FED 2014/78
De Hoge Raad formuleert nadere toepassingsvoorwaarden voor art. 15e Wet VPB 1969 (nu art. 12 a Wet VPB 1969)
HR 23-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1186, m.nt. R. Russo
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 2014
- Magistraten
Overgaauw, Lourens, Bavinck, Koopman, Van Kalmthout
- Zaaknummer
12/05645
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
R. Russo
- JCDI
JCDI:ADS273722:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1186, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑01‑2013
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad formuleert nadere toepassingsvoorwaarden voor art. 15e Wet VPB 1969 (nu art. 12 a Wet VPB 1969)
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag vennootschapsbelasting 2004.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3.1.
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
3.1.1.
Belanghebbende is moedermaatschappij van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting.
3.1.2.
Op 5 september 2001 heeft belanghebbende bij notariële akte alle aandelen in [I] B.V. (hierna: [I] BV) geleverd gekregen.
3.1.3.
Op 6 september 2001 heeft [I] BV onroerende zaken verkocht en ter zake van de bij deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.