RvdW 2012/614
Ontslag op staande voet; afweging persoonlijke omstandigheden werknemer tegen de aard en ernst van de dringende reden; diefstal als dringende reden ex art. 7:678 lid 2 onder d BW?
HR 20-04-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV9532
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 april 2012
- Magistraten
mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
11/00659
- Conclusie
A-G mr. J.L.R.A. Huydecoper
- LJN
BV9532
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BV9532, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑04‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BV9532, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑04‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑01‑2011
- Wetingang
Essentie
Ontslag op staande voet; afweging persoonlijke omstandigheden werknemer tegen de aard en ernst van de dringende reden; diefstal als dringende reden ex art. 7:678 lid 2 onder d BW?
Bij de beantwoording van de vraag of de aan het ontslag op staande voet ten grondslag gelegde redenen als dringend in de zin van art. 7:677 lid 1 BW hebben te gelden, moeten mede de persoonlijke omstandigheden van de werknemer worden betrokken, zoals zijn leeftijd en de gevolgen die het ontslag voor hem zou hebben. Maar ook indien deze gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.