Einde inhoudsopgave
Protocol van Nagoya inzake toegang tot genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit hun gebruik bij het Verdrag inzake biologische diversiteit
Artikel 25 Financieel mechanisme en middelen
Geldend
Geldend vanaf 12-10-2014
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is gepubliceerd in het Maandbericht van juli 2014.
- Bronpublicatie:
29-10-2010, Trb. 2012, 244 (uitgifte: 27-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-10-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-08-2018, Trb. 2018, 145 (uitgifte: 16-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Bij de bestudering van financiële middelen voor de tenuitvoerlegging van dit Protocol houden de partijen rekening met de bepalingen van artikel 20 van het Verdrag.
2.
Het financiële mechanisme van het Verdrag is het financiële mechanisme voor dit Protocol.
3.
Ten aanzien van de in artikel 22 van dit Protocol bedoelde capaciteitsvorming en -ontwikkeling houdt de Conferentie van de partijen die als vergadering van de partijen bij dit Protocol fungeert, bij het geven van richtsnoeren voor het in het tweede lid bedoelde financiële mechanisme, ter overweging door de Conferentie van de partijen, rekening met de behoefte aan financiële middelen van partijen die ontwikkelingslanden zijn, met name de minstontwikkelde landen en kleine eilandstaten in ontwikkeling, en van partijen met een economie in overgang, alsmede met de capaciteitsbehoeften en -prioriteiten van inheemse en lokale gemeenschappen, met inbegrip van de vrouwen binnen die gemeenschappen.
4.
In het kader van het eerste lid houden de partijen eveneens rekening met de behoeften van de partijen die ontwikkelingslanden zijn, met name de minstontwikkelde landen en kleine eilandstaten in ontwikkeling, en van de partijen met een economie in overgang wanneer zij trachten hun behoeften aan capaciteitsvorming en -ontwikkeling met het oog op de tenuitvoerlegging van dit Protocol te bepalen en daaraan te voldoen.
5.
De richtsnoeren voor het financiële mechanisme van het Verdrag in relevante besluiten van de Conferentie van de partijen, met inbegrip van die welke vóór de vaststelling van dit Protocol zijn goedgekeurd, zijn van overeenkomstige toepassing op de bepalingen van dit artikel.
6.
Langs bilaterale, regionale en multilaterale kanalen kunnen de partijen die ontwikkelde landen zijn tevens financiële en andere middelen verschaffen voor de tenuitvoerlegging van de bepalingen van dit Protocol, waarvan de partijen die ontwikkelingslanden zijn en de partijen met een economie in overgang gebruik kunnen maken.