RvdW 2013/908
Niet-ontvankelijkverklaring verdachte in hoger beroep. De inhoud van de aan de cassatieschriftuur gehechte kopieën biedt grond voor het ernstige vermoeden dat namens verdachte een schriftuur houdende grieven is ingediend.
HR 25-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:8
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 juni 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, V. van den Brink
- Zaaknummer
11/02386
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:8, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:5, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2013
Essentie
Niet-ontvankelijkverklaring verdachte in hoger beroep. De inhoud van de aan de cassatieschriftuur gehechte kopieën biedt grond voor het ernstige vermoeden dat namens verdachte een schriftuur houdende grieven is ingediend.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 11 februari 2011, nummer 21/003378-10, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv.: mr. A.J.M. Bommer, te Rotterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1.
Het gerechtshof te Arnhem heeft bij arrest van 11 februari 2011 de verdachte bij verstek met toepassing van art. 416, tweede lid, Sv ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.