V-N 2022/23.17
Burgerlijke rechter oordeelt slechts marginaal over verzoek ambtshalve vermindering betekeningskosten
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 mei 2022
- Magistraten
Kroeze, Du Perron, Ter Heide, Van Eijsden, Schaafsma
- Zaaknummer
20/02479
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS648532:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Dwanginvordering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:686, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑05‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:866, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑12‑2020
- Wetingang
art. 3 Kostenwet
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de burgerlijke rechter de ontvanger slechts kan verplichten tot ambtshalve vermindering van betekeningskosten als de beschikking waarbij deze kosten in rekening zijn gebracht onmiskenbaar onjuist is.
Samenvatting
Acht vennootschappen die een fiscale eenheid voor de omzetbelasting vormen, voldoen niet tijdig een belastingschuld. De belastingdeurwaarder brengt acht keer betekeningskosten in rekening voor acht dwangbevelen die kort na elkaar op hetzelfde adres zijn betekend. De vennootschappen volgen niet de bestuurlijke procedure om tegen deze kosten in bezwaar en beroep te gaan. De ontvanger wijst het verzoek tot ambtshalve vermindering van deze betekeningskosten dat enkele jaren ...