RvdW 2016/259
1. Afwijzing verzoek gijzeling getuige. 2. Vordering herroeping v.i.
HR 02-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:177
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 februari 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
15/00705
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:177, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2605, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2606, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑04‑2015
- Wetingang
Art. 15i lid 2 en lid 3, 294 lid 1 Sv; art. 6 lid 1 EVRM
Essentie
1. Afwijzing van het verzoek tot gijzeling van de gedetineerde getuige op de grond dat gijzeling niet dringend noodzakelijk is voor het onderzoek. Daarbij heeft het hof in aanmerking genomen dat de getuige zich in detentie bevindt en een gijzeling derhalve ‘niet effectief’ is. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd.
2. De omstandigheid dat een vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling in strijd met art. 15i lid 2 Sr niet ‘onverwijld’ ingediende kan niet leiden tot niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in die vordering. 's Hofs oordeel dat de vordering niet zodanig laat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.