RFR 2018/67
Huwelijksvermogensrecht. Hoe dient een (latente) belastingclaim over de lijfrentepolissen berekend te worden?
HR 23-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:281
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 februari 2018
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/01505
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928763:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:281, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1254, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑03‑2017
- Wetingang
Art. 3:182 BW e.v.
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Echtelijke woning. Verdeling huwelijksgemeenschap.
Welke datum geldt als peildatum voor de waardering van de woning? Hoe dient een (latente) belastingclaim over de lijfrentepolissen berekend te worden?
Samenvatting
Partijen waren van 1976 tot 2011 gehuwd op huwelijkse voorwaarden met een verrekenbeding. Ze moesten met elkaar afrekenen, alsof tussen hen een algehele gemeenschap van goederen heeft bestaan. De rechtbank stelde de peildatum voor de waardering van de voormalige echtelijke woning vast op 25 juli 2013. Voorts hanteerde de rechtbank een belastinglatentie van 42% ten aanzien van de waardering van de lijfrentepolissen. In appel overwoog het hof dat partijen aanvankelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.