijst de vordering af maar het hof stelt de werkgever in het gelijk maar wijst een gereduceerd bedrag toe. Het hof oordeelt dat het vestigen van een gelijksoortige onderneming een overtreding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.