NJ 2009, 292
Cassatie in belang der wet. Tussentijdse toets in appel opgelegde ISD-maatregel ex art. 38s Sr voorbehouden aan rechter eerste aanleg.
HR 18-11-2008, ECLI:NL:HR:2008:BG1596, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 november 2008
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.P. Balkema, J.W. Ilsink, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
08/03118CW
- Conclusie
P-G Fokkens
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
BG1596
- JCDI
JCDI:ADS126964:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BG1596, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑11‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BG1596, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑07‑2008
- Wetingang
Sr art. 38s; Sv art. 509ff, 509gg en 509z lid 2
Essentie
Cassatie in het belang der wet. Tussentijdse toets ISD-maatregel ex art. 38s Sr. Ten aanzien van een in appel opgelegde ISD-maatregel geldt dat de rechtbank die in eerste aanleg kennis heeft genomen van het misdrijf ter zake waarvan de ISD-maatregel is opgelegd, bevoegd is tot een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel. Het hof is slechts bevoegd om op vordering van het openbaar ministerie of verzoek van de verdachte, dan wel ambtshalve bij het opleggen van de maatregel een tussentijdse beoordeling te gelasten.Indien eerst na de uitspraak in appel wordt verzocht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.