Einde inhoudsopgave
Wet financiële markten BES
Artikel 7:12 (algemene aanwijzingsbevoegdheid)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
01-12-2011, Stb. 2011, 612 (uitgifte: 20-12-2011, kamerstukken: 32784)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, Stb. 2012, 240 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
De toezichtautoriteit kan een financiële onderneming of andere persoon die niet voldoet aan een ingevolge de artikelen 1:7, tweede lid, 1:26, 1:27, 2:1 tot en met 2:3, 2:12, 2:17, 2:18, 2:21 tot en met 2:23, de hoofdstukken 3 tot en met 5, de artikelen 7:10, vierde lid, en 7:11, eerste lid, of hoofdstuk 8, paragrafen 1 en 2, op hem of haar rustende verplichting, een aanwijzing geven.
2.
Voorts kan de Nederlandsche Bank een financiële onderneming een aanwijzing geven, indien zij tekenen ontwaart van een ontwikkeling die de integere of beheerste bedrijfsuitoefening, het eigen vermogen, de solvabiliteit of de liquiditeit van die financiële onderneming in gevaar kunnen brengen.
3.
De beslissing tot het geven van een aanwijzing is met redenen omkleed en wordt schriftelijk bekendgemaakt aan degene tot wie de aanwijzing is gericht.
4.
Een aanwijzing strekt niet tot aantasting van overeenkomsten tussen degene tot wie de aanwijzing is gericht, en derden.