Hof Amsterdam, 29-10-2015, nr. 23-001894-15
ECLI:NL:GHAMS:2015:4435
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
29-10-2015
- Zaaknummer
23-001894-15
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2015:4435, Uitspraak, Hof Amsterdam, 29‑10‑2015; (Hoger beroep)
Uitspraak 29‑10‑2015
Inhoudsindicatie
Geldigheid dagvaarding bij tenlastelegging grootschalig bezit kinderporno. “Door (per categorie) specifieke kenmerken van de afbeeldingen van seksuele gedragingen te beschrijven, in combinatie met de voorhanden zijnde toonmap en in samenhang bezien met het dossier, is de tenlastelegging voldoende geconcretiseerd en specifiek en voldoet deze aan de eis van voldoende duidelijke opgave van het feit. De verdachte heeft kunnen begrijpen wat hem wordt verweten. Ook overigens voldoet de onderhavige tenlastelegging aan de vereisten van artikel 261 Sv. Het hof acht de dagvaarding daarom geldig. Het oordeel dat de dagvaarding geldig is, neemt niet weg dat het hof onmiddellijk onderkent dat deze wijze van ten laste leggen een onwenselijke verzwaring van de werklast voor de rechter en de verdediging bij (de voorbereiding van) het te houden onderzoek ter terechtzitting betekent. Het verdient dan ook verreweg de voorkeur, óók om te voorkomen dat de tenlastelegging in een zoekplaatje voor de rechter en de verdediging ontaardt, de tenlastelegging in te kleden op de wijze zoals de Hoge Raad in zijn reeds genoemde arrest van 24 juni 2014 heeft geschetst.”
parketnummer: 23-001894-15
datum uitspraak: 29 oktober 2015
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 26 maart 2015 in de strafzaak onder parketnummer
15-800335-14 tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1945,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
15 oktober 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 februari 2012 tot en met
07 oktober 2013 te Purmerend, in elk geval in Nederland,
(telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten 446.267 (446.263 + 4), dan wel 19.415 (19.411 + 4) foto('s) en/of 538, dan wel 26 film(s) en/of
(telkens) (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) - (te weten: een computer (merk LG) en/of een harde schijf (merk Western Digital, type Caviar-blue) en/of een harde schijf (merk Western Digital, type Caviar-green) en/of een externe harde schijf en/of een USB-stick blauw),
althans (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende een (groot aantal) afbeelding(en),
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (telkens) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - (telkens) bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal penetreren (met de penis) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met de penis)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij zijn/haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/ filmfragmenten van zijn/haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/ film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, (telkens) een gewoonte heeft gemaakt.
Onder de tenlastelegging is op de dagvaarding vermeld:
MEDEDELINGEN:
De Officier van Justitie deelt mede dat een representatieve collectie van bovengenoemde afbeeldingen/filmfragmenten is samengesteld, maar ter voorkoming van strafbare feiten en verdere verspreiding van bovengenoemd materiaal, niet in het dossier zijn gevoegd en ook niet in afschrift zullen worden verstrekt. De Officier van Justitie zal deze collectie als stuk van overtuiging op de terechtzitting aanwezig hebben en aan de rechtbank overleggen. Voorafgaand aan de terechtzitting kan inzage in genoemd materiaal verleend worden op afspraak met de Officier van Justitie.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een ander oordeel ten aanzien van de geldigheid van de dagvaarding komt, en de zaak zal worden teruggewezen naar de rechtbank Noord- Holland, locatie Alkmaar, om opnieuw recht te doen op de inleidende dagvaarding.
Geldigheid van de dagvaarding
Procesgang
In de onderhavige zaak is aan de verdachte – kort samengevat – ten laste gelegd dat hij een gewoonte heeft gemaakt van – onder meer – het (meermalen) verspreiden, verwerven en/of bezitten van een grote hoeveelheid – kort gezegd – kinderporno. De rechtbank Noord-Holland heeft de dagvaarding nietig verklaard op de grond dat aan de omschrijving van de seksuele gedragingen in de dagvaarding onvoldoende feitelijke invulling was gegeven.
De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Aanbeveling aangaande de tenlastelegging van het grootschalig bezit van kinderporno
Het hof stelt voorop dat het aanbeveling verdient de tenlastelegging in zaken die het grootschalig bezit van kinderporno betreffen op die wijze in te richten zoals door de Hoge Raad in zijn arrest van 24 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1497, weergegeven. In dit arrest heeft de Hoge Raad onder meer overwogen:
“3.7. (…) in verband met de wenselijkheid in gevallen als de onderhavige van begrenzing van enerzijds de omvang van het voorbereidend onderzoek en anderzijds de omvang van het onderzoek ter terechtzitting, leidt het voorgaande ertoe dat de steller van de tenlastelegging zich bij voorkeur zou moeten beperken tot het beschrijven van een gering aantal afbeeldingen, zo mogelijk ten hoogste vijf zonder in de tenlastelegging zelf enige aanduiding van of verwijzing op te nemen naar een wellicht grotere hoeveelheid waarvan die afbeeldingen deel uitmaken.
3.8.1 In geval van bewezenverklaring van het handelen van de verdachte met betrekking tot een of meer van die in de tenlastelegging omschreven afbeeldingen kan vervolgens bij de straftoemeting op verschillende manieren rekening worden gehouden met het grootschalige karakter van het delict.”
Hierna zet de Hoge Raad uiteen op welke manieren dat zou kunnen.
In zijn arrest van 20 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BS1739, had de Hoge Raad al overwogen dat niets zich ertegen verzet dat ingeval het gaat om een groot aantal afbeeldingen de steller van de tenlastelegging zich beperkt tot een selectie van (representatieve) afbeeldingen. Hetzelfde geldt indien, zoals in de onderhavige zaak, is tenlastegelegd dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het misdrijf. In zo een geval behoeven in de tenlastelegging niet meer afbeeldingen te worden beschreven dan nodig is om, indien de pluraliteit van de aan de verdachte verweten handelingen is bewezen, te kunnen kwalificeren als het maken van een gewoonte.
Het hof merkt evenwel op dat voornoemde wijze van ten laste leggen door de Hoge Raad in het arrest van 24 juni 2014 is aangereikt in zijn streven enkele pragmatische uitgangspunten te formuleren wat betreft de strafrechtelijke beoordeling van het op grotere schaal voorhanden hebben van kinderporno en derhalve niet kan worden bestempeld als door de Hoge Raad dwingend voorgeschreven.
Daarnaast dient in het oog te worden gehouden dat het in dit stadium van de procedure de beoordeling van de geldigheid van de dagvaarding betreft en niet de bewijsrechtelijke beoordeling.
Beoordeling onderhavige tenlastelegging
In de zaak die thans in hoger beroep voorligt, heeft het Openbaar Ministerie niet de door de Hoge Raad aanbevolen wijze van ten laste leggen gehanteerd.
Het hof heeft te oordelen of deze tenlastelegging voldoet aan de vereisten van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (Sv), waarbij heeft te gelden dat het in de delictsomschrijving van artikel 240b lid 1 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) voorkomende bestanddeel “afbeelding van een seksuele gedraging” op zichzelf onvoldoende feitelijke betekenis heeft. Om te voldoen aan de in artikel 261 lid 1 Sv neergelegde eis van opgave van het feit is een (nadere) feitelijke omschrijving van die afbeelding in de tenlastelegging vereist.
Het hof constateert dat in de tenlastelegging:
- -
een (totale) hoeveelheid afbeeldingen is vermeld;
- -
de gegevensdragers waarop afbeeldingen zijn aangetroffen, zijn omschreven;
- -
in algemene bewoordingen feitelijk is omschreven waaruit de seksuele gedragingen op de afbeeldingen bestonden, opgedeeld in categorieën;
- -
de formulering in de tenlastelegging aansluit op de beschrijving van de zich in het dossier bevindende collectiescan, die als bijlage II is opgenomen bij het proces-verbaal onderzoek inbeslaggenomen goed van 2 april 2014 (proces-verbaalnummer 12KP Kia-BEV-01, doorgenummerde dossierpagina 54 e.v.);
en dat bovendien in de dagvaarding is verwezen naar de zogeheten ‘toonmap’ die een representatieve collectie van de in de tenlastelegging genoemde afbeeldingen bevat.
In het proces-verbaal van 2 april 2014 is gerelateerd dat de beoordeling of een afbeelding al dan niet kinderpornografisch van aard is, door de verbalisanten (onder wie een daartoe bevoegde en gecertificeerde zedenrechercheur) is verricht met gebruikmaking van de criteria gegeven in de Aanwijzing kinderpornografie van het College van procureurs-generaal. Voorts is gerelateerd dat de verbalisanten hebben vastgesteld dat op de inbeslaggenomen digitale gegevensdragers tenminste 445.000 afbeeldingen, onder te verdelen in 500 films en 444.500 foto’s, voorkwamen die volgens de criteria kinderpornografisch zijn. Al deze afbeeldingen zijn bekeken en de inhoud van de zogenaamde benaderbare (“accessible”) afbeeldingen is verwerkt in genoemde collectiescan. Volgens het dossier is overigens sprake van automatische back-ups, waardoor aantallen afbeeldingen werden vermenigvuldigd. Tenslotte is gerelateerd dat uit de collectiescan een representatieve doorsnee van vijf afbeeldingen in een fotomap is samengesteld, die als afzonderlijke toonmap (via de officier van justitie) beschikbaar is.
Door (per categorie) specifieke kenmerken van de afbeeldingen van seksuele gedragingen te beschrijven, in combinatie met de voorhanden zijnde toonmap en in samenhang bezien met het dossier, is de tenlastelegging voldoende geconcretiseerd en specifiek en voldoet deze aan de eis van voldoende duidelijke opgave van het feit. De verdachte heeft kunnen begrijpen wat hem wordt verweten. Ook overigens voldoet de onderhavige tenlastelegging aan de vereisten van artikel 261 Sv. Het hof acht de dagvaarding daarom geldig.
Het oordeel dat de dagvaarding geldig is, neemt niet weg dat het hof onmiddellijk onderkent dat deze wijze van ten laste leggen een onwenselijke verzwaring van de werklast voor de rechter en de verdediging bij (de voorbereiding van) het te houden onderzoek ter terechtzitting betekent. Het verdient dan ook verreweg de voorkeur, óók om te voorkomen dat de tenlastelegging in een zoekplaatje voor de rechter en de verdediging ontaardt, de tenlastelegging in te kleden op de wijze zoals de Hoge Raad in zijn reeds genoemde arrest van 24 juni 2014 heeft geschetst.
Indien het openbaar ministerie desalniettemin zou volharden in de onderhavige wijze van ten laste leggen verdient het aanbeveling dat de beschrijving van de collectiescan wordt aangevuld met bestandsnamen van de kinderpornografische afbeeldingen die zich in de toonmap bevinden, welke afbeeldingen meer specifiek in een proces-verbaal worden beschreven, zoals in de onderhavige zaak in hoger beroep in een aanvullend proces-verbaal van 14 september 2015 is gebeurd.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Wijst de zaak terug naar de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, teneinde op de inleidende dagvaarding opnieuw recht te doen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. W.M.C. Tilleman en mr. P.H.M. Kuster, in tegenwoordigheid van
J.K. Krijnen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
29 oktober 2015.
mr. P.H.M. Kuster is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen
=========================================================================
[....]