V-N 2019/58.12
Hoge Raad beoordeelt zaken die met art. 80a of art. 81 Wet RO worden afgedaan, ook inhoudelijk
HR 12-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1732, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 november 2019
- Magistraten
De Hullu, Van den Brink, Van Strien, Borgers, Claassens
- Zaaknummer
18/01991
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS170680:1
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Europees belastingrecht / Mensenrechten
Aanbestedingsrecht / Gunning
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1732, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1156, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑08‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑12‑2018
- Wetingang
art. 80a lid 4 en art. 81 lid 1 Wet RO; art. 14 lid 5 IVBPR; art. 6 EVRM
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de wettelijke mogelijkheid om cassatieberoepen zonder motivering af te doen bijdraagt aan een snellere behandeling en dat de cassatierechter mede hierdoor in staat is zich beter te concentreren op zijn kerntaken.
Samenvatting
Hof Amsterdam heeft X veroordeeld tot een werkstraf van 180 uren en subsidiair 60 dagen jeugddetentie. X stelt eerder door de rechtbank te zijn vrijgesproken, zodat de Hoge Raad het cassatieberoep niet zonder motivering (art. 80a lid 4 of art. 81 lid 1 Wet RO) mag verwerpen. In dat geval zou namelijk de vereiste ‘full review’ ( ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.