RvdW 2012/190
(Appel)procesrecht. Recht op pleidooi; eisen goede procesorde; strenge motiveringseisen aan afwijzing verzoek om pleidooi.
HR 27-01-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU7254
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 januari 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, F.B. Bakels, M.A. Loth, C.E. Drion
- Zaaknummer
11/01101
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BU7254
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BU7254, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑01‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BU7254, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑01‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑02‑2011
- Wetingang
Essentie
(Appel)procesrecht. Recht op pleidooi; eisen goede procesorde; strenge motiveringseisen aan afwijzing verzoek om pleidooi.
Indien partijen op een terechtzitting op de voet van art. 131 Rv hun standpunt in voldoende mate mondeling hebben kunnen uiteenzetten, kan de rechter bepalen dat geen gelegenheid zal worden gegeven voor pleidooien. Ingevolge art. 353 lid 1 is art. 131 in hoger beroep niet van toepassing, maar dit betekent niet dat in hoger beroep partijen desverlangd altijd de gelegenheid wordt geboden voor pleidooien. Ook in hoger beroep geldt dat partijen in beginsel het recht hebben hun standpunten bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.