NJB 2015/368:Hervatting zittingsonderzoek in stand waarin het zich bevond na wijziging rechterlijke samenstelling art. 322 lid 3 Sv: deze bepaling strekt ertoe te garanderen dat ‘het vereiste van de herhaling, indien en voor zover dat door de verdachte als een zijn rechten beschermend vereiste wordt beleefd’ in stand blijft. De naleving van het voorschrift dat bij een gewijzigde samenstelling het onderzoek opnieuw moet worden aangevangen, is afhankelijk van het belang dat de verdediging daaraan in een concreet geval hecht. Niet-naleving art. 322 lid 3 Sv en toepassing art. 80a RO: Tegen de achtergrond van het bovenstaande en gelet op de art. 80a RO-rechtspraak dient in cassatie aan een schriftuur waarin wordt geklaagd over de niet-naleving van het in art. 322 lid 3 Sv gegeven voorschrift, de eis te worden gesteld dat wordt aangegeven in welk in rechte te respecteren belang de verdachte door die niet-naleving is getroffen. In casu verklaart de Hoge Raad – gezien art. 80a RO – het beroep niet-ontvankelijk. Dat de A-G in zijn conclusie uiteenzet waarom verdachte in casu belang heeft bij vernietiging van de bestreden uitspraak en een nieuwe feitelijke behandeling van de zaak, brengt de Hoge Raad niet op andere gedachten. A-G: (dus) anders