FED 2018/3
Heffing van vermogensrendementsheffing over de waarde van een verhuurde bovenwoning is niet in strijd met het eigendomsgrondrecht
HR 29-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2517, m.nt. T.C. Gerverdinck
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 september 2017
- Magistraten
Mrs. Numan, Streefkerk, Snijders, De Groot, Polak
- Zaaknummer
16/01584
- Conclusie
A-G van Oven
- Noot
T.C. Gerverdinck
- JCDI
JCDI:ADS274056:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2517, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:978, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑05‑2017
- Wetingang
Essentie
Heffing van vermogensrendementsheffing over de waarde van een verhuurde bovenwoning is niet in strijd met het eigendomsgrondrecht
Samenvatting
De belanghebbende heeft in 1997 een bovenwoning gekocht. Ten tijde van de aankoop was de bovenwoning verhuurd en dat is in het onderhavige jaar 2010 nog steeds het geval. Op de bovenwoning zijn de huurbeschermingsregels van afdeling 5 van titel van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Hierdoor mag de huur jaarlijks met niet meer dan een wettelijk vastgesteld percentage worden verhoogd. Bij de aanslagregeling is de bovenwoning in de grondslag voor de belastingheffing in box 3 betrokken naar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.