RvdW 2018/1061:Verandering in regels van sanctierecht (art. 1 lid 2 Sr). Ontoereikende motivering strafoplegging, nu het hof ten onrechte art. 341 (oud) Sr met een strafmaximum van zes jaren gevangenisstraf heeft toegepast in plaats van het uit art. 344a Sr voortvloeiende mildere sanctieregime (strafmaximum van vier jaren) en het derhalve bij de strafmotivering een onjuist strafmaximum tot uitgangspunt heeft genomen. Volgen partiële vernietiging en terugwijzing.