Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
Artikel 6.14 Intrekking toestemming
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2019
- Bronpublicatie:
26-04-2018, Stb. 2018, 152 (uitgifte: 31-05-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-01-2019, Stb. 2019, 28 (uitgifte: 31-01-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
De toestemming wordt ingetrokken, indien:
- a.
het verzorgen van de opleiding in het buitenland ernstige schade toebrengt dan wel aannemelijk is dat het verzorgen van de opleiding in het buitenland ernstige schade zal toebrengen aan de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland of aan de profilering van het Nederlandse hoger onderwijs in het buitenland;
- b.
de academische vrijheid aan de opleiding niet in acht wordt genomen; of
- c.
de veiligheid en rechten van de bij het onderwijs in het land van vestiging betrokken personen, voor zover zij die rechten ontlenen aan de wet, niet langer kunnen worden gewaarborgd.
2.
Van ernstige schade als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, kan onder meer sprake zijn, indien:
- a.
de wettelijke voorschriften voor het verzorgen van de opleiding in het buitenland niet worden nageleefd;
- b.
de beheersbaarheid van de opleiding of vestiging, in het bijzonder vanwege het aantal studenten of de schaal, onvoldoende is;
- c.
het verzorgen van de opleiding de diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en het desbetreffende land verstoort;
- d.
bij de instelling voor hoger onderwijs van het instellingsbestuur waaraan de toestemming is verleend, onevenredige bestuurlijke of financiële risico’s zijn ontstaan;
- e.
de taakuitoefening van de inspectie of het accreditatieorgaan ten aanzien van de vestiging in het buitenland niet mogelijk is;
- f.
de mensenrechtensituatie of de sociale verhoudingen aan de opleiding in het buitenland zich ongunstig ontwikkelen; of
- g.
sprake is van een oordeel van de inspectie ingevolge artikel 12a, vierde lid j° artikel 11, vierde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht, inhoudende dat de desbetreffende instelling tekortschiet in de naleving van wettelijke voorschriften.
3.
Bij toepassing van het eerste lid kunnen aan de beschikking waarbij toestemming wordt ingetrokken, voorschriften worden gegeven ten behoeve van een zorgvuldige afwikkeling van de beëindiging van de opleiding in het buitenland.
4.
Onverminderd artikel 5.21, tweede tot en met vierde lid, van de wet vervalt de toestemming voor het verzorgen van opleidingen in het buitenland van rechtswege, indien de accreditatie van de opleiding niet wordt verlengd of wordt ingetrokken. Ook vervalt de toestemming als de opleiding in Nederland, bedoeld in artikel 6.9, onderdeel a, niet meer bestaat.