RvdW 2018/1061
Verandering in regels van sanctierecht (art. 1 lid 2 Sr). Ontoereikende motivering strafoplegging, nu het hof ten onrechte art. 341 (oud) Sr met een strafmaximum van zes jaren gevangenisstraf heeft toegepast in plaats van het uit art. 344a Sr voortvloeiende mildere sanctieregime (strafmaximum van vier jaren) en het derhalve bij de strafmotivering een onjuist strafmaximum tot uitgangspunt heeft genomen. Volgen partiële vernietiging en terugwijzing.
HR 18-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1683
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 september 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/05803
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1683, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1002, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑2018
Essentie
Verandering in regels van sanctierecht (art. 1 lid 2 Sr). Ontoereikende motivering strafoplegging, nu het hof ten onrechte art. 341 (oud) Sr met een strafmaximum van zes jaren gevangenisstraf heeft toegepast in plaats van het uit art. 344a Sr voortvloeiende mildere sanctieregime (strafmaximum van vier jaren) en het derhalve bij de strafmotivering een onjuist strafmaximum tot uitgangspunt heeft genomen. Volgen partiële vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
18 september 2018
Strafkamer
nr. S 16/05803
LBS/CB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 23 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.