V-N 2019/7.17
Naheffingsaanslag parkeerbelasting niet naar evenredigheid verlaagd
HR 18-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:56, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 januari 2019
- Magistraten
De Groot, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
18/03317
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS930350:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑01‑2019
ECLI:NL:HR:2019:56, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1302, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑11‑2018
- Wetingang
Essentie
Volgens de Hoge Raad mocht de heffingsambtenaar forfaitair, op basis van een parkeerduur van een uur, parkeerbelasting naheffen.
Samenvatting
Belanghebbende, X, parkeert op 29 maart 2017 om 13.58 uur zijn auto op een betaald parkeren plek. X betaalt € 1 aan parkeerbelasting. Het parkeerkaartje vermeldt 13.58 uur als begintijd en 14.21 uur als eindtijd. Parkeercontroleurs constateren dat de auto om 14.24 uur nog op de parkeerplaats staat geparkeerd. Voor de overschrijding van drie minuten wordt de in geschil zijnde naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 63,50 opgelegd, bestaande uit € 2,60 aan nageheven parkeerbelasting (tarief voor één uur parkeren) en € 60,90 aan kosten. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.