Einde inhoudsopgave
Europese Overeenkomst inzake de immuniteit van Staten
Artikel 28
Geldend
Geldend vanaf 11-06-1976
- Bronpublicatie:
16-05-1972, Trb. 1973, 43 (uitgifte: 04-04-1973, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-06-1976
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-03-1985, Trb. 1985, 38 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Staatsrecht / Staatsinrichting
Internationaal publiekrecht / Fundamentele rechten van staten
1.
Onverminderd het bepaalde in artikel 27 genieten de Lid-Staten van een Bondsstaat geen immuniteit.
2.
Een Bondsstaat die partij is bij deze Overeenkomst, kan evenwel door middel van een aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa gerichte kennisgeving verklaren, dat zijn Lid-Staten een beroep kunnen doen op de bepalingen van de Overeenkomst die van toepassing zijn op de Overeenkomstsluitende Staten en dezelfde verplichtingen hebben als laatstgenoemde.
3.
Indien een verklaring krachtens het tweede lid is afgelegd, moeten de betekeningen en kennisgevingen, bestemd voor een Lid-Staat van een Bondsstaat, overeenkomstig artikel 16 worden gericht aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsstaat.
4.
Alleen de Bondsstaat is bevoegd tot het doen van de verklaringen, kennisgevingen en mededelingen, bedoeld in deze Overeenkomst, en alleen hij kan partij zijn bij een geding als bedoeld in artikel 34.