AB 2011/359
Horen in verzetsprocedure in geval van boetebeschikking.
HR 23-09-2011, BT2295 (Beroepschrift), m.nt. H.E. Bröring
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 september 2011
- Magistraten
Mrs. D.G. van Vliet, E.N. Punt, J.A.C.A. Overgaauw, P.M.F. van Loon, M.A. Fierstra
- Zaaknummer
10/04259
- Noot
H.E. Bröring
- LJN
BT2295
- JCDI
JCDI:ADS910234:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BT2295, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑09‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑09‑2011
- Wetingang
EVRMart. 6; Awb art. 8:55 lid 3
Essentie
Horen in verzetsprocedure in geval van boetebeschikking.
Samenvatting
Uit de rechtspraak van het EHRM, in het bijzonder de arresten van 23 november 2006, no. 73053/01, Jussila tegen Finland, BNB 2007/150, en van 22 juli 2008, no. 40199/02, Kallio tegen Finland, volgt dat in gevallen waarin een bestuurlijke sanctie in belastingzaken in geding is, het recht op een (openbare) zitting niet in alle gevallen hoeft te zijn gegarandeerd, met name niet in die gevallen waarin duidelijk is dat de aard en de inhoud van de zaak alsmede de wijze waarop het proces tot dan toe is verlopen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.