RCR 2017/59
Aannemingsovereenkomst. Is de omzetting van een verbintenis tot nakoming in een tot vervangende schadevergoeding gerechtvaardigd, gelet op de ondergeschikte betekenis van de tekortkoming?
HR 21-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:743
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/04074
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS926603:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:743, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1172, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 18‑11‑2016
- Wetingang
Art. 6:87 lid 2, 6:248 lid 2 BW; art. 25 Rv
Essentie
Aannemingsovereenkomst. Nakoming. Vervangende schadevergoeding. Redelijkheid en billijkheid.
Is de omzetting van een verbintenis tot nakoming in een tot vervangende schadevergoeding gerechtvaardigd, gelet op de ondergeschikte betekenis van de tekortkoming?
Samenvatting
Partijen hebben een aannemingsovereenkomst gesloten, op grond waarvan eiseres tegen een vaste som van € 292.000 verbouwingswerkzaamheden aan de keuken en de badkamers van verweerder zou verrichten. Vervolgens is tussen partijen discussie ontstaan over de kwaliteit van het tegelwerk van de badkamers en de afwerking van de keukenvloer, die een aflopend niveau zou hebben en een knik zou vertonen. Nadat verweerder zijn vorderingen in eerste aanleg, inhoudende een bevel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.