RvdW 2015/993
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Wet Bopz. Last tot inbewaringstelling op voet art. 20 e.v. Wet Bopz; onrechtmatige last in zin art. 28 Wet Bopz?; vereiste psychiatrisch onderzoek voorafgaand aan vrijheidsontneming of ‘immediately after the arrest’; maatstaf ‘immediately after the arrest’; richtsnoer; schadevergoeding ten laste van gemeente.
HR 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2747
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 september 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
15/00760
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Gezondheidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2747, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1719, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑07‑2015
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Wet Bopz. Last tot inbewaringstelling op voet art. 20 e.v. Wet Bopz; onrechtmatige last in zin art. 28 Wet Bopz?; vereiste psychiatrisch onderzoek voorafgaand aan vrijheidsontneming of ‘immediately after the arrest’; maatstaf ‘immediately after the arrest’; richtsnoer; schadevergoeding ten laste van gemeente.
De maatregel van inbewaringstelling en de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling als voorzien in Hoofdstuk II, paragraaf 3, Wet Bopz zijn gericht op de rechtmatige detentie van geesteszieken als bedoeld in art. 5 lid 1, aanhef en onder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.