NJB 2011, 1292
HR, 07-06-2011, nr. 10/00576
HR 07-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ3148
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 juni 2011
- Magistraten
Mrs. Koster, Van Schendel en Groos
- Zaaknummer
10/00576
- Conclusie
A-G Vegter
- LJN
BQ3148
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ3148, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ3148, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑04‑2011
- Wetingang
Essentie
De bewijsmiddelen houden niet rechtstreeks in dat het tenlastegelegde feit in Rotterdam is gepleegd. De Hoge Raad geeft aan hoe dit foutje (deze vergissing) wordt rechtgezet
Uitspraak
Het hof heeft bevestigd – met aanvulling van de toepasselijke wettelijke voorschriften – het vonnis van de politierechter in de rechtbank te Rotterdam waarbij de verdachte werd veroordeeld tot zes weken gevangenisstraf wegens (1) overtreding van art. 9 lid 1WVW 1994 en (2) overtreding van art. 163 lid 2 WVW 1994.
Het middel behelst de klacht dat het hof het vonnis van de rechtbank ten onrechte heeft bevestigd, nu uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.