Hof Leeuwarden, 03-03-2011, nr. 24-000015-10
ECLI:NL:GHLEE:2011:BP6624, Cassatie: (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hof Leeuwarden
- Datum
03-03-2011
- Zaaknummer
24-000015-10
- LJN
BP6624
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHLEE:2011:BP6624, Uitspraak, Hof Leeuwarden, 03‑03‑2011; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2012:BX6758, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BK7211, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2012:BX6758
Uitspraak 03‑03‑2011
Inhoudsindicatie
Verdachte wordt ter zake van moord en openlijke geweldpleging veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren. Het hof heeft uiteen gezet waarom het voorbedachten rade bewezen heeft geacht. Het hof heeft met betrekking tot de moord het beroep op noodweer en noodweerexces verworpen.
Partij(en)
Parketnummer: 24-000015-10
Parketnummer eerste aanleg: 18-630325-09
Arrest van 3 maart 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 21 december 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1981] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
preventief gedetineerd in P.I. Veenhuizen,
gevangenis Norgerhaven te Veenhuizen,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. A. Moszkowicz, advocaat te Amsterdam.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf en heeft een maatregel opgelegd, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van 17 juni 2010 en 17 februari 2011, alsmede op het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het onder
- 1.
primair ten laste gelegde (medeplegen van moord) en het onder 2 primair ten laste gelegde (openlijk geweld) zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren en het in beslag genomen knipmes zal verbeurd verklaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Na de door de rechtbank toegelaten vordering nadere omschrijving tenlastelegging ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering is aan verdachte ten laste gelegd, dat:
- 1.
hij in of omstreeks de nacht van 19 juni 2009 op 20 juni 2009, te [plaats], in elk geval in de gemeente [gemeente],
(nadat de/het onder feit 2. ten laste gelegde feit(en) had(den) plaats gevonden en verdachte al dan niet tezamen en in vereniging met een ander of anderen het aan de [adres] staand café [naam] (wederom) was binnengegaan)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en al dan niet met voorbedachte rade een man, genaamd [slachtoffer], van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg,
- -
meermalen, althans eenmaal, met een of meer messen en/of schroevendraaiers en/of andere scherpe en/of puntige voorwerpen in de borst en/of de romp en/of de/een be(e)n(en) en/of het hoofd en/of elders in het lichaam van die [slachtoffer] gestoken en/of geprikt en/of gesneden, althans geraakt, en/of
- -
meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer] tegen het hoofd en/of tegen het lichaam geschopt en/of getrapt en/of gestompt en/of geslagen,
- -
en/of die [slachtoffer] een of meer kopstoten tegen diens hoofd en/of elders tegen diens lichaam gegeven,
tengevolge van welk een en/of ander voornoemde [slachtoffer] is overleden;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht leiden, dat
hij in of omstreeks de nacht van 19 juni 2009 op 20 juni 2009, te [plaats], in elk geval in de gemeente [gemeente],
(nadat de/het onder feit 2. ten laste gelegde feit(en) had(den) plaats gevonden en verdachte al dan niet tezamen en in vereniging met een ander of anderen het aan de [adres] staand café [naam] (wederom) was binnengegaan)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel, (te weten
- -
tien scherprandige huidperforaties met onderhuidse bloeduitstortingen aan de rug, romp links en het linkerbeen, en/of
- -
een of meer streepvormige scherprandige sneden in de huid tot net in de weke delen zonder perforaties in/aan de rechter knieholte, het linker onderbeen en/of het behaarde hoofd, en/of
- -
huidverkleuringen door bloeduitstortingen over vrijwel het gehele lichaam, en/of
- -
klieving van de top over een deel van de linker kamer (achterwand) van het hart over een lengte van 6 centimeter en over de gehele breedte van de hartspier, en/of
- -
perforatie van de linkerlong onderkwab, en/of
- -
volledige overdwarse klieving van de zevende rib links zijwaarts in het benig deel)
heeft toegebracht, door deze tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, opzettelijk en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg,
- -
meermalen, althans eenmaal, met een of meer messen en/of schroevendraaiers en/of andere scherpe en/of puntige voorwerpen in de borst en/of de romp en/of de/een be(e)n(en) en/of het hoofd en/of elders in het lichaam van die [slachtoffer] te steken en/of te prikken en/of te snijden, althans te raken, en/of
- -
meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer] tegen het hoofd en/of tegen het lichaam te schoppen en/of te trappen en/of te stompen en/of te slaan, en/of
- -
die [slachtoffer] een of meer kopstoten tegen diens hoofd en/of elders tegen diens lichaam te geven,
terwijl dat feit de dood van die [slachtoffer] ten gevolge heeft gehad;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht leiden, dat
hij in of omstreeks de nacht van 19 juni 2009 op 20 juni 2009, te [plaats], in elk geval in de gemeente [gemeente],
(nadat de/het onder feit 2. ten laste gelegde feit(en) had(den) plaats gevonden en verdachte al dan niet tezamen en in vereniging met een ander of anderen het aan de [adres] staand café [naam] (wederom) was binnengegaan)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade, mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer], opzettelijk en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg,
- -
meermalen, althans eenmaal, met een of meer messen en/of schroevendraaiers en/of andere scherpe en/of puntige voorwerpen in de borst en/of de romp en/of de/een be(e)n(en) en/of het hoofd en/of elders in het lichaam van die [slachtoffer] heeft gestoken en/of geprikt en/of gesneden, althans geraakt, en/of
- -
meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer] tegen het hoofd en/of tegen het lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of gestompt en/of geslagen, en/of
- -
die [slachtoffer] een of meer kopstoten tegen diens hoofd en/of elders tegen diens lichaam heeft gegeven,
terwijl dat feit de dood van die [slachtoffer] ten gevolge heeft gehad;
- 2.
hij in of omstreeks de nacht van 19 juni 2009 op 20 juni 2009, te [plaats], in elk geval in de gemeente [gemeente],
(nadat verdachte en/of verdachtes mededader(s) die nacht voor de eerste maal het aan of nabij de [adres] staand café [naam] betraden)
met een ander of anderen, op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten het aan of nabij de [adres] staand café
[naam], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, genaamd [slachtoffer], welk geweld bestond uit het slaan, schoppen, trappen en/of schoppen van die [slachtoffer];
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht leiden, dat
hij in of omstreeks de nacht van 19 juni 2009 op 20 juni 2009, te [plaats], in elk geval in de gemeente [gemeente],
(nadat verdachte en/of verdachtes mededader(s) die nacht voor de eerste maal het aan of nabij de [adres] staand café [naam] betraden),
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]) heeft geslagen, gestompt, geschopt en/of getrapt, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Nadere bewijsoverwegingen
Op basis van het dossier en van het verhandelde ter terechtzitting van het hof
d.d. 17 februari 2011, stelt het hof de volgende feiten vast.
De eerste confrontatie (feit 2 primair)
Op vrijdagavond 19 juni 2009 heeft [slachtoffer] zich per taxi begeven naar café [naam] aan de [adres] te [plaats]. Daar kwam hij omstreeks 23.20 uur aan. Om ongeveer middernacht zijn ook verdachte, [getuige 5] en [getuige 6] in het café. Toen die drie mannen ontdekten dat [slachtoffer] in het café was, vielen ze [slachtoffer], die zich in de dartruimte achterin het café bevond, aan. Er ontstond een vechtpartij tussen hen en [slachtoffer]. Ze hebben [slachtoffer] daarbij geslagen en geschopt.1
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de nacht van 19 juni 2009 op 20 juni 2009 te [plaats] openlijk geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer].
Getuige [getuige 1] (barkeeper van café [naam]) is er vervolgens tussen gekomen en heeft het drietal verteld dat ze het café moesten verlaten. Dat hebben ze gedaan. [slachtoffer] is na afloop van de eerste confrontatie in het café gebleven. Hij heeft aan de confrontatie verwondingen aan zijn gezicht overgehouden.2 Uit het onderzoek is verder gebleken dat [slachtoffer] omstreeks 00.45 uur een taxirit had besteld vanaf café [naam].3
De tweede confrontatie (feit 1 primair)
Toen hij buiten voor café [naam] stond, was verdachte boos. Hij stond te schelden: "Die klootzak dit en die klootzak dat".4 Verdachte was gewond aan zijn hand.5 Om 00.31 uur heeft hij met zijn vader, medeverdachte [mededader], gebeld.
[mededader] heeft verdachte om 00.43 uur gebeld. Het is niet bekend wat er tijdens die beide gesprekken is gezegd.
Kort daarop, in elk geval vóór 00.54 uur, is [mededader] bij café [naam] gearriveerd en is daar vervolgens, vergezeld van verdachte, naar binnen gegaan. Beiden zijn op [slachtoffer] die zich nog steeds achterin in het café in de dartruimte bevond, afgestormd.
[mededader] heeft aangegeven dat hij [slachtoffer] vanaf de rugzijde bij diens schouders heeft vastgepakt en vervolgens van zich af heeft gedrukt, waardoor [slachtoffer] op de grond viel.6 In ieder geval brak er na het binnenstormen gelijk een vechtpartij uit achterin de bar.7 Volgens [getuige 6] heeft [mededader] [slachtoffer] vrijwel direct in het gezicht geslagen.8 Verdachte heeft tijdens deze confrontatie meermalen op [slachtoffer] ingestoken. Volgens getuige [getuige 2] stond [slachtoffer] toen nog. [getuige 2] heeft geprobeerd verdachte te stoppen, maar dat was tevergeefs. Tijdens dat steken heeft [slachtoffer] gegild en was ook [mededader] gewelddadig jegens [slachtoffer].9 Hij heeft [slachtoffer] kopstoten gegeven en hem in een armklem gehouden.10
Verdachte en [mededader] hebben na de confrontatie het café verlaten.
Op 20 juni 2009 om 00.54 uur is het alarmnummer 112 gebeld en is om een ambulance gevraagd omdat in café [naam] iemand was neergestoken. Nadat politie en ambulance kort daarop waren gearriveerd, is [slachtoffer] naar het [ziekenhuis] vervoerd. Daar is omstreeks 01.45 uur de dood bij [slachtoffer] geconstateerd.
Op 21 juni 2009 heeft Dr. V. Soerdjbalie-Maikoe, als arts en patholoog verbonden aan het NFI, pathologisch onderzoek verricht aan het lichaam van [slachtoffer].
Uit het door haar opgemaakte deskundigenverslag blijkt dat in het lichaam steekverwondingen zijn aangetroffen en daarnaast nog verschillende snijletsels en onderhuidse bloeduitstortingen. Eén van de steekwonden was in de borst links en had de 7e rib volledig gekliefd, de linker hartkamer over ca. 6 cm volledig door de wand ingesneden, eindigde op het binnenste hartvlies en had de linkerlong geperforeerd. De patholoog concludeert dat door dit letsel het intreden van de dood zonder meer wordt verklaard, omdat door dit letsel orgaanfunctieverlies en weefselschade door bloedverlies is opgetreden. De overige over het lichaam verspreide bloeduitstortingen en scherprandige huidperforaties hebben tevens bloedverlies tot gevolg gehad en daarmee bijgedragen aan het overlijden.11
Verdachte heeft bekend dat hij [slachtoffer] heeft gestoken. Hij heeft naar eigen zeggen gemerkt dat hij hem een paar keer heeft geraakt. Hij is degene die het in het deskundigenrapport genoemde fatale steek- en snijletsel heeft toegebracht.
Op basis van deze door het hof vastgestelde feiten en omstandigheden acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de nacht van 19 juni 2009 op 20 juni 2009 te [plaats] opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd.
Moord
De vraag is of er voldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte [slachtoffer] niet alleen opzettelijk van het leven heeft beroofd, maar dat hij dat ook - zoals is ten laste gelegd - met voorbedachten rade heeft gedaan.
Voor een bewezenverklaring van voorbedachten rade is voldoende dat komt vast te staan dat de verdachte tijd had om zich te beraden op het te nemen of het genomen besluit, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Het hof overweegt daartoe het volgende.
Na de eerste confrontatie heeft verdachte buiten het café met [getuige 7] gesproken. Beiden hebben toen over een mes gesproken.12 [getuige 7] heeft verdachte een mes gegeven. Dat heeft hij aan [getuige 6] en getuige [getuige 3] verteld.13 Bovendien blijkt dat ook uit het in de P.I. afgeluisterde gesprek dat [getuige 7] had op 20 augustus 2009. [getuige 7] verwonderde zich er tijdens dat gesprek met zijn neef en zijn vriend over dat de politie niets had gezegd over het aantreffen van zijn DNA op het mes.14 Omdat voorts niet is gebleken dat verdachte en [getuige 7] daarna - dus tot het begin van of tijdens de daaropvolgende confrontatie met [slachtoffer] - het mes aan verdachte heeft gegeven en ook niet zo dichtbij de confrontatie aanwezig was dat hij daartoe in de gelegenheid was, concludeert het hof dat verdachte, kort voor het moment dat hij café [naam] binnen is gegaan voor de tweede confrontatie, het mes heeft gekregen van [getuige 7]. Met dat mes heeft verdachte [slachtoffer] opzettelijk van het leven beroofd.
Uit deze uit wettige bewijsmiddelen blijkende gang van zaken heeft het hof de overtuiging bekomen dat verdachte [slachtoffer] met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd. Hij heeft immers buiten het café het mes ontvangen, is nadat [mededader] bij café [naam] was gearriveerd, samen met hem het café binnengestormd, regelrecht naar de dartruimte achter in het café, en is vrijwel direct dan wel vrijwel tegelijkertijd, nadat [mededader] [slachtoffer] had vastgepakt en geslagen, op [slachtoffer] gaan insteken. Hieruit heeft het hof afgeleid dat verdachte reeds buiten het café het voornemen had om [slachtoffer] met het mes dood te steken. Vanaf het moment dat hij het mes heeft gekregen, en in ieder geval tussen het moment van het betreden van het café met het mes bij zich en het moment waarop verdachte op [slachtoffer] heeft ingestoken, waarbij hij een behoorlijk aantal meters (tussen de 10 en 12 meter blijkens de plattegrond d.d. 20 juni 2009 opgemaakt door [verbalisant] (p. 654)) door het café moest overbruggen, heeft verdachte gelegenheid gehad na te denken over de betekenis en het gevolg van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. Daarom is in dit geval sprake van moord.
Verzoek tot de benoeming van een deskundige
De verdediging heeft het hof verzocht om een deskundige te benoemen indien het hof tot het oordeel zou komen dat de verklaring van [getuige 8] geschikt is om als bewijsmiddel te worden gebruikt.
Nu het hof de verklaringen van die getuige niet voor het bewijs zal gebruiken, heeft verdachte geen belang bij de benoeming van die deskundige. Het hof wijst het (voorwaardelijk gedane) verzoek af.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
- 1.
primair:
hij in de nacht van 19 juni 2009 op 20 juni 2009, te [plaats],
nadat het onder feit 2. ten laste gelegde feit had plaats gevonden en verdachte het aan de [adres] staand café [naam] wederom was binnengegaan,
opzettelijk en met voorbedachten rade een man, genaamd [slachtoffer], van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
- -
meermalen met een mes in de borst en de romp en de benen en het hoofd van die
[slachtoffer] gestoken en gesneden,
tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.
- 2.
primair:
hij in de nacht van 19 juni 2009 op 20 juni 2009, te [plaats],
nadat verdachte en verdachtes mededaders die nacht voor de eerste maal het aan de [adres] staand café [naam] betraden,
met anderen, in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten het aan de [adres] staand café [naam], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, genaamd [slachtoffer], welk geweld bestond uit het slaan en schoppen van die [slachtoffer].
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 primair en 2 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
onder 1 primair:
moord;
onder 2 primair:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Strafbaarheid
De verdediging heeft met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde een beroep gedaan op noodweer.
Volgens art. 41 Sr. is niet strafbaar, hij die een feit begaat, geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding.
Nu het hof de door de verdediging ter onderbouwing van een noodweersituatie aangevoerde feiten en omstandigheden niet aannemelijk geworden acht, verwerpt het hof dat verweer. Met name acht het hof niet aannemelijk geworden dat [slachtoffer] voorafgaand aan of tijdens de tweede confrontatie heeft geprobeerd [mededader] te steken (p. 30 van de pleitnota) of dat [slachtoffer] [mededader] direct in de arm heeft gestoken nadat [mededader] met een uitgestoken arm op hem zou zijn afgelopen, dat verdachte heeft geprobeerd 'het' mes van [slachtoffer] af te pakken en dat [slachtoffer] daarmee verdachte vervolgens heeft gestoken (p. 35).
Ook anderszins zijn geen feiten en omstandigheden aannemelijk geworden dat verdachte zich tijdens of op enig moment voorafgaand aan de eerste en tweede confrontatie met [slachtoffer] in een noodweersituatie heeft bevonden.
De verdediging heeft voorts een beroep gedaan op noodweer-exces.
Nu het hof heeft vastgesteld dat er geen feiten en omstandigheden aannemelijk zijn geworden dat verdachte zich tijdens of op enig moment voorafgaand aan de eerste of tweede confrontatie met [slachtoffer] in een noodweersituatie heeft bevonden, verwerpt het hof het beroep op noodweer-exces.
Anderszins zijn geen feiten en omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is dus een strafbare dader.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft tezamen met twee anderen in het achtergedeelte van een café openlijk geweld gepleegd tegen [slachtoffer]. Verdachte heeft daarbij een snijwond opgelopen aan zijn hand. De directe aanleiding voor het incident is niet bekend, maar het is een feit dat [slachtoffer] enige jaren daarvoor tot zes jaren gevangenisstraf was veroordeeld voor een steekpartij waarbij verdachte en een goede vriend van hem gewond zijn geraakt. [slachtoffer] had zijn straf uitgezeten en was weer op vrije voeten. Op 19 juni 2009 werd verdachte in het café opnieuw met [slachtoffer] geconfronteerd. In plaats van een verdere confrontatie uit de weg te gaan, is verdachte met twee vrienden gewelddadig geworden ten opzichte van [slachtoffer]. Het lijkt erop dat dit incident in het café de opmaat is geweest voor hetgeen daarop is gevolgd en waarbij [slachtoffer] het leven heeft gelaten.
Nadat hij het café is uitgezet heeft verdachte zijn vader gebeld en heeft hij zich voorzien van een mes. Als zijn vader is gearriveerd stormen vader en zoon direct het café binnen en nemen zij [slachtoffer] te grazen. Vader slaat en schopt [slachtoffer], geeft hem kopstoten en neemt zijn hoofd in een armklem. Tijdens de confrontatie steekt verdachte in op [slachtoffer]. Verdachte brengt [slachtoffer] een tiental steekwonden toe in de rug, het linkerbeen, de borst, in de linkeroksellijn en het hoofd. [slachtoffer] heeft geen schijn van kans gehad en is als het ware afgeslacht door vader en zoon.
Het hof acht bewezen dat verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld en zich dus schuldig heeft gemaakt aan moord. De meedogenloze wijze waarop [slachtoffer], ondanks diens geschreeuw, om het leven is gebracht, getuigt van het ontbreken van elke vorm van respect voor diens leven. Verdachte heeft geen enkele verantwoordelijkheid genomen en geen enkele vorm van spijt of berouw betuigd. Nadat hij aanvankelijk een aantal verklaringen had afgelegd waarin zijn onschuld centraal stond, heeft hij zich verder gehuld in stilzwijgen.
Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 24 maart 2010 blijkt, dat verdachte in het recente verleden tweemaal eerder is veroordeeld ter zake van het plegen van (onder meer) geweldsdelicten.
Hetgeen hiervoor is overwogen kan niet tot een ander oordeel leiden dan dat aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeer lange duur dient te worden opgelegd. Deze straf dient met name ter vergelding van het leed dat verdachte het slachtoffer en zijn nabestaanden heeft aangedaan. Het hof heeft voor de hoogte van de straf - naast het voorgaande - ook rekening gehouden met de schok die de door verdachte begane misdrijven in de rechtsorde te weeg hebben gebracht en de generaal en speciaal preventieve werking die van een dergelijke straf uitgaat.
Alles overziende acht het hof de door de advocaat-generaal gevorderde gevangenisstraf voor de duur van vijftien jaren, welke straf eveneens door de rechtbank was opgelegd ter zake van (het medeplegen van) moord, passend en geboden.
Ontrekking aan het verkeer
Het door het hof aan het verkeer te onttrekken knipmes is daarvoor vatbaar. Immers, met behulp van dat knipmes is het hiervoor onder 1 primair bewezen verklaarde feit begaan en het is van zodanige aard, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 36b, 36c, 57, 141 en 289 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 primair en 2 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van vijftien jaren;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
verklaart aan het verkeer onttrokken:
een knipmes.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. Koolschijn, voorzitter, mr. Hielkema en mr. Van Veen, in tegenwoordigheid van Boersma als griffier.