Einde inhoudsopgave
Wet financiële markten BES
Artikel 2:14 (wijziging of intrekking van de vergunning)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
01-12-2011, Stb. 2011, 612 (uitgifte: 20-12-2011, kamerstukken: 32784)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, Stb. 2012, 240 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
De toezichtautoriteit kan een door haar verleende vergunning wijzigen dan wel geheel of gedeeltelijk intrekken op verzoek van de vergunninghouder en voorts indien:
- a.
de gegevens of bescheiden die bij de aanvraag om vergunning zijn verstrekt, onjuist of onvolledig blijken en kennis omtrent de juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing op de aanvraag zou hebben geleid;
- b.
zich omstandigheden voordoen of feiten bekend worden op grond waarvan, zo zij zich hadden voorgedaan of bekend waren geweest voor het tijdstip waarop de vergunning werd verleend, de vergunning zou zijn geweigerd;
- c.
de vergunninghouder niet of niet meer voldoet aan de bij of krachtens deze wet gestelde regels dan wel de aan de vergunning verbonden voorschriften of gestelde beperkingen niet naleeft;
- d.
uit de verklaring omtrent de getrouwheid, bedoeld in artikel 3:35, tweede lid, of 3:36, tweede lid, of het actuarieel verslag, bedoeld in artikel 3:36, derde lid, niet blijkt dat de jaarrekening of de staten van de onderneming een getrouw beeld geeft of geven van de grootte en de samenstelling van de onderneming of van het resultaat over het desbetreffende boekjaar;
- e.
de vergunninghouder geen of onvolledig gevolg heeft gegeven aan een krachtens artikel 7:12 of 7:13 gegeven aanwijzing;
- f.
de vergunninghouder de bij of krachtens de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BESof de Sanctiewet 1977 gestelde regels niet naleeft;
- g.
niet binnen twaalf maanden na verlening van de vergunning met de vergunde activiteit daadwerkelijk een aanvang is gemaakt;
- h.
de vergunninghouder de vergunde activiteit heeft beëindigd of de uitoefening van zijn beroep of bedrijf gedurende meer dan twaalf maanden heeft gestaakt;
- i.
de vergunninghouder de onderneming ten behoeve waarvan de vergunning is verleend, geheel of gedeeltelijk overdraagt;
- j.
de vergunninghouder oneigenlijk gebruik of misbruik maakt van de vergunning;
- k.
de belangen die deze wet beoogt te beschermen, zich tegen instandhouding of ongewijzigde instandhouding van de vergunning verzetten.