RvdW 2014/625
Ontvankelijkheid hoger beroep; appelgrens art. 332 Rv; totale beloop gevorderde beslissend voor appelgrens ook i.g.v. (deel)vonnissen; gevolg van eiswijziging voor appellabiliteit.
HR 18-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:946 (Brüll/Esprit)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 april 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/02543
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Roepnaam
Brüll/Esprit
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:946, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:81, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑05‑2013
- Wetingang
Art. 332 Rv
Essentie
Ontvankelijkheid hoger beroep; appelgrens art. 332 Rv; totale beloop gevorderde beslissend voor appelgrens ook i.g.v. (deel)vonnissen; gevolg van eiswijziging voor appellabiliteit.
Voor de toepassing van de appelgrens van art. 332 lid 1 Rv is bepalend het totale beloop of de totale waarde van het gevorderde, ook indien de zaak meer dan één vordering tussen dezelfde partijen betreft (art. 332 lid 2 Rv). Indien de rechter over het gevorderde beslist in meer (deel)vonnissen, dient voor de appellabiliteit van elk van die (deel)vonnissen in aanmerking te worden genomen wat het totale beloop of de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.