Rb. Noord-Nederland, 17-09-2015, nr. 14/3321
ECLI:NL:RBNNE:2015:4551
- Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
- Datum
17-09-2015
- Zaaknummer
14/3321
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBNNE:2015:4551, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland, 17‑09‑2015; (Eerste aanleg - meervoudig)
- Vindplaatsen
Uitspraak 17‑09‑2015
Inhoudsindicatie
Beschikkingen VAR WUO terecht herzien in beschikkingen VAR Loon voor verlener AWBZ-zorg in natura.
Partij(en)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 14/3321
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 17 september 2015 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Coördinatiepunt VAR Groningen, verweerder
(gemachtigde: [gemachtigde] ).
Procesverloop
Bij beschikking van 28 januari 2014 heeft verweerder aan eiseres voor het jaar 2014 een beschikking verklaring arbeidsrelatie loon uit dienstbetrekking (hierna: VAR-Loon) afgegeven.
Op 10 februari 2014 heeft eiseres een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend, hangende de bezwaarfase. Op 27 februari 2014 heeft de rechtbank dit verzoek afgewezen (ECLI:NL:RBNNE:2014:989).
Bij uitspraak op bezwaar van 26 juni 2014 heeft verweerder het beroep van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld.
Op 19 november 2014 heeft eiseres een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend, hangende de beroepsfase. Op 18 december 2014 heeft de rechtbank dit verzoek afgewezen (ECLI:NL:RBNNE:2014:6472).
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Verweerder heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 april 2015. Namens eiseres is verschenen haar gemachtigde, vergezeld door [naam ] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door [naam ] .
Overwegingen
Feiten
1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.
1.1.
Eiseres was in het jaar 2014 in dienstbetrekking werkzaam bij [Instelling A] . Van deze werkgever heeft zij in 2014 een bedrag van € 20.553 aan looninkomsten genoten onder inhouding van € 4.595 aan loonheffingen. Eiseres was in het jaar 2014 daarnaast in dienstbetrekking werkzaam voor [Instelling A] Van deze thuiszorginstellingen genoot zij in 2014 in totaal een bedrag van € 58 aan looninkomsten onder inhouding van € 20 aan loonheffingen.
1.2.
Eiseres’ werkzaamheden in dienstbetrekking bestonden uit het verlenen van thuiszorg in natura. Eiseres heeft een opleiding tot verzorgende-IG genoten. Zij mag bepaalde medische handelingen verrichten.
1.3.
Per 2 september 2013 heeft eiseres een onderneming met de naam [handelsnaam] opgericht en staat zij ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. De omschrijving bij de KvK is: “Zelfstandig verzorgende”. [handelsnaam] richt zich op de zogenaamde 24-uurszorg.
1.4.
Eiseres verricht buiten de bij 1.1 vermelde werkzaamheden voornamelijk AWBZ-zorg in natura werkzaamheden. Eiseres verricht deze zorg in natura werkzaamheden uitsluitend bij de zorgvragers thuis. Het betreft veelal terminale patiënten. De zorg in natura spitst zich vooral toe op het verrichten van beperkte medische handelingen en het uitoefenen van zorg- en huishoudelijke taken.
1.5.
In 2014 heeft eiseres voornamelijk gewerkt voor [Instelling C] via bemiddeling door [Bemiddelingsinstelling D] en rechtstreeks voor [Instelling E] In 2014 heeft eiseres tevens overeenkomsten gesloten met [Bemiddelingsinstelling F] en [Bemiddelingsinstelling G] – beide zijn bemiddelingsbureaus – maar eiseres heeft in 2014 geen werkzaamheden in opdracht van deze bemiddelingsbureaus verricht.
1.6.
Tot de stukken van het geding behoort een “BEMIDDELINGSOVEREENKOMST” tussen eiseres en [Bemiddelingsinstelling D] (hierna: [Bemiddelingsinstelling D] ), getekend op 28 november 2013. Daarin is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen:
“Nemen het volgende in aanmerking:
a. [Bemiddelingsinstelling D] bemiddelt bij het tot stand brengen van een rechtstreekse zorgrelatie tussen zorgverleners en de zorgbehoevenden, waardoor invulling wordt gegeven aan de zorgbehoefte van de zorgbehoevenden in de ruimste zin van het woord.
b. Opdrachtgever verleent via haar/zijn onderneming zorg in de ruimste zin van het woord.
c. Opdrachtgever verstrekt [Bemiddelingsinstelling D] de opdracht om voor hem/haar bemiddelingsactiviteiten te
verrichten, waardoor Opdrachtgever opdrachten verkrijgt van zorgbehoevenden voor het
rechtstreeks aan deze zorgbehoevenden leveren van zorgdiensten.
d. Opdrachtgever is bekend met de voorwaarden (bijlage 1) waaronder [Bemiddelingsinstelling D] voor Opdrachtgever bemiddelingsactiviteiten zal verrichten.
e. Partijen willen de afspraken zoals deze tussen hen zijn overeengekomen, vastleggen in deze overeenkomst.
f. Partijen willen uitdrukkelijk geen arbeidsovereenkomst aangaan.
Komen als volgt overeen:
Artikel 1. Opdracht
1. Met ingang van 28 november 2013 draagt Opdrachtgever aan [Bemiddelingsinstelling D] op om voor hem/haar de volgende werkzaamheden te verrichten:
Het bemiddelen tussen Opdrachtgever en zorgbehoevenden (particulieren/zorginstellingen)
waardoor Opdrachtgever opdrachten verkrijgt van zorgbehoevenden voor het rechtstreeks aan deze zorgbehoevenden leveren van zorgdiensten.
2. Ten behoeve van de goede uitvoering van de opdracht, verstrekt Opdrachtgever aan [Bemiddelingsinstelling D] alle voor [Bemiddelingsinstelling D] relevante informatie over Opdrachtgever.
(…)
3. [Bemiddelingsinstelling D] zorgt voor het contact met zorgbehoevende particulieren/zorginstellingen en neemt
zorgvragen van zorgbehoevende particulier /zorginstellingen—in behandeling, met het doel te bewerkstelligen dat tussen Opdrachtgever en de zorgbehoevende particulier/zorginstelling een rechtstreekse overeenkomst tot het verrichten van zorgdiensten kan worden gesloten.
Zodra de bemiddelingsactiviteiten van [Bemiddelingsinstelling D] ertoe leiden dat een zorgbehoevende
particulier/zorginstelling gebruik wil gaan maken van de diensten van de Opdrachtgever, volgens de geldende voorwaarden en tarieven, dan zal [Bemiddelingsinstelling D] aan de Opdrachtgever de aard en omvang van de gewenste diensten doorgeven.
4. [Bemiddelingsinstelling D] brengt vervolgens Opdrachtgever en de zorgbehoevende particulier/zorginstelling met elkaar in contact zodat de precieze werkzaamheden en eventuele nadere voorwaarden besproken kunnen worden.
5. [Bemiddelingsinstelling D] zorgt ervoor dat een schriftelijke Overeenkomst(en) tot Zorgverlening tussen Opdrachtgever en zorgbehoevende particulieren/zorginstellingen tot stand komt.
6. De Opdrachtgever dient de met de zorgbehoevende particulieren/zorginstellingen
overeengekomen diensten persoonlijk uit te voeren. De Opdrachtgever voert de werkzaamheden geheel zelfstandig uit op de wijze zoals deze volgens de Opdrachtgever het meest geschikt is. De Opdrachtgever zal de huisregels van de zorgbehoevende particulier/zorginstelling respecteren.
7. De partijen benadrukken uitdrukkelijk dat er tussen hen geen enkele gezagsverhouding bestaat naar aanleiding van de uit de overeenkomst voortvloeiende werkzaamheden.
8. De Opdrachtgever verstrekt aan [Bemiddelingsinstelling D] een kopie van iedere getekende Overeenkomst tot
Zorgverlening tussen de Opdrachtgever en zorgbehoevende particulieren/zorginstellingen.
9. De Opdrachtgever verklaart dat [Bemiddelingsinstelling D] hem/haar voor de duur van deze overeenkomst tijdens onderhandelingen met zorgbehoevende particulieren/zorginstellingen mag vertegenwoordigen en namens hem/haar verbintenissen, zoals een Overeenkomst tot Zorgverlening mag aangaan met deze zorgbehoevende particulieren/zorginstellingen.
(…)
Artikel 3. Feitelijke uitoefening van de Werkzaamheden
1. [Bemiddelingsinstelling D] zal de uitvoering van de Opdracht naar eigen inzicht kunnen indelen en gestalte geven.
2. [Bemiddelingsinstelling D] verbindt zich bij het (doen) uitvoeren van de opdracht alles te doen en na te laten wat een goed opdrachtnemer behoort te doen en na te laten in het belang van Opdrachtgever.
3. [Bemiddelingsinstelling D] is bevoegd derden in te zetten voor de feitelijke uitvoering van de bemiddelingsactiviteiten.
4. De door [Bemiddelingsinstelling D] ingezette derden als bedoeld in lid 3 verrichten de werkzaamheden onder
verantwoordelijkheid van [Bemiddelingsinstelling D] .
5. [Bemiddelingsinstelling D] verplicht zich aan de Opdrachtgever per periode van vier weken, en ook op diens eerste verzoek rekenschap en verantwoording af te leggen van al hetgeen [Bemiddelingsinstelling D] heeft verricht.
Artikel 4. Vergoeding voor de verrichte Werkzaamheden
1. [Bemiddelingsinstelling D] ontvangt van Opdrachtgever voor ieder door hem/haar voor een zorgbehoevende
particulier/zorginstelling gewerkt uur, tot stand gekomen door bemiddeling van [Bemiddelingsinstelling D] , een
vergoeding van bij aanvang € 4,90 ( zegge vier euro en negentig eurocent)
2. Opdrachtgever hanteert voor haar werkzaamheden voor zorgbehoevende particulieren of
zorginstellingen de in de Bijlage 2 opgenomen uurtarieven. Opdrachtgever spant zich ervoor in dat een akkoord wordt bereikt met de zorgbehoevende particulieren of zorginstellingen aangaande de door Opdrachtgever gehanteerde tarieven. Indien de zorgbehoevende particulier of zorginstelling hiermee niet akkoord gaat, hoeft Opdrachtgever de opdracht tot het verrichten van zorg niet aan te nemen.
3. [Bemiddelingsinstelling D] zal per periode van vier weken een gespecificeerde nota voor de bemiddelingskosten aan Opdrachtgever zenden op basis van de verrichte werkzaamheden. Over deze bemiddelingskosten wordt door [Bemiddelingsinstelling D] B.T.W. in rekening gebracht. Indien Opdrachtgever gebruik maakt van de diensten van een administratiekantoor stuurt [Bemiddelingsinstelling D] de gespecificeerde nota rechtstreeks naar het desbetreffende administratiekantoor. Verrekening door [Bemiddelingsinstelling D] is toegestaan.
4. De nota wordt door opdrachtgever of administratiekantoor binnen 14 dagen na datum
dagtekening voldaan.
5. De tarieven van [Bemiddelingsinstelling D] worden jaarlijks per 1 januari geïndexeerd waarbij de indexering van het CBS wordt gehanteerd.
Artikel 5. Overeenkomst van opdracht en VAR
1. Deze Overeenkomst is een overeenkomst van opdracht in de zin van de artikelen 400 e.v. van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Partijen willen uitdrukkelijk geen arbeidsovereenkomst aangaan, vanwege de door Partijen wenselijk geachte zelfstandigheid en onafhankelijkheid van Opdrachtgever.
2. Opdrachtgever is verplicht zorg te dragen voor het tijdig verkrijgen van een Verklaring
Arbeidsrelatie (VAR), die nodig is bij de uitvoering van zorgdiensten aan zorgbehoevende
particulieren/zorginstellingen.
(…)
Artikel 8 Aansprakelijkheid en overmacht
1. Opdrachtgever is verplicht een beroepsaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten ter dekking van materiële en immateriële schade ontstaan door werkzaamheden van Opdrachtgever. De verzekering dient een dekking te geven van minimaal € 1.000.000, - (zegge: 1 miljoen euro) per aanspraak.
2. [Bemiddelingsinstelling D] is ten opzichte van de Opdrachtgever niet aansprakelijk voor materiële en/of
immateriële schade ontstaan door handelingen die door of namens hem/haar zijn verricht of
nagelaten binnen zijn/haar bevoegdheden of die in relatie staan met de opdracht, behalve in
geval van opzet of grove schuld.
3. Gedurende de periode dat [Bemiddelingsinstelling D] buiten zijn schuld wegens een niet aan hem toerekenbare
tekortkoming niet in staat is werkzaamheden, die verband houden met de opdracht te verrichten, zullen Partijen in overleg treden om nieuwe afspraken te maken.”
1.7.
Tot de stukken behoort eveneens een bij de “BEMIDDELINGSOVEREENKOMST” tussen eiseres en [Bemiddelingsinstelling D] behorend document “Praktische zaken rond 24-uurs zorg”. Hierin is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen:
“Opstarten zorg:
- -
ZorgLeefPlan/zorgdossier compleet maken.
- -
In geval van terminale zorg NR (niet reanimeren) beleid afstemmen met familie en
huisarts. Sticker op dossier als er een NR verklaring aanwezig is (ziekenhuis/huisarts)
- -
Afspraken maken met familie, verwachtingen wederzijds etc.
- -
Zorgovereenkomst downloaden op website [Bemiddelingsinstelling D] en in geval van PGB en particuliere cliënt, laten ondertekenen door cliënt zelf. Overige opdrachtgevers ( [Instelling C] , [h] ed.) zijn al ondertekend.
Gedurende het zorgproces:
- -
Bijzonderheden/moeilijkheden altijd communiceren met [Bemiddelingsinstelling D]
- -
Eigen functioneren evalueren
- -
Zorgdossier/rapportage op orde houden
- -
In geval van incident MIC formulier invullen en opsturen naar [Bemiddelingsinstelling D]
Afsluiten Zorg
- -
Indien er sprake is van overlijden huisarts bellen om overlijden vast te stellen.
- -
[Bemiddelingsinstelling D] inlichten. Wanneer cliënt s nachts overlijdt, [Bemiddelingsinstelling D] de volgende ochtend
inlichten.
- -
Eerst volgende zorgverlener inlichten of in overleg met [Bemiddelingsinstelling D] .
- -
Specialistisch team afbellen als die betrokken was in de zorg.
- -
Andere betrokken thuiszorginstanties inlichten (zoals [i] ) of in overleg met
[Bemiddelingsinstelling D] ,
- -
Hulpmiddelen laten ophalen
- -
Zorgdossier: Bij einde zorgvraag neemt de laatste zorgverlener de zorgmap mee
naar huis. Deze zorgmap moet weer retour naar het kantoor van [Bemiddelingsinstelling D] , [adres]
. Graag even doorgeven aan [Bemiddelingsinstelling D] wanneer je de zorgmap hebt
meegenomen. Als de familie een kopie wil van het zorgdossier/de rapportage. dan
kan dit. [Bemiddelingsinstelling D] zal op kantoor een kopie maken en naar het familielid opsturen.
- Als er sprake is van overname door een andere organisatie, graag overdracht en
medicatielijsten opsturen/meegeven.
Maaltijden
De cliënt en/of mantelzorger kunnen aangeven of zij het op prijs stellen dat de zorgverlener
de maaltijden bereidt. In principe eet de zorgverlener mee met de maaltijden bij de cliënt.
Wanneer cliënt of zorgverlener dit niet op prijs stelt, neemt de zorgverlener een voorbereide
maaltijd voor zichzelf mee.
Drinken
Koffie, thee en water wordt door de cliënt verstrekt, overig drinken in overleg.
Boodschappen
Mantelzorgers organiseren de boodschappen. Indien dit niet mogelijk is kan de zorgverlener deze taak overnemen. Voor de boodschappen worden dan kassabonnen overlegd. De
zorgverlener neemt geen pinpas mee van de cliënt, maar kan als de cliënt dat wenst wel
contact geld meenemen,
Nachtzorg
In geval van slaapwachten. is de zorgverlener bereikbaar op gehoorafstand en anders is er
een oproepsysteem aanwezig (draadloze deurbel of babyfoon).
Er is voor de zorgverlener een bed, matras of stretcher aanwezig. De zorgverlener neemt zelf slaapzak/lakens en kussen mee, Het is wenselijk dat er voor de zorgverlener een aparte
kamer is waar hij/zij zich kan terugtrekken wanneer familie bij cliënt aanwezig is.
Huissleutel
Zorgverleners nemen in principe geen huissleutel van de cliënt mee naar huis. Eventueel is er een huissleutel aanwezig in een sleutelkastje wat geplaatst kan worden bij de voordeur. Deze is te verkrijgen bij een bouwmarkt of bij een hulpmiddelencentrum.
Als er wel een sleutel wordt afgedragen wordt dit ondertekend in een daarvoor bedoelde
sleutelovereenkomst.
Huishoudelijke taken
De zorgverlener vervult de dagelijkse huishoudelijke taken. De zware huishoudelijke taken
worden door de huishoudelijke hulp gedaan. Wanneer deze niet aanwezig is kan hiervoor een indicatie aangevraagd worden bij het zorgloket van uw gemeente. Vanzelfsprekend kan een mantelzorger de huishoudelijke taken ook op zich nemen.
Roken
Zorgverlener rookt niet in bijzijn van cliënt, maat zal dit buiten doen. Wanneer de cliënt rookt zal [Bemiddelingsinstelling D] medewerkers inzetten die hier geen probleem mee hebben.
Alcohol
De zorgverlener gebruikt tijdens zijn/haar werk geen alcohol.
Huisdieren
[Bemiddelingsinstelling D] wordt op de hoogte gebracht van de aanwezigheid van huisdieren i.v.m. mogelijke
allergieën van zorgverleners. Cliënt kan bij [Bemiddelingsinstelling D] aangeven of het wenselijk is dat de
zorgverleners dit dier verzorgen en/of uitlaten.
Giften
Er mogen geen giften worden aangenomen door de zorgverlener.
Telefoon
Zorgverlener maakt alleen gebruik van telefoon voor zorggerelateerde zaken.
Reiskosten
In 24 uurs zorg kunnen er geen reiskosten worden gedeclareerd. Tenzij dit anders is
afgesproken.”
1.8.
Tot de stukken behoort een “OVEREENKOMST TOT ZORGVERLENING” tussen [Instelling C] en eiseres, met ingangsdatum 1 januari 2014, waarin – voor zover hier van belang – het volgende is opgenomen:
“Nemen het volgende in aanmerking:
a. [Bemiddelingsinstelling D] voornoemd, hierna te noemen: ‘ [Bemiddelingsinstelling D] ’, bemiddelt bij het tot stand brengen van een rechtstreekse zorgrelatie tussen zorgverleners en de zorgbehoevenden, waardoor invulling wordt gegeven aan de zorgbehoefte van de zorgbehoevenden.
b. Opdrachtgever heeft [Bemiddelingsinstelling D] benaderd met de vraag invulling te verzorgen voor diens zorgbehoefte.
c. [Bemiddelingsinstelling D] heeft vervolgens bemiddeld met als resultaat deze Overeenkomst tot Zorgverlening tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer.
d. Partijen willen de afspraken zoals overeengekomen vastleggen in deze overeenkomst.
e. Partijen willen uitdrukkelijk geen arbeidsovereenkomst aangaan.
Komen als volgt overeen:
Artikel 1. Opdracht
1. Met ingang van 01-01-2014 draagt Opdrachtgever aan Opdrachtnemer op om voor haar/hem werkzaamheden, hierna te noemen: ‘de Opdracht’ te verrichten.
2. Onder de Opdracht worden de volgende Werkzaamheden verstaan:
verpleging
x persoonlijke verzorging
x ondersteunende en activerende begeleiding
huishoudelijke verzorging
anders, n.l.
3. Partijen komen overeen dat de Opdracht door Opdrachtnemer wordt uitgevoerd:
x gedurende een variabel aantal uren, waarvan de invulling na overleg tussen beide partijen plaatsvindt.
gedurende een vast aantal uren, namelijk:
uren per dag week
Partijen zijn zich ervan bewust dat de zorgbehoefte van Opdrachtgever kan wijzigen. Indien
Opdrachtgever een wijziging in de werkzaamheden of een vast aantal uren wenselijk acht, kan hij (telefonisch) contact op (laten) nemen met [Bemiddelingsinstelling D] en de gewenste wijzigingen doorgeven. [Bemiddelingsinstelling D] zal vervolgens namens Opdrachtgever de wijziging schriftelijk bevestigen.
(…)
Artikel 3. Feitelijke uitoefening van de Werkzaamheden
1. Opdrachtnemer zal de Opdracht naar eigen inzicht en op basis van eigen deskundigheid uitvoeren. Opdrachtnemer verplicht zich bij het uitvoeren van de werkzaamheden alles te doen en na te laten wat een goed opdrachtnemer behoort te doen en na te laten in het belang van Opdrachtgever.
Artikel 4. Vergoeding voor de verrichte Werkzaamheden
1. Opdrachtnemer ontvangt voor ieder(e) gewerkt uur een vergoeding. Een overzicht van de
uurtarieven voor de verschillende functies, is als bijlage aangehecht. Op grond van de thans
overeengekomen activiteiten bedraagt het basisuurtarief bij aanvang van deze overeenkomst
€ 27,15 (zegge: zeventwintig euro en vijftien cent. Variabel afhankelijk van type zorg). Voor de vergoedingen op onregelmatige uren en de reiskosten worden de tarieven in de genoemde bijlage gehanteerd.
2. Indien Opdrachtgever wijzigingen wenst in de tot de Opdracht gehorende werkzaamheden gelden eveneens de tarieven als opgenomen in de Bijlage.
3. Opdrachtnemer zal maandelijks een gespecificeerde nota aan Opdrachtgever (laten) zenden op basis van de verrichte werkzaamheden. De nota wordt door Opdrachtgever voldaan binnen 14 dagen na datum dagtekening. Verrekening door Opdrachtnemer is toegestaan.
Artikel 5. Aansprakelijkheid en overmacht
1. Opdrachtnemer heeft een beroepsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten om materiële en immateriële schade ontstaan door werkzaamheden van Opdrachtnemer te dekken.
2. Opdrachtnemer is ten opzichte van de Opdrachtgever niet aansprakelijk voor materiële en/of immateriële schade ontstaan door handelingen, die door of namens hem verricht of nagelaten zijn binnen de reguliere werkzaamheden of aan de andere kant samenhangend met de Opdracht, behalve in geval van opzet of grove schuld.”
1.9.
Tot de stukken behoort een “Zorgovereenkomst thuiszorg [Instelling E] ” tussen [Instelling E] en een (onbekende) zorgvrager. Hierin is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen:
“komen het volgende overeen:
(…)
4. Zorgdossier
In overleg met cliënt worden concrete werkafspraken gemaakt en vastgesteld in een zorgdossier. In het zorgdossier worden de zorgproducten, de hoeveelheid uren per product en de verdeling van het aantal uur per week vastgelegd.
Het zorgdossier bevindt zich gedurende de periode dat [Instelling E] de zorg aan de cliënt verleent bij de cliënt thuis.
Bij belangrijke wijzigingen ten aanzien van de zorgbehoefte moet een nieuwe indicatie worden vastgesteld door het CIZ of [Instelling E] . Wijzigingen in aard, omvang en inhoud van de zorgverlening worden schriftelijk vastgesteld in het zorgdossier. [Instelling E] behoudt zich het recht voor de zorgplanninq te wijzigen in overleg met de cliënt.
Het zorgdossier maakt integraal onderdeel uit van deze overeenkomst.
(…)
8. Aanvullende bepalingen
a. a) [Instelling E] zet zich in om zoveel mogelijk dezelfde zorgverleners in te zetten voor de
zorgverlening.”
1.10.
Tot de hiervoor bij 1.9 opgenomen overeenkomst behoren de “ALGEMENE VOORWAARDEN 2011” waarin – voor zover hier van belang – het volgende is opgenomen:
ALGEMENE VOORWAARDEN 2011
“1. Algemeen
ARTIKEL 1 Definities
Cliënt: de natuurlijke persoon die zorg afneemt bij een zorgaanbieder, in dit gevat [Instelling E] .
(…)
Zorgaanbieder: rechtspersoon die zorg verleent, gefinancierd op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), Zorgverzekeringswet (ZVW) of de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) al dan niet in combinatie met particulier gefinancierde zorg en/of aanvullende diensten.
(…)
2. Informatie
(…)
ARTIKEL 8 - De intake
1. Voorafgaand aan het tot stand komen van de overeenkomst biedt [Instelling E] de cliënt
schriftelijke informatie aan over tenminste de volgende punten:
(…)
e. de procedure rond het opstellen van een zorgplan;
f. de zorg en/of diensten die de cliënt al dan niet zelf moet betalen en de keuzemogelijkheid om van die zorg en/of diensten al dan niet gebruik te maken;
g. de mate waarin [Instelling E] gebruik maakt van de diensten van vrijwilligers;
h. sleutelbeheer;
i. de bereikbaarheid van [Instelling E] in geval van een noodsituatie;
j. waar de cliënt aan moet voldoen om de zorgverleners en andere personen werkzaam bij
of in opdracht van [Instelling E] in staat te stellen te werken conform de regelgeving met
betrekking tot arbeidsomstandigheden;
k. de mogelijkheid om wensen van de cliënt te honoreren;
1. de wettelijke mogelijkheden van inspraak, de collectieve
medezeggenschapsmogelijkheden en de manier waarop hieraan invulling is gegeven
inclusief de contactgegevens van het medezeggenschapsorgaan;
m. het beleid ten aanzien van ethische en levensbeschouwelijke vraagstukken;
n. het beleid ten aanzien van vrijheidsbeperking;
o. de klachtenregeling;
p. deze algemene voorwaarden;
q. indien van toepassing de instructies voor eventuele zorgverlening op afstand
r. het privacybeleid;
s. het medicatiebeleid.
2. Tijdens het intakegesprek gaat [Instelling E] na of de cliënt de schriftelijke informatie heeft
begrepen. Tijdens het gesprek of zo spoedig mogelijk daarna maakt de cliënt aan [Instelling E] zijn keuzes kenbaar met betrekking tot de besproken punten.
(…)
3. Totstandkoming overeenkomst
ARTIKEL 9 - Totstandkoming overeenkomst
1. [Instelling E] doet op basis van de intake een aanbod aan de cliënt waarin de te leveren zorg en alle te leveren diensten nauwkeurig zijn beschreven.
2. De overeenkomst komt tot stand wanneer de cliënt het aanbod van [Instelling E] aanvaardt. Ter bevestiging hiervan ondertekenen [Instelling E] en de cliënt de overeenkomst.
3. De overeenkomst bevat in ieder gevat:
1e. een verwijzing naar de geïndiceerde zorg;
2e. een bepaling dat het op te stellen zorgplan onderdeel uitmaakt van de overeenkomst;
3e. een beschrijving van de diensten waar de cliënt gebruik van wil maken met een specificatie van de kosten die voor rekening van de cliënt komen;
4e. een beschrijving van de overeengekomen aanvullende zorg die voor rekening van de cliënt komt en een specificatie van de kosten;
(…)
4. Zorgplan
ARTIKEL 10 - Totstandkoming van het zorgplan
1. [Instelling E] stelt in samenspraak met de cliënt een zorgplan op. [Instelling E] biedt de cliënt
ondersteuning aan bij het overleg over het zorgplan.
2. Uiterlijk 6 weken na aanvang van de zorgverlening legt [Instelling E] het overeenkomstig lid 1 opgestelde zorgplan ter instemming voor aan de cliënt.
3. Het zorgplan wordt van kracht na instemming van de cliënt. [Instelling E] en de cliënt ondertekenen het zorgplan. Het ondertekende zorgplan blijft gedurende de looptijd van de overeenkomst ter beschikking van de cliënt.
(…)
ARTIKEL 11 - Doel en inhoud van het zorgplan
1. Het zorgplan heeft tot doel de kwaliteit van leven van de cliënt te ondersteunen en sluit zoveel mogelijk aan bij diens persoonlijke wensen en mogelijkheden.
2. Het zorgplan beschrijft de gezondheidssituatie van de cliënt ten gevolge van diens
aandoeningen, de prognoses daarvan en de daarmee samenhangende risico’s voor diens
gezondheid en welzijn, de met de cliënt afgesproken vormen van zorg en, indien er sprake is
van geneeskundige handelingen, de uit te voeren verrichtingen.
3. In het zorgplan wordt in ieder geval vastgelegd:
a, welke disciplines de verschillende onderdelen van het zorgplan uitvoeren en op welke
momenten of met welke regelmaat;
b. wie binnen [Instelling E] het vaste aanspreekpunt is voor de cliënt;
c. welke familieleden van de cliënt of anderen bij de zorgverlening worden betrokken of
over de zorgverlening worden geïnformeerd en hoe dat plaatsvindt;
d. de momenten van evaluatie van het zorgplan.
ARTIKEL 12 - Naleving van het zorgplan
1. [Instelling E] voert de zorg uit volgens de afspraken in het zorgplan.
2. Als [Instelling E] afgesproken zorg niet conform het zorgplan kan verlenen, stelt [Instelling E] de cliënt daarvan meteen in kennis. Als de cliënt afgesproken zorg niet conform het zorgplan kan ontvangen, stelt de cliënt [Instelling E] daarvan meteen in kennis.
3. Het zorgplan wordt minimaal één keer per jaar in samenspraak met de cliënt geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. De cliënt kan gemotiveerd verzoeken om tussentijdse evaluatie. De evaluatie en de bijstellingen worden schriftelijk vastgelegd. De eerste evaluatie vindt plaatst binnen 6 maanden na instemming van de cliënt met het zorgplan, of zoveel eerder als nodig is.
4. Indien tussentijds afwijking van het zorgplan noodzakelijk is, is toestemming van de cliënt vereist, tenzij de tijd voor het vragen van toestemming ontbreekt, omdat onverwijlde afwijking van het zorgplan kennelijk nodig is teneinde ernstig nadeel voor de cliënt te voorkomen.
5. [Instelling E] instrueert individuele zorgverleners over de rechten van de cliënt ten aanzien van zijn zorgplan en stelt de cliënt hiervan op de hoogte.
6. Als [Instelling E] afgesproken zorg niet verleent, biedt [Instelling E] de cliënt - zonder dat de cliënt hem in gebreke hoeft te stellen - een redelijke genoegdoening aan.
(…)
6. Kwaliteit en veiligheid
ARTIKEL 18 - Zorg
1. [Instelling E] levert zorg met inachtneming van de normen zoals die door representatieve
organisaties van in ieder geval zorgaanbieders en cliënten in overleg met de Inspectie
Gezondheidszorg zijn vastgesteld.
2. [Instelling E] zorgt ervoor dat alle zorgverleners die binnen de organisatie van [Instelling E] of in opdracht van [Instelling E] zorg verlenen aan de cliënt:
a. hiertoe te allen tijde bevoegd en bekwaam zijn;
b. handelen overeenkomstig de voor de zorgverleners geldende professionele standaarden
waaronder de richtlijnen van de beroepsgroep. Afwijking van de professionele standaard
moet [Instelling E] motiveren en aan de cliënt uitleggen. [Instelling E] maakt aantekening van de
afwijking en van de uitleg aan de cliënt in het zorgplan.
3. [Instelling E] zorgt voor continuïteit van de zorg.
(…)
ARTIKEL 20 - Afstemming (één cliënt - meer zorgverleners)
A. Binnen de organisatie van [Instelling E]
1. Als een cliënt te maken heeft met twee of meer zorgverleners die binnen de organisatie van [Instelling E] of in opdracht van [Instelling E] werken, zorgt [Instelling E] dat alle betrokken zorgverleners:
a. elkaar informeren en bevragen over relevante gegevens van de cliënt;
b. de cliënt tijdig doorverwijzen naar een andere zorgverlener voor zover de zorg buiten de
bevoegdheid of deskundigheid van [Instelling E] valt, of op verzoek van de cliënt;
c. met elkaar periodiek overleggen over de cliënt;
d. bij overdracht van de cliënt aan een andere zorgverlener, alle relevante gegevens
doorgeven en de cliënt daarover informeren.
2. [Instelling E] zorgt ervoor dat voor de cliënt te allen tijde duidelijk is:
a. wie voor welke handelingen verantwoordelijk is;
b. wie het aanspreekpunt is voor vragen van de cliënt, diens vertegenwoordiger en
familieleden.
B. Binnen en buiten [Instelling E]
3. Als een cliënt te maken heeft met twee of meer zorgverleners waarvan tenminste één niet
binnen [Instelling E] of in opdracht van [Instelling E] werkt, zorgt [Instelling E] ervoor dat:
a. de taken en verantwoordelijkheden rond de zorgverlening aan de cliënt tussen de betrokken zorgverleners zijn verdeeld;
b. afstemming en informatie-uitwisseling tussen de betrokken zorgverleners met toestemming van de cliënt plaatsvindt, waarbij de ervaringen van de cliënt worden meegenomen.
(…)
9. Betaling
ARTIKEL 25 - Betaling
1. De cliënt is [Instelling E] de overeengekomen prijs verschuldigd voor de overeengekomen zorg en diensten voor zover deze niet op grond van de AWBZ, de Wmo of de ZVW rechtstreeks door het zorgkantoor, de gemeente respectievelijk de zorgverzekeraar worden betaald.”
1.11.
[Instelling E] werkt met richtlijnen voor inzet van medewerkers. Hierin is het volgende opgenomen:
“ONZE RICHTLIJNEN VOOR INZET VAN MEDEWERKERS
Altijd de bereikbare dienst informeren, ook al zijn er geringe veranderingen te melden.
Klantgericht aanwezig zijn en tevens zorgdragen voor de directe leefomgeving.
Geen geld lenen en/of aannemen van klanten.
Geen privé telefoongesprekken voeren.
Niet spreken over collega’s en andere cliënten.
Wijzigingen in het rooster doorgeven.
Netjes gekleed zijn.
Altijd buiten roken, ook als de familie binnen rookt.
Geheimhoudingsplicht, niet over andere klanten spreken.
Dienstbaar opstellen en altijd alle handelingen verrichten in samenspraak met de
klant en/of aanwezige familie.
Privacy van de klant waarborgen
Geen alcohol of drugs gebruiken.
Op tijd zijn en anders melden dat je te laat komt.
Na overlijden vragen aan de familie wat je nog voor hun kunt betekenen en even melden op welke tijdstip je de woning verlaat.
Inzet is niet mogelijk, indien de medewerker zich niet aan bovenstaande kan houden en bij weigering van onze principes wordt de inzet onmiddellijk stop gezet.
Urenregistratie en facturen:
S(…) verzorgt onze urenregistratie op kantoor en heeft daarvoor de geleverde zorguren nodig. In het zorgdossier gebruiken wij register aanwezigheid.
In principe hebben wij een digitale urenregistratie die per week door de medewerkers
ingevuld dient te worden en die gaat dan per mail naar S(…)@ [Instelling E] .nl.
Voor vragen hierover kan je S(…) ten alle tijden emailen.
De facturen behoren eveneens digitaal verzonden te worden en hebben vaste details
nodig. Wij hebben daarvoor een voorbeeld gemaakt en dit kan toegezonden worden.
Na controle van de facturen worden deze naar hoofdkantoor van [Instelling E] in
Woerden verzonden en dezelfde week vindt daar de betaling plaats.
De bereikbaarheidsdienst kan alleen gebeld worden voor belangrijke mededelingen
in de thuissituatie omdat wij overdag op route zijn.
(…)”.
1.12.
Het zorgkantoor [Zorgkantoor M] , handelend namens de uitvoeringsorganen AWBZ (in de overeenkomst aangeduid als [Zorgkantoor M] ) heeft met betrekking tot de AWBZ zorg in de jaren 2013 en 2014 een overeenkomst gesloten met [Instelling E] B.V. als zorgaanbieder. In de “OVEREENKOMST 2013 [Zorgkantoor M] – ZORGAANBIEDER AWBZ” staat onder meer het volgende vermeld:
“DEEL II: REGIOGEBONDEN AFSPRAKEN
(…)
Artikel 1. Zorglevering
1. De zorgaanbieder verbindt zich zorgprestaties te leveren aan verzekerden met
inachtneming van de betreffende aanvullende leveringsvoorwaarden, zoals vermeld in de [Zorgkantoor M] inkoopdocumenten AWBZ 2014 W&T, GZ en GGZ.
2. De zorgaanbieder waarborgt dat de beroepsbeoefenaren bij de zorgverlening de eisen in acht nemen die voortvloeien uit de voor de beroepsgroep geldende wet- en regelgeving. Als richtsnoer voor het toetsen van de geleverde kwaliteit kan [Zorgkantoor M] gebruik maken van de erkende professionele standaarden van de beroepsgroepen waaronder de landelijke kwalificaties MBO voor Verpleeg- en Verzorgingshuiszorg en Thuiszorg en de bijbehorende beroepscompetentieprofielen, alsmede van de normen die volgens de stand van wetenschap en de gangbare opvattingen binnen de beroepsgroepen gelden binnen de verschillende sectoren.
3. De zorgaanbieder verleent de geïndiceerde zorg zonder enige betaling of enige aanvullende betaling door de verzekerde, tenzij het Bijdragebesluit zorg of de Bijdrageregeling A WBZ anders bepaalt. De zorgaanbieder neemt daarbij de CVZ- brochure ‘Daar hebt u recht op in een AWBZ-instelling’ in acht aangaande de diensten zonder bijbetaling.
(…)
Artikel 5. Kwaliteit van zorgverlening
1. De zorgaanbieder is, ook wat betreft zijn personeel, verantwoordelijk voor een correcte
bejegening van verzekerden.
2. De zorgaanbieder draagt er zorg voor dat zijn personeel bevoegd is en beschikt over de
kennis en kunde die voor de verlening van kwalitatief verantwoorde zorg noodzakelijk is en dat de opleiding en bijscholing zodanig is dat zij over een kwalitatief verantwoorde kennis en kunde kunnen (blijven) beschikken.
3. De zorgaanbieder staat er voor in dat- voor zover van toepassing- inrichting,
instrumentarium en hygiëne aan de algemeen aanvaarde standaarden voldoen.
4. De zorgaanbieder zorgt - voor zover van toepassing - voor een geldige
gebruikersvergunning.
5. De zorgaanbieder draagt in overleg en afstemming met de cliëntenraad zorg voor een
systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit.
(...)
Artikel 7. Declaratie zorg
1. [Zorgkantoor M] zal de gedeclareerde en geleverde zorg betaalbaar stellen zolang het totaal van de gedeclareerde zorg de beschikbare contracteerruimte niet overschrijdt en voor zover van toepassing de vaste volume afspraak dan wel het vaste budget niet wordt overschreden.
[Zorgkantoor M] is nimmer gehouden om zorg te vergoeden wanneer de beschikbare
contracteerruimte is overschreden.
2. Vanaf het moment dat een bindende volumeafspraak is gemaakt met zorgaanbieders zal de geleverde zorg betaalbaar worden gesteld voor zover dat past binnen de financiële waarde van de vaste bindende volumeafspraak.
(…)
Artikel 14. Managementinformatie/geleverde zorg
1. De zorgaanbieder registreert de geleverde zorg conform de NZa-beleidsregel systematiek, de kaderregeling AO/IC AWBZ-zorgaanbieders en conform de vereisten uit hoofde van het Bijdragebesluit zorg.
2. De zorgaanbieder levert maandelijks, zo spoedig mogelijk na afloop van de periode,
doch uiterlijk voor de 20e van de maand volgend op de maand waarop de productie
heeft plaatsgevonden een productieoverzicht aan. Hierin is tevens de productie
opgenomen die door onderaannemer(s) is geleverd. De zorgaanbieder maakt hierbij
gebruik van het realisatieformat van [Zorgkantoor M] en verstrekt de informatie per regio.
3. De zorgaanbieder levert daarnaast voor de geleverde zorg declaraties op
cliëntniveau in bij [Zorgkantoor M] . Do zorgaanbieder doet dit conform het Landelijk
Declaratieprotocol AWBZ 2014.
4. Op verzoek van [Zorgkantoor M] verstrekt de zorgaanbieder relevante managementinformatie over de geleverde zorg.
(...)
Artikel 16. Controle
Indien sprake is van geconstateerde onrechtmatigheid en/of ondoelmatigheid (waaronder het niet voldoen aan de overeengekomen kwaliteitseisen) van de geleverde zorg, kan [Zorgkantoor M] hier consequenties aan verbinden. Afhankelijk van de ernst en zwaarte van de geconstateerde feiten kan [Zorgkantoor M] besluiten één of meer van de volgende maatregelen te nemen:
a. het opleggen van een waarschuwing;
b. het registreren van de zorgaanbieder in het door de zorgverzekeraars erkende
signaleringssysteem FISH (Fraude Informatie Systeem Holland);
c. terugvordering van (een deel) van het bedrag aan onrechtmatig en/of ondoelmatig
bestempelde declaraties (waarbij tevens de gemaakte onderzoekskosten aan de
zorgaanbieder zullen worden doorberekend) al dan niet gecombineerd met verrekening met nog openstaande dan wel toekomstige declaraties;
d. het doen van aangifte bij het Openbaar Ministerie;
e. opzegging van de overeenkomst.
(...)
Artikel 21. Onderaanneming
[Zorgkantoor M] zal alleen toestemming geven voor het inschakelen van derden voor de uitvoering
van de overeenkomst voor meer dan:
- 5% van de extramurale productieafspraak, indien de zorgaanbieder een extra korting van 1% op de NZa beleidswaarden extramurale zorg wil geven, boven op het op basis van de inkoopprocedure door [Zorgkantoor M] vastgestelde tarief,
- 10% van de extramurale productieafspraak, indien de zorgaanbieder een extra korting van 2% op de NZa beleidswaarden extramurale zorg wil geven, boven op het op basis van de inkoopprocedure door [Zorgkantoor M] vastgestelde tarief;
- 25% van de extramurale productieafspraak, indien de zorgaanbieder een extra korting van 3% op de NZa beleidswaarden extramurale zorg wil geven, boven op het op basis van de inkoopprocedure door [Zorgkantoor M] vastgestelde tarief;
- 50% van de extramurale productieafspraak, indien de zorgaanbieder een extra korting van 5% op de NZa beleidswaarden extramurale zorg wil geven, boven op het op basis van de inkoopprocedure door [Zorgkantoor M] vastgestelde tarief;
- 75% van de extramurale productieafspraak, indien de zorgaanbieder een extra korting van 10% op de NZa beleidswaarden extramurale zorg wil geven, boven op het op basis van de inkoopprocedure door [Zorgkantoor M] vastgestelde tarief.
Deze verplichte korting geldt niet indien de in te schakelen derde onderdeel uitmaakt van de
economische eenheid waartoe ook de contractant behoort. Palliatief terminale zorg,
beschikbaarheid van zorg en intensieve kindzorg geleverd door onderaannemers wordt niet
meegenomen in de hierboven vermelde berekening.
(...)
Artikel 26. Vitaliteitsbeleid
De intramurale zorgaanbieder beschikt over een actueel vastgesteld en geïmplementeerd
vitaliteitsbeleid waarin in elk geval de volgende onderwerpen zijn opgenomen:
- Visie op gezond leven en een beschrijving van de doelstellingen;
- Beschrijving van de doelgroep waarop de leefstijlinterventie gericht is;
- Beschrijving van de werkwijze, de grond waarop deze is gebaseerd en op welke wijze
cliënten actief worden betrokken;
- Aangegeven is welke resultaten er zijn behaald of beoogd worden te behalen;
- De wijze waarop interventies opgenomen worden in de individuele behandelplannen.
Artikel 27. Valpreventie
De zorgaanbieder met productieafspraken binnen het kavel Intramurale zorg, extramurale zorg en / of volledig pakket thuis, beschikt over een recent vastgesteld en geïmplementeerd beleid waaruit blijkt dat valpreventie een vast onderdeel uitmaakt van het zorgplan.
Artikel 28. Wijkgerichtheid
De zorgaanbieder die extramurale zorg en / of dagactiviteiten & vervoer levert beschikt over een recentelijk vastgesteld en geïmplementeerd beleid omtrent wijkgerichtheid. De zorgaanbieder heeft in elk geval de sociale kaart van de wijk (buurt, buurtschap, dorp) op haar website gepubliceerd en voorafgaand aan de zorglevering met de cliënt besproken.
(…)
DEEL III: ALGEMEEN DEEL
Intentie en afbakening
Het doel van deze overeenkomst is het maken van afspraken over de levering van voldoende kwalitatief goede, doelmatige en doeltreffende Zorg aan de AWBZ-verzekerden in de desbetreffende Zorgkantoorregio.
(…)
Begrippen
(…)
g. Onderaannemerschap:
Er is sprake van Onderaanneming indien een Verzekerde in AZR is toegewezen aan een
Zorgaanbieder (de hoofdaannemer) en deze, voor (een deel van) de daadwerkelijke Zorg een andere Zorgaanbieder (de Onderaannemer) inschakelt.
(…)
o. Zorg(leef)plan:
Een concrete invulling van de door de Zorgaanbieder te verlenen Zorg per Verzekerde,
gebaseerd op de geïndiceerde Zorg. Het Zorgplan wordt overeengekomen tussen Verzekerde en de Zorgaanbieder. Het Zorgplan wordt ook wel individueel begeleidingsplan, behandelplan of ondersteuningsplan genoemd.
p. Zorgverleningsovereenkomst:
De individuele dienstverleningsovereenkomst tussen Verzekerde en Zorgaanbieder over de Zorg, inclusief die aangaande de overbruggingszorg, waarin de rechten en plichten van beide partijen zijn vastgelegd.
(…)
Artikel 1 Zorglevering
1. De Zorgaanbieder handelt volgens het meest recente voorschrift zorgtoewijzing.
2. De Zorgaanbieder verbindt zich om, met inachtneming van zijn toelating en hetgeen tussen Partijen is overeengekomen aan productieafspraken, Zorg te verlenen aan de Verzekerde die zich daartoe tot hem wendt en die op die Zorg aanspraak kan maken. De Zorgaanbieder houdt zich aan de verwijzing of het geldige Indicatiebesluit cq. de zorgtoewijzing en de daarin vastgelegde aard en omvang van de Zorg, met inachtneming van hetgeen bepaald in lid 4.
3. De Zorgaanbieder verplicht zich om kwalitatief verantwoorde, doelmatige en doeltreffende Zorg te leveren. Hieronder wordt verstaan: Zorg die beantwoordt aan de stand van wetenschap en praktijk en die gebruikelijk is in de kring van beroepsgenoten (kwalitatief verantwoord) en die cliëntgericht, doeltreffend voor cliënt en doelmatig in de zin van een optimale inzet van mensen en middelen wordt verleend en die naar maatstaven van redelijkheid is afgestemd op de reële behoefte van de Verzekerde (doeltreffend en doelmatig). De Zorg is bovendien proportioneel zodat onder- en overgebruik van Zorg wordt vermeden. Ten einde aan deze verplichtingen te kunnen voldoen, beschikt de Zorgaanbieder over voldoende gekwalificeerd personeel. Het personeel kan de Verzekerden en [Zorgkantoor M] in de Nederlandse taal te woord staan.
4. De Zorgaanbieder neemt uiterlijk binnen twee werkdagen, maar bij voorkeur dezelfde dag, na ontvangst van het Indicatiebesluit contact op met de Verzekerde en maakt op basis van het Indicatiebesluit met de Verzekerde afspraken om te komen tot Zorgverlening. Bij dit gesprek kan een derde, zoals een familielid of mantelzorger, betrokken zijn.
(…)
Artikel 2 Zorg(leef)plan
1. De zorgaanbieder handelt conform het Besluit Zorgplanbespreking AWBZ-zorg.
2. In het Zorg(leef)plan moet zijn opgenomen wat de wensen zijn van de Verzekerde. De
Zorgaanbieder maakt daar waar mogelijk met de Verzekerde afspraken over het moment (tijdstip en dag) en de frequentie waarop de Zorg geleverd wordt, de vorm, de omvang (basiszorg en eventuele meerzorg) en de inhoud van de Zorg die de organisatie biedt, de plaats waar de Zorg geleverd wordt en de functie van de medewerker die de Zorg levert.
3. Het Zorg(leef)plan dient altijd actueel te zijn en aan te sluiten bij de zorgbehoefte van de cliënt. Het Zorg(leef)plan wordt indien daartoe aanleiding is tussentijds aangepast. Het Zorg(leef)plan wordt minimaal een keer per jaar met de Verzekerde geëvalueerd en waar nodig bijgesteld.
(…)
7. Met het Zorg(leef)plan geeft de Zorgaanbieder uitvoering aan zijn verplichting kwalitatief verantwoorde en doelmatige Zorg te verlenen. De Zorgaanbieder draagt er zorg voor dat (waar mogelijk en altijd in overleg met de Verzekerde) overbodige, onnodige of ondoelmatige Zorg wordt afgebouwd en dat de Verzekerde optimaal wordt ondersteund bij het realiseren van zelfregie/ eigen handelen. De Zorgverleningsovereenkomst en het Zorg(leef)plan dienen te worden ondertekend door de Zorgaanbieder en de Verzekerde en/of diens vertegenwoordiger. (…)
Artikel 3 Continuïteit van de zorglevering
1. De Zorgaanbieder garandeert de continuïteit van de Zorg.
(…)
Artikel 10 Onderaannemerschap
1. Verleende Zorg in Onderaanneming komt alleen voor vergoeding in aanmerking indien
vooraf toestemming is verleend door [Zorgkantoor M] , tenzij [Zorgkantoor M] en Zorgaanbieder hierover andere afspraken maken. De inschakeling van een Onderaannemer geschiedt voor eigen rekening en risico van de Zorgaanbieder en doet niet af aan de verplichtingen van de Zorgaanbieder uit deze overeenkomst.
2. De Zorgaanbieder verplicht zich tevens vooraf aan [Zorgkantoor M] te melden, indien hij zelf als Onderaannemer optreedt, onder vermelding van de naam van de partij waarvoor hij als Onderaannemer optreedt en het volume van de door deze partij verleende Zorg.
3. De Zorgaanbieder is en blijft volledig verantwoordelijk en aansprakelijk voor alle aspecten van de door de Onderaannemer geleverde Zorg. Daaronder valt in ieder geval levering van kwalitatief verantwoorde Zorg, op een rechtmatige en doelmatige wijze.
4. De Zorgaanbieder garandeert dat de Zorgverlening door de Onderaannemer(s) aan
dezelfde eisen voldoet, als die welke aan de Zorgverlening door de Zorgaanbieder zelf zijn gesteld.
5. De Zorgaanbieder geeft op verzoek van [Zorgkantoor M] nadere informatie over de Onderaannemer en diens aandeel in de productieafspraak. In voorkomend geval kunnen Partijen nadere afspraken maken met betrekking tot de onderaanneming en deze in een addendum vastleggen.
6. De Zorgaanbieder staat er voor in dat de Onderaannemer desgevraagd aan [Zorgkantoor M] alle inlichtingen verschaft die de Zorgaanbieder zelf ook dient te verstrekken alsmede alle informatie die [Zorgkantoor M] verlangt over de verhouding tussen de Zorgaanbieder en de
Onderaannemer.
7. [Zorgkantoor M] heeft het recht om Onderaannemers te weigeren.
8. De Zorgaanbieder is verantwoordelijk voor het declareren van de geleverde Zorg aan
[Zorgkantoor M] en verantwoording aan het CAK.
9. De Zorgaanbieder ziet er op toe dat de Onderaannemer niet rechtstreeks facturen aan de Verzekerde stuurt voor Zorg die valt binnen de AWBZ-aanspraken van de Verzekerde.
10 De Zorgaanbieder geeft inzicht in de opbrengsten, die zijn verkregen uit inschakeling van derden. Op verzoek van [Zorgkantoor M] draagt de Zorgaanbieder er zorg voor dat zijn opgave door een accountant is gecontroleerd en wordt een afschrift van de verklaring aan [Zorgkantoor M] ter beschikking gesteld.
(…)
Artikel 12 Kwaliteitssystemen
1. De Zorgaanbieder draagt er zorg voor dat de Zorgverleners binnen zijn organisatie handelen volgens tenminste de standaard die binnen de kring der beroepsgenoten algemeen aanvaard is. Dat betekent dat de Zorg wordt verleend volgens de meest recent beschikbare wetenschappelijke kennis en conform best practices. De Zorgaanbieder en de bij of voor de Zorgaanbieder werkzame personen werken volgens landelijke c. q. regionaal vastgestelde kwaliteitsstandaarden en protocollen en met inachtneming van de voor de Zorgaanbieder geldende wettelijke verplichtingen. De Zorgaanbieder beschikt over aantoonbaar bekwaam en/of gekwalificeerd personeel.
2. De Zorgaanbieder laat door een externe onafhankelijke partij een cliënttevredenheidsonderzoek uitvoeren onder tenminste een representatieve afspiegeling van de populatie wonende in de zorgkantoorregio waar de overeenkomst op van toepassing is. Het meest recente cliënttevredenheidsonderzoek moet openbaar worden gemaakt, inclusief de hieruit voortvloeiende verbeterplannen, en zij worden beschikbaar gesteld aan de cliëntenraad en [Zorgkantoor M] . (…)
3. De Zorgaanbieder voert jaarlijks een zelfevaluatie uit van de bereikte kwaliteit gebruikmakend van de aandachtsgebieden en indicatoren uit het landelijk kwaliteitskader. De evaluatie wordt openbaar gemaakt, inclusief de hieruit voortvloeiende verbeterplannen, en zij worden beschikbaar gesteld aan de cliëntenraad en [Zorgkantoor M] .
(…)
Artikel 13 Cliëntenraad
1. De Zorgaanbieder borgt dat de centrale cliëntenraad en lokale cliëntenraden zowel inhoudelijk als secretarieel voldoende ondersteund worden bij het uitvoeren van hun werkzaamheden.
2. De zorgaanbieder heeft een actueel beleid, welke in samenspraak met de cliëntenraad tot stand is gekomen, over de wijze waarop en de mate waarin de centrale en lokale cliëntenraden betrokken worden bij het doorlopen van alle stappen van de kwaliteitscyclus.
3. De Zorgaanbieder betrekt de centrale cliëntenraad aantoonbaar bij de voorbereiding van kwaliteitsmeting, de uitvoering, de evaluatie en het vervolgtraject.
(…)
5. De Zorgaanbieder stelt de systematiek van het Zorg(leef)plan in afstemming met de cliëntenraad op.
(…)
Artikel 22 Declaratie van geleverde Zorg
1. De Zorgaanbieder houdt zich bij de declaratie aan alle relevante wet- en regelgeving,
waaronder de wettelijke bepalingen van tarifering en bekostiging respectievelijk de bepalingen, richtlijnen en kaders van bij wet ingestelde organen zoals de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
2. De Zorgaanbieder declareert bij [Zorgkantoor M] alleen de productie die is geleverd aan cliënten woonachtig in de regio waarvoor hij met het betreffende Zorgkantoor een overeenkomst is aangegaan en productieafspraken heeft gemaakt, tenzij anders overeengekomen met [Zorgkantoor M] .
3. De Zorgaanbieder dient declaraties voor de geleverde Zorg op cliëntniveau conform het Declaratieprotocol AWBZ 2014 in bij [Zorgkantoor M] . (…)
Artikel 23 Uitgangspunten voor betaling
1. De vergoeding van de Zorg vindt plaats overeenkomstig de afspraken die Zorgaanbieder en [Zorgkantoor M] hebben gemaakt en zoals vermeld in deze overeenkomst inclusief relevante addenda. Overproductie komt voor eigen rekening en risico van de Zorgaanbieder.”.
1.13.
Eiseres heeft op 26 september 2013 een VAR-aanvraag ingediend. Zij heeft haar werkzaamheden daarin omschreven als ‘verzorging en verpleging’. Verweerder heeft bij beschikking van 27 september 2013 verklaard dat de voordelen die eiseres uit de in haar aanvraagformulier omschreven werkzaamheden geniet of zal gaan genieten, worden aangemerkt als winst uit onderneming (VAR-Wuo). Deze verklaring is geldig vanaf 3 september tot en met 31 december 2013.
1.14.
Op 18 november 2013 heeft eiseres voor het jaar 2014 een VAR-aanvraag ingediend. Zij heeft haar werkzaamheden daarin omschreven als ‘Verzorging en verpleging’. Naar aanleiding van deze aanvraag heeft verweerder aan eiseres vragen gesteld. Eiseres heeft hierop niet gereageerd, waarop verweerder een beschikking “buiten behandeling stelling” heeft afgegeven.
1.15.
Op 2 december 2013 heeft eiseres opnieuw een VAR-aanvraag voor het jaar 2014 ingediend. Haar werkzaamheden heeft zij daarin omschreven als ‘verzorging en verpleging (zorg in natura)’. Naar aanleiding van deze aanvraag heeft verweerder aan eiseres vragen gesteld, die eiseres schriftelijk heeft beantwoord onder overlegging van bijlagen. Verweerder heeft bij beschikking van 28 januari 2014 verklaard dat de voordelen die eiseres uit de in haar aanvraagformulier omschreven werkzaamheden geniet of zal gaan genieten, worden aangemerkt als loon uit dienstbetrekking (VAR-Loon). Deze verklaring is geldig vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Tegen deze beschikking heeft eiseres bezwaar en vervolgens het onderhavige beroep ingesteld.
1.16.
De in de onderhavige jaren geldende Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (hierna: AWBZ) is een verplichte verzekering voor alle inwoners van Nederland tegen ziektekosten die niet via de basisverzekering worden gedekt. Het gaat daarbij veelal om medische kosten die door vrijwel niemand op te brengen zijn. Verzekerd is bijvoorbeeld zorg bij langdurige ziekte, een beperking of ouderdom. De AWBZ-zorg is regionaal georganiseerd. Per regio voert een zorgkantoor namens de gezamenlijke zorgverzekeraars de AWBZ uit. Het zorgkantoor stemt de zorgvraag en het zorgaanbod voor de AWBZ zo goed mogelijk op elkaar af. Het zorgkantoor koopt onder andere de zorg in en sluit contracten af met de zorgaanbieders en ziet toe op de juiste besteding van de AWBZ-gelden.
1.17.
Bij de uitvoering van de AWBZ stelt het Centrum Indicatiestelling Zorg (hierna: CIZ) de zorgbehoefte van een persoon (hierna: zorgvrager) vast en geeft zij op basis van de individuele behoefte van de zorgvrager een indicatie af voor de hoeveelheid en aard van de noodzakelijke zorguren aan personen die daarop recht hebben. Met een afgegeven indicatiestelling kan een zorgvrager naar een toegelaten instelling gaan en op basis van de indicatie zorgverlening vragen.
1.18.
Tot 1 oktober 2012 konden alleen zorgaanbieders die ingevolge artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de AWBZ en artikel 1, eerste lid, onderdeel f jo artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen (hierna: WTZi) beschikken over een toelating van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) voor het verlenen van uit AWBZ-middelen gefinancierde zorg in natura aan een zorgvrager, een contract sluiten met een zorgkantoor.
1.19.
Vanaf 1 oktober 2012 kunnen ook natuurlijke personen (ZZP-ers) voor het leveren van AWBZ-zorg in natura, in het kader van een pilot en onder specifiek daarvoor opgestelde voorwaarden, rechtstreeks een contract afsluiten met een zorgkantoor. Eiseres heeft niet aan deze pilot deelgenomen.
Geschil en beoordeling
2. In geschil is het antwoord op de vraag of de voordelen die eiseres geniet uit de bij 1.4 vermelde werkzaamheden die zij als zorgverlener verricht (de werkzaamheden) in 2014 zijn aan te merken als winst uit onderneming (ter zake van de zelfstandige uitoefening van een beroep) of als loon uit dienstbetrekking.
3. Eiseres is van mening dat de voordelen uit haar werkzaamheden in het kader van de afgifte van de VAR-verklaring ten onrechte zijn aangemerkt als loon uit dienstbetrekking, omdat de voordelen uit deze werkzaamheden moeten worden aangemerkt als winst uit onderneming.
4. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de inkomsten uit de werkzaamheden van eiseres kwalificeren als loon uit dienstbetrekking, zodat de VAR-Loon terecht is afgegeven.
5. Gelet op de rangorde van artikel 2.14, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB) zal de rechtbank eerst nagaan of eiseres winst uit onderneming geniet. Indien deze vraag positief wordt beantwoord, behoeft de vraag of sprake is van loon uit dienstbetrekking geen beantwoording meer.
6. Ingevolge artikel 3.8 van de Wet IB is winst uit onderneming het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm ook, worden verkregen uit een onderneming. Uit artikel 3.5 van de Wet IB volgt dat onder onderneming mede moet worden verstaan het zelfstandig uitgeoefende beroep. Daarvan is sprake als eiseres de werkzaamheden zelfstandig en voor eigen rekening verricht en daarbij ondernemersrisico loopt (vgl. HR 16 september 1992, nr. 27.830, ECLI:NL:HR:1992:ZC5085).
7. Eiseres stelt zich op het standpunt dat zij de overeengekomen werkzaamheden geheel zelfstandig, naar eigen inzicht en zonder toezicht of leiding door de zorgaanbieder(s) verricht. Voorts stelt eiseres dat de zorgaanbieder enkel opdracht heeft gegeven tot het verlenen van zorg. Volgens eiseres heeft zij inspraak bij het opstellen van het zorgplan, maar ligt de eindverantwoordelijkheid bij de zorgaanbieder.
8. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiseres de werkzaamheden niet in eigen naam, niet voor eigen verantwoordelijkheid en niet voor eigen risico verricht. Het is de zorgaanbieder die de zorg aan de zorgvrager verleent en daarmee een overeenkomst sluit.
9. Ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel j, van de AWBZ (tekst geldend voor 2014) wordt onder een zorgaanbieder verstaan: een instelling of persoon die zorg als bedoeld in artikel 6 van de AWBZ verleent. Onder een instelling wordt ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef, en onderdeel e, ten eerste, van de AWBZ verstaan: een instelling in de zin van de WTZi.
10. Ingevolge artikel 10, eerste lid, van de AWBZ wendt de verzekerde die zijn aanspraak op zorg tot gelding wil brengen zich daartoe tot een zorgaanbieder naar eigen keuze, met wie de zorgverzekeraar waarbij hij is ingeschreven tot dat doel een overeenkomst als bedoeld in artikel 15 heeft gesloten. Een aanspraak als bedoeld in de vorige volzin kan uitsluitend tot gelding worden gebracht bij een zorgaanbieder die is gevestigd binnen het grondgebied van het Europese deel van Nederland, de staten behorende tot de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte of van Zwitserland en die de zorg waarop aanspraak bestaat levert binnen het desbetreffende grondgebied.
11. Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de WTZi moet een organisatorisch verband dat behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) aangewezen categorie van instellingen die zorg verlenen waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 6 van de AWBZ of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet, voor het verlenen van die zorg een toelating hebben van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In het tweede lid kan aan instellingen met een winstoogmerk slechts toekenning worden verleend, indien die instelling behoort tot een bij AMvB aangewezen categorie.
12. In artikel 2, eerste lid, van het Besluit zorgplanbespreking AWBZ-zorg (tekst 2014) is bepaald:
“De zorgaanbieder organiseert zo spoedig mogelijk na de aanvang van de zorgverlening een bespreking met de cliënt waarin in ieder geval de volgende onderwerpen aan bod komen:
a. welke doelen worden met betrekking tot de zorgverlening voor een bepaalde periode gesteld, gebaseerd op de wensen, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt;
b. op welke concrete wijze zullen de zorgaanbieder en de cliënt de gestelde doelen trachten te bereiken;
c. wie is voor de verschillende onderdelen van de zorgverlening verantwoordelijk, op welke wijze vindt afstemming tussen meerdere zorgverleners plaats, en wie kan de cliënt op die afstemming aanspreken;
d. met welke frequentie en onder welke omstandigheden gaat de zorgaanbieder de zorgverlening in samenspraak met de cliënt evalueren en actualiseren.”.
In het tweede lid van dit artikel is bepaald:
“De zorgaanbieder legt, na de in het eerste lid bedoelde bespreking met de cliënt, uiterlijk binnen zes weken na aanvang van de zorgverlening het resultaat van de bespreking met de cliënt op de onderscheiden onderwerpen vast in een zorgplan.”.
13. De rechtbank overweegt dat tussen partijen niet in geschil is dat de bij 1.5. vermelde zorgaanbieders (te weten [Instelling C] en [Instelling E] ) op grond van de WTZi toegelaten zorginstellingen zijn die bevoegd zijn om, in opdracht van een zorgkantoor, aan een zorgvrager AWBZ-zorg in natura te verlenen. Evenmin is in geschil dat eiseres niet een dergelijke toegelaten zorginstelling is. Tevens staat vast dat eiseres in 2014 niet heeft deelgenomen aan de onder 1.19. vermelde pilot, en derhalve geen rechtstreeks contract heeft afgesloten met een zorgkantoor. De rechtbank overweegt dat de hiervoor opgenomen regelgeving meebrengt dat eiseres de AWBZ-zorg in natura niet onder eigen naam, voor eigen verantwoordelijkheid en voor eigen risico aan de zorgvragers kan aanbieden, nu dit uitsluitend is voorbehouden aan toegelaten zorgaanbieders.
14. Uit hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen, volgt dat eiseres de werkzaamheden heeft verricht voor zorgaanbieders in de zin van de WTZi. Eiseres kan, gelet op het bij 9. tot en met 11. vermelde wettelijk kader, dus niet rechtstreeks overeenkomsten hebben afgesloten met zorgkantoren dan wel zorgvragers. Voor het fiscaal ondernemerschap is van belang of eiseres voldoende zelfstandigheid bezit ten opzichte van haar opdrachtgevers, zijnde de zorgaanbieders. De omstandigheid dat eiseres op grond van de wetgeving niet rechtstreeks overeenkomsten kan afsluiten met de zorgkantoren dan wel de zorgvragers en zij dus zorgwerkzaamheden verricht die voortvloeien uit een overeenkomst tussen de zorgaanbieder en de zorgvrager, vormt een aanwijzing dat eiseres onvoldoende zelfstandigheid bezit voor het fiscale ondernemerschap. De rechtbank zal hierna beoordelen of eiseres voldoende zelfstandigheid bezit.
15. De rechtbank overweegt dat uit het bij 9. tot en met 11. vermelde wettelijk kader en de bij 1.12. vermelde overeenkomst tussen het zorgkantoor en de zorgaanbieder, waarvan de rechtbank ervan uitgaat dat tussen andere zorgkantoren en zorgaanbieders soortgelijke overeenkomsten zijn gesloten, volgt dat de zorgaanbieder zich heeft verplicht om kwalitatief verantwoorde, doelmatige en doeltreffende zorg te leveren (artikel 1, derde lid, van “DEEL III: ALGEMEEN DEEL”). De voor de zorgaanbieder werkzame zorgverleners moeten werken volgens landelijke c.q. regionaal vastgestelde kwaliteitsstandaarden en protocollen en met inachtneming van de voor de zorgaanbieder geldende wettelijke verplichtingen (artikel 12, eerste lid, van “DEEL III: ALGEMEEN DEEL”). Gelet op met name deze in de overeenkomst opgenomen, uit de bij 9. tot en met 11. vermelde wet- en regelgeving voortvloeiende, verantwoordelijkheden van de zorgaanbieder voor de bij hem werkzame zorgverleners en de (kwaliteits)eisen waaraan deze zorgverleners moeten voldoen, acht de rechtbank het niet goed voorstelbaar dat de zorgaanbieder de voor hem werkzame zorgverleners volledig naar eigen inzicht hun werkzaamheden laat verrichten, zonder dat hij daartoe bindende aanwijzingen en instructies geeft en zonder dat hij erop toeziet dat de zorgverleners zich hieraan houden.
16. Dat de zorgaanbieder verantwoordelijk is voor de te leveren zorg aan de zorgvrager, volgt naar het oordeel uit rechtbank eveneens uit artikel 18 van de “ALGEMENE VOORWAARDEN 2011” (zie 1.10.), behorende bij de “Zorgovereenkomst thuiszorg [Instelling E] ” (zie 1.9.). Daarin is vermeld dat [Instelling E] zorg levert met inachtneming van de normen zoals die door representatieve organisaties van in ieder geval zorgaanbieders en cliënten in overleg met de Inspectie Gezondheidszorg zijn vastgesteld en dat [Instelling E] ervoor zorgt dat alle zorgverleners die binnen de organisatie van [Instelling E] of in opdracht van [Instelling E] zorg verlenen aan de cliënt hiertoe bevoegd en bekwaam zijn en handelen overeenkomstig de professionele standaarden.
17. De rechtbank overweegt verder dat de zorgaanbieder verplicht is om een zorgplan op te stellen, waarin onder meer de doelen met betrekking tot de zorgverlening zijn opgenomen en aan bod komt wie voor de verschillende onderdelen van de zorgverlening verantwoordelijk is, op welke wijze afstemming tussen meerdere zorgverleners plaatsvindt en wie de cliënt op die afstemming kan aanspreken. De verplichting om een zorgplan op te stellen is ook opgenomen in de bij 1.12. bedoelde overeenkomst en is in die overeenkomst omschreven als een concrete invulling van de door de zorgaanbieder te verlenen zorg per verzekerde (onderdeel o, onder het kopje “Begrippen” van “DEEL III: ALGEMEEN DEEL”). Volgens deze overeenkomst geeft de zorgaanbieder met het Zorg(leef)plan uitvoering aan zijn verplichting om kwalitatief verantwoorde en doelmatige zorg te verlenen (artikel 2, zevende lid, van “DEEL III: ALGEMEEN DEEL”). De verplichting om een zorgplan op te stellen is verder opgenomen in de overeenkomst die de zorgaanbieder sluit met de zorgvrager (zie 1.9.), en daarop van toepassing zijnde Algemene Voorwaarden (zie 1.10.) waarvan de rechtbank ervan uitgaat dat andere zorgaanbieders soortgelijke overeenkomsten afsluiten met zorgvragers. Hieruit volgt onder meer dat de zorgaanbieder de zorg uitvoert volgens de afspraken in het zorgplan en dat de zorgaanbieder de individuele zorgverleners instrueert over de rechten van de cliënt ten aanzien van zijn zorgplan. Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat het zorgplan richtlijnen bevat over de te verlenen (kwalitatief verantwoorde en doelmatige) zorg, waarover de zorgaanbieder volgens het zorgplan de (eind)regie voert. Aangenomen moet worden dat de zorgverleners zich bij de uitvoering van hun werkzaamheden aan deze richtlijnen moeten houden. Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders zijn dan dat de zorgaanbieder hierbij aan de voor hem werkzame zorgverleners aanwijzingen en instructies geeft en erop toeziet dat de zorgverleners zich hieraan houden.
18. Het bij 17. gegeven oordeel volgt naar het oordeel van de rechtbank ook uit de omstandigheid dat de zorgaanbieder zich in de bij 1.12. bedoelde overeenkomst heeft verbonden tot het vaststellen van een vitaliteitsbeleid, beleid op het gebied van valpreventie en beleid omtrent wijkgerichtheid (artikel 26 tot en met 28 van “DEEL II: REGIOGEBONDEN AFSPRAKEN”). Teneinde de zorgverleners overeenkomstig dit beleid te laten werken, zal de zorgaanbieder hen immers moeten instrueren en daarnaast er op moeten toezien dat de gegeven instructies worden opgevolgd. De gevolgtrekking dat de zorgaanbieder hierbij de zorgverleners aanwijzingen en instructies geeft en toeziet op de naleving hiervan, wordt naar het oordeel van de rechtbank ondersteund door de bij 1.11. vermelde feiten. Dat de zorgverleners gehouden zijn om aanwijzingen en instructies van de zorgaanbieder op te volgen, maakt de rechtbank verder op uit het feit dat de door de zorgverleners te verrichten werkzaamheden, namelijk het verlenen van AWBZ-zorg in natura, een structureel en een zeer wezenlijk onderdeel vormen van de bedrijfsvoering van de zorgaanbieder.
19. Dat de zorgaanbieder de regie voert over de te verlenen zorg en de verantwoording draagt voor de bij hem werkzame zorgverleners en de (kwaliteits)eisen waaraan deze zorgverleners moeten voldoen, volgt naar het oordeel van de rechtbank ook uit de bij 1.9. bedoelde overeenkomst tussen de zorgaanbieder en de zorgvrager en de daarop van toepassing zijnde Algemene Voorwaarden (zie 1.10.).
20. Gezien het belang dat met de werkzaamheden van de zorgverlener is gemoeid – de zorg is van essentieel belang voor het welzijn van zorgvragers – en het feit dat de werkzaamheden structureel een zeer wezenlijk onderdeel uitmaken van de bedrijfsvoering van de zorgaanbieder, ligt het binnen de verhouding zorgaanbieder en zorgverlener voor de hand dat er aanwijzingen en opdrachten in het kader van de uitvoering van die werkzaamheden zullen worden gegeven.
21. De rechtbank overweegt verder dat de zorgaanbieder weliswaar bevoegd is bij de verlening van de zorg een derde (onderaanneming) in te schakelen, maar dit geschiedt voor eigen rekening en risico van de zorgaanbieder en doet niet af aan de verplichtingen van de zorgaanbieder uit hoofde van de onder 1.12. vermelde overeenkomst. Bovendien dient volgens de bij 1.12. bedoelde overeenkomst de onderaannemer zelf ook te kwalificeren als zorgaanbieder in de zin van de WTZi (onderdeel g onder “Begrippen” van “DEEL III: ALGEMEEN DEEL”). Bedacht moet worden dat de zorgaanbieder volledig verantwoordelijk en aansprakelijk is en blijft voor alle aspecten van de door de ingeschakelde derde geleverde zorg. De zorgaanbieder is verplicht het zorgkantoor van de gegevens van die ingeschakelde derde partij op de hoogte te stellen en het zorgkantoor te informeren over hoe de kwaliteit van zorg is gewaarborgd (artikel 10 van “Deel III: ALGEMEEN DEEL” van de bij 1.12. bedoelde overeenkomst). Het zorgkantoor heeft bovendien het recht om de door de zorgaanbieder ingeschakelde derde te weigeren. De bevoegdheid van de zorgaanbieder om bij de zorgverlening een derde in te schakelen, doet naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet af aan hetgeen de rechtbank bij 13. tot en met 20. heeft overwogen.
22. Gelet op het voorgaande, is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een gezagsverhouding tussen eiseres en de zorgaanbieders waarvoor zij, al dan niet via [Bemiddelingsinstelling D] , AWBZ-zorg in natura heeft verleend. Dit leidt tot het oordeel dat eiseres niet over de voor het ondernemerschap benodigde zelfstandigheid beschikt.
23. Aan het bij 22. gegeven oordeel doet niet af dat eiseres bij de uitoefening van haar werkzaamheden een grote mate van vrijheid en zelfstandigheid heeft en de aanwijzingen en het toezicht van de zorgaanbieders voor haar in de praktijk weinig voelbaar is. Deze professionele autonomie is naar het oordeel van de rechtbank inherent aan het werk van een zorgverlener en laat onverlet dat de zorgaanbieder bevoegd is om bindende aanwijzingen te geven omtrent de te verrichten werkzaamheden. Deze opdrachten of aanwijzingen hoeven niet feitelijk te worden gegeven. Het is voldoende dat ze, indien nodig, kúnnen worden gegeven. De wederpartij moet de bevoegdheid ertoe hebben. Dat eiseres zelf intake-gesprekken voert en dat eiseres een inbreng heeft bij het vaststellen van het zorgplan bevordert het leveren van zorg op maat en doet aan het voorgaande niet af. Daarbij wijst de rechtbank erop dat de zorgaanbieder het zorgplan dient te ondertekenen voor de wijzigingen ( artikel 2, zevende lid van “Deel III: ALGEMEEN DEEL” (zie 1.12)).
24. Het door eiseres gestelde debiteurenrisico dat zij loopt in het geval de zorgaanbieder de factuur niet betaalt, doet zich naar het oordeel van de rechtbank feitelijk nagenoeg niet voor. Immers, voor de door eiseres te verrichten werkzaamheden is reeds op voorhand een budget vastgesteld en beschikbaar, dat wordt beheerd door het zorgkantoor, en waaruit de zorgaanbieder eiseres betaalt. De rechtbank overweegt voorts dat voor zover al een debiteurenrisico aanwezig zou zijn, het risico dat eiseres loopt om geen vergoeding voor haar werkzaamheden te ontvangen feitelijk niet anders is dan het risico dat een werknemer loopt op het niet uitbetaald krijgen van loon. Ook het risico ten aanzien van het uitblijven van voldoende inkomsten bij geen of te weinig werkaanbod dan wel bij ziekte of vakantie kan niet worden aangemerkt als ondernemersrisico, nu een oproep-/uitzendkracht eenzelfde risico loopt.
25. Niet is gebleken dat op eiseres binnen het kader van AWBZ-zorg in natura een grotere verantwoordelijkheid rust dan bij individueel werkende zorgverleners in dienstbetrekking. Dat eiseres geen inkomsten heeft wanneer zij wegens ziekte of het uitblijven van werkaanbod geen werkzaamheden verricht of wanneer zij door faillissement van een schuldenaar niet betaald wordt, maakt haar geen ondernemer, aangezien ook een oproep-/uitzendkracht een dergelijk financieel risico loopt. Dat eiseres een beroepsaansprakelijkheidsverzekering heeft afgesloten, maakt het voorgaande oordeel niet anders. Eiseres heeft immers niet aannemelijk gemaakt dat zij – binnen het kader van AWBZ-zorg in natura – een verdergaande aansprakelijkheid heeft dan zorgverleners in dienstbetrekking.
26. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat van zelfstandigheid van eiseres ten opzichte van de zorgaanbieder geen sprake is en dat eiseres geen feiten en omstandigheden aannemelijk heeft gemaakt op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat eiseres ondernemersrisico loopt. De rechtbank is dan ook van oordeel dat eiseres geen ondernemer is in de zin van artikel 3.4 en/of 3.5 van de Wet IB.
27. De rechtbank komt vervolgens toe aan de vraag of verweerder de aan eiseres voor het jaar 2014 gegeven beschikking VAR-Wuo terecht heeft herzien in een beschikking VAR-Loon. De rechtbank overweegt hiertoe in de eerste plaats dat, zoals de rechtbank bij 22. heeft geconcludeerd, sprake is van een gezagsverhouding tussen eiseres en de zorgaanbieders waarvoor zij AWBZ-zorg in natura heeft verricht. In de tweede plaats overweegt de rechtbank dat de zorgaanbieder aan eiseres een vergoeding is verschuldigd voor de gewerkte uren. In de derde plaats acht de rechtbank aannemelijk dat sprake is van een verplichting tot het persoonlijk verrichten van arbeid. Indien en voor zover al sprake zou zijn van een situatie waarin eiseres zelf zorg draagt voor vervanging, acht de rechtbank niet aannemelijk dat die vervanging, zonder toestemming van de zorgaanbieder, door een willekeurige derde zou kunnen plaatsvinden. Dit wordt ondersteund door de verklaring van de gemachtigde van eiseres ter zitting dat een vervanger niet factureert aan eiseres, maar rechtstreeks door de zorgaanbieder wordt betaald. De zorgaanbieder blijft derhalve aansprakelijk voor de dienstverlening (kwaliteit van zorg) van een derde partij die hij bij de zorgverlening inschakelt en de zorgaanbieder is verplicht het zorgkantoor van de gegevens van die derde partij op de hoogte te stellen en het zorgkantoor te informeren over hoe de kwaliteit van zorg is gewaarborgd. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de verhouding tussen eiseres en de zorgaanbieder als een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek dient te worden aangemerkt.
28. Gelet op het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat verweerder voor het jaar 2014 terecht een VAR-Loon heeft afgegeven. De vraag of eiseres in (fictieve) dienstbetrekking staat tot [Bemiddelingsinstelling D] behoeft geen beantwoording meer.
29. Het beroep is ongegrond
Proceskosten
30. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.B.A. Brummer, voorzitter, en mr. M. van den Bosch en mr. S.J. Swaters, leden, in aanwezigheid van mr. W. Kuik, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 september 2015.
w.g. griffier
w.g. voorzitter
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
fn 62