TvI 2021/32
HR, 18-12-2020, nr. 20/00303
HR 18-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:2100, m.nt. Mr. J.E.P.A. van Hooff
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 december 2020
- Zaaknummer
20/00303
- Noot
Mr. J.E.P.A. van Hooff
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS291745:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:2100, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:741, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑08‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑01‑2020
Samenvatting
Insolventieprocesrecht. Gevolgen van faillissement voor niet-aanhangige procedure die voor faillissement is aangevangen. De Hoge Raad komt terug van HR 16 januari 2009, JOR 2009/95 (Wertenbroek q.q./Erven Van Vlerken) en HR 23 september 2011, JOR 2011/354 (Dekker q.q./Van Schijndel). Procedure tegen de failliet heeft voldoening uit de boedel ten doel. Op de dag van faillietverklaring is er al uitspraak gedaan in eerste aanleg, maar is het hoger beroep nog niet aanhangig. De Hoge Raad oordeelt dat in een dergelijk geval, na instelling van het hoger beroep, de procedure van rechtswege wordt geschorst op grond van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.