NJB 2017/1863:Deurwaarders-kort geding. Bevoegdheidsverdeling tussen de dwangsomrechter en de executierechter. Schuldeisersverzuim. Een schuldenaar wordt veroordeeld tot afgifte van roerende zaken aan een schuldeiser, op straffe van verbeurte van dwangsommen. Nadat de veroordeling is betekend, wordt ten laste van de schuldeiser derdenbeslag gelegd onder de schuldenaar. De schuldenaar geeft de roerende zaken daarom niet af aan de schuldeiser. De schuldeiser meent dat de schuldenaar dwangsommen heeft verbeurd, de schuldenaar meent van niet. De executerende deurwaarder wendt zich tot de voorzieningenrechter. Hoge Raad: Indien onder een schuldenaar ten laste van zijn schuldeiser derdenbeslag wordt gelegd, is sprake van schuldeisersverzuim, gedurende welke de schuldenaar geen dwangsommen kan verbeuren. Het oordeel dat zodanige situatie zich voordoet, is aan de executierechter