Einde inhoudsopgave
Regeling nationale veiligheidsvoorschriften luchtvaartuigen
Artikel 30
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2020
- Bronpublicatie:
16-06-2020, Stcrt. 2020, 31290 (uitgifte: 18-06-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/88503)
- Inwerkingtreding
01-10-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-06-2020, Stcrt. 2020, 31290 (uitgifte: 18-06-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/88503)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Voor het uitvoeren van testvluchten ter verkrijging van een aanvullend type-certificaat wordt door de aanvrager toestemming gevraagd.
2.
De aanvrager krijgt toestemming van de minister wanneer de aanvrager voldoet aan de eisen overeenkomstig Part 21, onderdelen 21.A.33 en 21A.35, van verordening (EU) nr. 748/2012.
3.
De toestemming voor het uitvoeren van testvluchten als bedoeld in het eerste lid wordt bij een ingrijpende wijziging van het type-ontwerp gegeven in de vorm van een speciaal-BvL.
4.
De toestemming voor het uitvoeren van testvluchten als bedoeld in het eerste lid wordt bij een geringe wijziging van het type-ontwerp gegeven in de vorm van een ontheffing op grond van artikel 3.21 van de Wet luchtvaart.