RF 2017/14
Effectenlease. Is Dexia gebonden aan de Duisenberg-regeling wanneer de ene echtgenoot voordien heeft geschikt en de andere op grond van art. 1:89 BW de effectenleaseovereenkomst vernietigt, hoewel niet aanvaard door Dexia? (Eiser/Värde)
HR 09-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2835
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 december 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/00293
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925392:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2835, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:845, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑08‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑10‑2014
- Wetingang
Essentie
Effectenlease. Massaschade.
Is Dexia gebonden aan de Duisenberg-regeling wanneer de ene echtgenoot voordien heeft geschikt en de andere op grond van art. 1:89 BW de effectenleaseovereenkomst vernietigt, hoewel niet aanvaard door Dexia?
Samenvatting
Eiser is in mei 1999 met een rechtsvoorganger van Dexia Bank Nederland N.V. (Dexia) effectenleaseovereenkomsten aangegaan, op grond waarvan met het einde van de looptijd een schuld aan Dexia resteerde. Eiser heeft op 26 mei 2003 met Dexia een vaststellingsovereenkomst (schikking) gesloten. Zijn echtgenote is in die overeenkomst wel als betrokken partij (toestemming als bedoeld in art. 1:88 BW) genoemd, maar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.