RvdW 2012/849
Tijdens de voorlopige hechtenis van Van Velden wordt door zijn raadsman beroep ingesteld tegen de beslissing gevangenhouding alsmede de afwijzing van een schorsingsverzoek. Uit de stukken blijkt dat de beslissing gevangenhouding en de beslissing tot afwijzing van het schorsingverzoek op verschillende momenten aan Van Velden zijn uitgereikt. Het beroep wordt door het Gerechtshof op beide punten als tardief verworpen.
EHRM 19-07-2011, ECLI:CE:ECHR:2011:0719JUD003066608 (Van Velden/Nederland)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
19 juli 2011
- Magistraten
J. Casadevall, A. Gyulumyan, E. Myjer, I. Ziemele, L. López Guerra, M. Poalelungi, K. Pardalos
- Zaaknummer
30666/08
- Roepnaam
Van Velden/Nederland
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2011:0719JUD003066608, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 19‑07‑2011
- Wetingang
EVRM art. 5 lid 4, art. 34, art. 35
Essentie
Van Velden tegen Nederland
Tijdens de voorlopige hechtenis van Van Velden wordt door zijn raadsman beroep ingesteld tegen de beslissing gevangenhouding alsmede de afwijzing van een schorsingsverzoek. Uit de stukken blijkt dat de beslissing gevangenhouding en de beslissing tot afwijzing van het schorsingverzoek op verschillende momenten aan Van Velden zijn uitgereikt. Het beroep wordt door het Gerechtshof op beide punten als tardief verworpen. Bij veroordeling van Van Velden tot gevangenisstraf wordt de periode van de door hem ondergane voorlopige hechtenis van zijn gevangenisstraf afgetrokken. In Straatsburg klaagt Van Velden over schending van art. 6 EVRM, omdat bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.