Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
Artikel 6.12 Toestemming
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
20-11-2018, Stb. 2018, 441 (uitgifte: 29-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2018, Stb. 2018, 441 (uitgifte: 29-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Onze Minister besluit binnen twintig weken op de aanvraag. Onze Minister kan de inspectie en het accreditatieorgaan om advies vragen over de aanvraag, alvorens te besluiten.
2.
Ingeval Onze Minister positief op de aanvraag besluit en niet verdragsrechtelijk of, indien de aanvraag betrekking heeft op een land binnen het Koninkrijk der Nederlanden, bij onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, is verzekerd dat het accreditatieorgaan en de inspectie toegang zullen hebben tot de beoogde opleiding in het buitenland om aldaar hun taken te kunnen uitoefenen, vermeldt Onze Minister in de beschikking dat de toestemming van kracht wordt op de dag waarop een verdrag dat of onderlinge regeling die in de vereiste toegang voorziet, in werking treedt.
3.
Onze Minister vermeldt in geval van een positief besluit in de beschikking de termijn waarbinnen de opleiding in het buitenland dient te worden gestart.