JWB 2016/105
Insolventierecht
HR 04-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:358
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 maart 2016
- Zaaknummer
15/05309
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:358, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:68, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑01‑2016
- Wetingang
Art. 80a lid 1 RO, 350 Fw
Essentie
Insolventierecht
Samenvatting
Casus
Aanleiding voor deze procedure is de tussentijdse beëindiging van een wettelijke schuldsaneringsregeling vanwege het verzuimen van het voldoen aan de informatieplicht.
Rechtsvraag
-
Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk. De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden. Daarbij verwijst de Hoge Raad naar het standpunt van de Procureur-Generaal onder 3 - 4. De P-G is van oordeel dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.