Hof Arnhem, 29-03-2010, nr. 21/004116-07
ECLI:NL:GHARN:2010:BL9524, Cassatie: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hof Arnhem
- Datum
29-03-2010
- Zaaknummer
21/004116-07
- LJN
BL9524
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARN:2010:BL9524, Uitspraak, Hof Arnhem, 29‑03‑2010; (Hoger beroep)
Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2012:BX4851
Cassatie: ECLI:NL:HR:2012:BX4851, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Uitspraak 29‑03‑2010
Inhoudsindicatie
Aan verdachte was tenlastegelegd het deelnemen aan een criminele organisatie, die tot doel had het ronselen van minderjarige jongens voor de escort, het vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van kinderporno en het hebben van seks met minderjarigen. Daarnaast was aan verdachte een aantal met de activiteiten van die criminele organisatie samenvallende en/of samenhangende feiten tenlastegelegd. Nader onderzoek leidde tot het oordeel dat het inleidende onderzoek destijds onvoldoende professioneel en daardoor onvoldoende zorgvuldig is geweest. Enkele bewijsmiddelen waren om deze reden niet bruikbaar. Het hof heeft niet bewezen geacht dat er sprake was van (deelname aan) een criminele organisatie. De door het hof wel bewezen geachte feiten betreffen verschillende seksuele delicten die wat ernst en omvang betreft relatief licht zijn te noemen. Tevens is het vervaardigen en in bezit hebben van enkele kinderpornografische plaatjes en filmpjes, waarop jongens vanaf de leeftijd van 15 a 16 jaar te zien zijn, bewezen verklaard.
Partij(en)
Sector strafrecht
Parketnummer: 21-004116-07
Uitspraak d.d.: 29 maart 2010
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Arnhem van 5 oktober 2007 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 05-900288-06 en 05-950381-06, tegen
Verdachte,
geboren in het jaar 1962,
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 9 september 2008, 27 januari 2009, 19 en 20 februari 2009, 25 juni 2009, 18 september 2009, 15 oktober 2009, 27 januari 2010, 12 maart 2010, 15 maart 2010 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. J. Steenbrink, naar voren is gebracht.
De tenlastelegging
In eerste aanleg is op 16 maart 2007 een vordering nadere omschrijving tenlastelegging onder parketnummer 05/900288-06 toegewezen
Het hof nummert de onder parketnummer 05-950381-06 tenlastegelegde feiten
als 6, 7, 8, 9 en 10.
Aan verdachte is aldus tenlastegelegd dat:
- 1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand januari 2003 tot 25 februari 2003 te Leeuwarden en/of Huissen, gemeente Lingewaard, en/of Arnhem en/of
's-Gravenhage en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, de minderjarige aangever 1 (geboren op 18 maart 1985), (telkens) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (een) seksuele handeling(en) met en/of voor (een) derde(n) tegen betaling, dan wel ten aanzien van die minderjarige (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat die minderjarige zich daardoor tot het verrichten van die handeling(en) beschikbaar stelde, hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) (telkens)
- -
voornoemde aangever 1 middels internet/chatten geronseld voor (het) gay-escortwerk en/of
- -
die aangever 1 (daartoe) een aanmeld-/inschrijfformulier laten invullen en/of
- -
die aangever 1 geïnformeerd over (verdiensten in) (het) gay-escortwerk en/of (de behandeling van) (een) (potentiële) klant(en) en/of
- -
van die aangever 1 (een) (voor (de) (potentiële) klant(en)) seksueel prikkelende foto('s) van diens geheel of gedeeltelijk naakte lichaam gemaakt en/of
- -
die aangever 1 middels chatten (een) (eigen) klant(en) laten werven en/of
- -
die aangever 1 bij hem/hen, verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s), laten inwonen en/of (elders) ondergebracht en/of
- -
die aangever 1 gedreigd diens familie in te lichten en/of voornoemde foto('s) te verspreiden indien hij, aangever 1, geen gay-escortwerk (meer) zou verrichten en/of
- -
die aangever 1 (een) condoom(s) en/of glijmiddel verschaft en/of
- -
die aangever 1 vervoerd naar en/of (verder) in contact gebracht met (een) klant(en) en/of laten werken voor/in een privé-huis en/of
- -
door die aangever 1 met/in het gay-escortwerk verdiend geld geheel of gedeeltelijk aan/voor hen/hem, verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s), doen afstaan en/of van die aangever 1 in ontvangst genomen;
- 2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand juli 2005 tot en met de maand december 2005, te Renkum en/of Huissen, gemeente Lingewaard, en/of Arnhem en/of Ypenburg, gemeente 's-Gravenhage, en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aangever 2 (geboren op 17 april 1989) (telkens) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (een) seksuele handeling(en) met en/of voor (een) derde(n) tegen betaling, dan wel (telkens) ten aanzien van die aangever 2 enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die aangever 2 zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van die handeling(en), terwijl die aangever 2 de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) (telkens)
- -
voornoemde aangever 2 middels internet/chatten geronseld voor (het) gay-escortwerk en/of
- -
die aangever 2 (daartoe) een aanmeld-/inschrijfformulier laten invullen (met (onder meer) diens lichaamskenmerken en/of seksuele voorkeuren en/of mogelijkheden en/of (te voeren) werknaam) en/of
- -
van die aangever 2 (een) (voor (de) (potentiële) klant(en)) seksueel prikkelende foto('s) van diens geheel of gedeeltelijk naakte lichaam gemaakt en/of
- -
die aangever 2 betrokken en/of getest in een rollenspel van klant-escortjongen en/of
- -
die aangever 2 geïnformeerd over (verdiensten in) (het) gay-escortwerk en/of (de behandeling van) (een) (potentiële) klant(en) en/of
- -
die aangever 2 (de) huisregels overgelegd/voorgehouden en/of laten ondertekenen/accepteren en/of
- -
die aangever 2 (een) condoom(s) en/of glijmiddel verschaft en/of
- -
die aangever 2 vervoerd naar en/of in contact gebracht met (een) klant(en) en/of
- (vervolgens)
die aangever 2 na diens werkzaamheden opgewacht en/of
- -
door die aangever 2 met/in het gay-escortwerk verdiend geld geheel of
gedeeltelijk aan/voor hen/hem, verdachte en/of (een of meer van) verdachtes
mededader(s), doen afstaan en/of van die aangever 2 in ontvangst genomen;
- 3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 09 september 2005 tot en met de maand juni 2006 te Huissen, gemeente Lingewaard, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige bediende en/of ondergeschikte, te weten aangever 2 (geboren op 17 april 1989), bestaande die ontucht (telkens) hierin dat verdachte en/of verdachtes mededader voornoemde aangever 2 hebben/heeft afgetrokken en/of zich door die aangever 2 hebben/heeft laten aftrekken en/of hun/zijn penis(sen) hebben/heeft geduwd/gebracht in de mond van die aangever 2, althans die aangever 2 hun/zijn penis(sen) in de mond heeft laten nemen, en/of de penis van die aangever 2 in hun/zijn mond(en) hebben/heeft genomen;
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 09 september 2005 tot en met de maand juni 2006 te Huissen, gemeente Lingewaard, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (telkens) door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, te weten door misbruik van
- -
zijn/hun - door/met het geven van veel aandacht - gecreëerde band met de hierna te noemen (nog niet voor anderen 'uit de kast gekomen' en/of met zijn (homo)seksuele gevoelens 'experimenterende') aangever 2 en/of
- -
de (werk)afhankelijke positie waarin d(i)e hierna te noemen aangever 2 ten opzichte van verdachte en/of verdachtes mededader verkeerde en/of
- -
zijn/hun leeftijdsoverwicht op d(i)e hierna te noemen aangever 2, een persoon, te weten Aangever 2 (geboren op 17 april 1989), waarvan verdachte en/of verdachtes mededader wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
opzettelijk heeft bewogen (een) ontuchtige handeling(en) te plegen en/of (een) zodanige handeling(en) van verdachte en/of verdachtes mededader te dulden, bestaande die ontuchtige handeling(en) (telkens) hierin dat verdachte en/of verdachtes mededader voornoemde aangever 2 hebben/heeft afgetrokken en/of zich door die aangever 2 hebben/heeft laten aftrekken en/of hun/zijn penis(sen) hebben/heeft geduwd/gebracht in de mond van die Aangever 2, althans die aangever 2 hun/zijn penis(sen) in de mond heeft laten nemen, en/of de penis van die aangever 2 in hun/zijn mond(en) hebben/heeft genomen;
- 4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 oktober 2002 tot en met 07 juli 2006 te Arnhem en/of Huissen, gemeente(s) Bemmel en/of Lingewaard, en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) (een) afbeelding(en) - en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende (een) afbeelding(en) - van (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) perso(o)n(en) is/zijn betrokken en/of schijnbaar is/zijn betrokken die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft/hebben bereikt, heeft verspreid en/of vervaardigd en/of in bezit heeft gehad, bestaande die afgebeelde seksuele gedraging(en) in algemene zin (telkens) uit (een) geheel of gedeeltelijk ontklede minderjarige jongen(s) die
- -
zichzelf en/of elkaar aftrekt/aftrekken en/of
- -
een penis betast(en) en/of vastpakt/vastpakken en/of in de mond neemt/nemen en/of
- -
anaal wordt/worden gepenetreerd en/of
- -
op een dusdanige wijze poseert/poseren dat zijn/hun penis(sen) nadrukkelijk in beeld wordt/worden gebracht, welke wijze van poseren kennelijk bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken, van welke afgebeelde seksuele gedraging(en) een selectie - zakelijk weergegeven - als volgt is omschreven (z(aak)d(ossier) 076, pag. 6732 t/m 6734, 6843/6844 en 6859/6860):
- -
(Pfadfinderschlacht.1.mpg) Zes jongens tussen 13 en 15 jaar plegen verschillende seksuele handelingen bij elkaar en met zichzelf. Deze handelingen bestaan onder andere uit aftrekken, pijpen en anaal geslachtsverkeer;
- -
(Der Giftzwerge.mpg) Vier jongens tussen 14 en 15 jaar plegen diverse seksuele handelingen bij zichzelf,
- -
(Blumenbengel Part 2.mpg) Vier jongens van 14 en 15 jaar plegen diverse seksuele handelingen met elkaar en bij zichzelf. De seksuele handelingen bestaan uit pijpen en aftrekken;
- -
(naakt0027) Een naakte jongen staat in een kamer en heeft zijn penis in erectie. De foto is van onderuit genomen en gericht op de penis van de jongen. Geschatte leeftijd van de jongen tussen 11 en 13 jaar;
- -
(neuken019) Een naakte jongen staat met de handen tegen een muur terwijl een andere naakte jongen achter hem staat en zijn penis in de anus van de voorste jongen heeft. Geschatte leeftijd van beide jongens tussen 12 en 15 jaar;
- -
(Orgie014) Drie jongens liggen in een kring naakt op een bed. Een van de jongens heeft zijn penis in erectie met zijn hand vast. De andere twee jongens kijken toe. Geschatte leeftijd van de jongens tussen 12 en 14 jaar; (pijpen0014) Twee jongens liggen naakt op bed. Een van de twee jongens ligt ruggelings op bed. De ander ligt half voorovergebogen en pijpt de jongen die ruggelings op bed ligt. Geschatte leeftijd van de jongens tussen 13 en 15 jaar;
- -
(Sasha01-033) Een naakte jongen ligt op een kleed. Met zijn linkerhand houdt hij zijn penis vast. Met zijn rechterhand houdt hij een vibrator vast. Deze vibrator zit in de anus van de jongen. Geschatte leeftijd van deze jongen tussen de 12 en 14 jaar. Deze afbeelding maakt deel uit van de 'bekende' serie Sasha;
- -
(vinnyl59) Een naakte jongen zit op een lichtblauw dekbedovertrek. Met zijn linkerhand houdt hij zijn penis vast en kijkt in de camera. Geschatte leeftijd van deze jongen tussen de 14 en 16 jaar. Deze afbeelding maakt deel uit van de 'bekende' serie Vinny;
- -
(112-1L002 band nr 203; Young Boys in a home video) Twee jongens 16 à 18 jaar die op een beige (nep)leren bank zitten en naar een pornofilm zitten te kijken. Ze betasten elkaar en trekken zich vervolgens af. Aan het eind verlaten beiden naakt de woonkamer;
- -
(111-IL001 band nr 202; Young Boys in a home video) De film begint met een jongen 14 à 16 jaar die zit te gamen voor de TV. Later zichzelf aftrekt. Daarna iemand opbelt. Een tweede jongen 16 à 18 jaar verschijnt even later. Diverse seksuele handelingen verrichten ze bij zichzelf en bij elkaar (anaal, oraal en aftrekken). De jongens praten (nep)Duits tegen elkaar;
- -
(114-IL001 band nr 206; Knaben im brautzimmer) Een jongen loopt op een oud (VOC) schip, ontmoet later een jongen in de trein. Betasten elkaar. Komen terecht op hotelkamer (Hotel-restaurant Schiphol A4) en plegen diverse seksuele handelingen. Ook is er een jongen af en toe in beeld die zichzelf aftrekt. Later komt er nog een jongen bij. In een bad zijn drie van deze jongens te zien die diverse seksuele handelingen plegen. Leeftijd jongens tussen 14 en 17 jaar;
- -
(113-IL001 band nr 204; Young Boys A Home Video Vol 7) Twee jongens liggen naakt op bed en gaan later onder de douche. Ze plegen diverse seksuele handelingen met zichzelf en bij elkaar. Leeftijd van de jongens tussen 16 en 18 jaar;
- -
(115-IL001 band nr 358; De boy en de bengel) Twee jongens zitten op een zwarte (nep)leren bank. Ze plegen diverse seksuele handelingen bij elkaar en met zichzelf. Leeftijd tussen 15 en 17 jaar, en zijnde voornoemde seksuele gedraging(en) afgebeeld en/of vastgelegd op/in een dvd/cd-rom (IBN nummer 043-1M009) en/of twee, althans een of meer, harde schijf/schijven (IBN nummer(s) 039-1M005 en/of 042-IM008) en/of (een of meer harde schijf/schijven van/in) twee, althans een of meer, computers (IBN nummer(s) 080-IA031 en/of 082-IA033) en/of een aantal (5) videobanden (IBN nummer 012-IL001);
- 5.
hij in of omstreeks de periode van 02 januari 2001 tot en met 07 juli 2006 te Arnhem en/of Velp, gemeente Rheden, en/of Huissen, gemeente(s) Bemmel en/of Lingewaard, en/of Ypenburg, gemeente 's-Gravenhage, en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit (onder meer) verdachte en/of medeverdachten, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven tegen de zeden, te weten: -het (mede) ronselen van minderjarige jongens voor (het) gay-escortwerk en/of het in contact brengen van minderjarige jongens met klanten van/in de gay-escort en/of het dwingen/bewegen van minderjarige en/of meerderjarige jongens tot het tegen betaling verrichten van seksuele handelingen met klanten van/in de gay-escort en/of het trekken van voordeel uit voornoemde seksuele handelingen (artikel 250a/273a Wetboek van Strafrecht) en/of
- -
het vervaardigen en/of in bezit hebben van (voor (een) (potentiële) klant(en)) seksueel prikkelende afbeeldingen (foto's) van geheel of gedeeltelijk naakte (kennelijk) minderjarige jongens (artikel 240b Wetboek van Strafrecht) en/of
- -
het (mede) (onder dwang en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht) seksueel binnendringen van en/of plegen van ontucht(ige handelingen) met minderjarige en/of meerderjarige jongens (artikel(en) 242, 245, 246, 247, 248a en/of 249 Wetboek van Strafrecht),
van welke organisatie verdachte (feitelijk) oprichter en/of (feitelijk) bestuurder was;
- 6.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand juli 2001 tot 19 november 2001 te Velp, gemeente Rheden, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met aangever 3 (geboren op 19 november 1985), die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, (telkens) buiten echt (een) ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd die (mede) bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het (telkens) door verdachte en/of verdachtes mededader duwen/brengen van hun/zijn penis(sen) in de mond van voornoemde aangever 3, althans het die aangever 3 (telkens) in de mond laten nemen van verdachtes en/of verdachtes mededaders' penis, en/of
het (telkens) door verdachte en/of verdachtes mededader in de mond nemen van de penis van die aangever 3en/of het (telkens) (tong)zoenen van/met die aangever 3en/of het (telkens) aftrekken van verdachte en/of verdachtes mededader door die Aangever 3en/of het (telkens) aftrekken van die aangever 3door verdachte en/of verdachtes mededader en/of het (telkens) duwen/brengen
van zijn, verdachtes, penis en/of een (soort) wortel, althans enig voorwerp, tegen/in de anus van die aangever 3;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand juli 2001 tot 19 november 2001 te Velp, gemeente Rheden, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met aangever 3 (geboren op 19 november 1985), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, (telkens) buiten echt (een) ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, te weten het (telkens) door verdachte en/of verdachtes mededader in de mond nemen van de penis van voornoemde aangever 3 en/of het (telkens) (tong)zoenen van/met die aangever 3en/of het (telkens) aftrekken van verdachte en/of verdachtes mededader door die aangever 3 en/of het (telkens) aftrekken van die aangever 3 door verdachte en/of verdachtes mededader en/of het (telkens) duwen/brengen van zijn, verdachtes, penis en/of een (soort) wortel, althans enig voorwerp, tegen de anus van die aangever 3;
- 7.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 november 2001 tot en met de maand december 2002 te Velp, gemeente Rheden, en/of Huissen, gemeente Bemmel, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (telkens) door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, te weten door misbruik van
- -
zijn/hun door/met het geven van veel aandacht - gecreëerde band met de hierna te noemen (nog niet voor anderen 'uit de kast gekomen' en/of met zijn (homo)seksuele gevoelens 'experimenterende') aangever 3en/of
- -
zijn/hun leeftijdsoverwicht op d(i)e hierna te noemen aangever 3, een minderjarige, te weten aangever 3(geboren op 19 november 1985), wiens minderjarigheid verdachte en/of verdachtes mededader kende(n) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden,
opzettelijk heeft bewogen (een) ontuchtige handeling(en) (met verdachte en/of verdachtes mededader) te plegen en/of (een) zodanige handeling(en) van verdachte en/of verdachtes mededader te dulden, bestaande die ontuchtige handeling(en) (telkens) hierin dat verdachte en/of verdachtes mededader hun/zijn penis(sen) hebben/heeft geduwd in de mond van voornoemde aangever 3, althans die aangever 3 hun/zijn penis(sen) in de mond heeft laten nemen, en/of de penis van die aangever 3 in hun/zijn mond(en) hebben/heeft genomen en/of (met) die Aangever 3 hebben/heeft ge(tong)zoend en/of zich door die aangever 3 hebben/heeft laten aftrekken en/of die aangever 3 hebben/heeft afgetrokken en/of zijn, verdachtes, penis en/of een (soort) wortel, althans enig voorwerp, heeft geduwd/gebracht tegen/in de anus van die aangever 3;
- 8.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van het jaar 2004 tot en met 07 juli 2006, te Huissen, gemeente Lingewaard, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (telkens) (een) afbeelding(en) - en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende (een) afbeelding(en) - van (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) perso(o)n(en) is/zijn betrokken en/of schijnbaar is/zijn betrokken die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft/hebben bereikt, heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad, bestaande die afgebeelde seksuele gedraging(en) (telkens) uit de geheel ontklede minderjarige aangever 4 (geboren op 11 augustus 1988) die
- -
zijn (stijve) penis betast en/of vastpakt en/of toont en/of
- -
bij/aan zijn (stijve) penis wordt betast en/of vastgepakt door (verdachtes mededader) en/of (zelf) de (stijve) penis van die medeverdachte betast en/of vastpakt en/of
- -
zichzelf aftrekt en/of door medeverdachte wordt afgetrokken,
en zijnde voornoemde seksuele gedraging(en) afgebeeld en/of vastgelegd op/in een flash-/memorycard (IBN nummer 040-1M006);
- 9.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 08 december 2005 tot en met de maand juni 2006 te Huissen, gemeente Lingewaard, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (telkens) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige aangever 4 (geboren op 06 januari 1990), bestaande die ontucht (telkens) hierin dat verdachte en/of verdachtes mededader de penis van voornoemde aangever 4 hebben/heeft betast en/of vastgepakt en/of in de mond hebben/heeft genomen;
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling leidt:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 08 december 2005 tot 06 januari 2006 te Huissen, gemeente Lingewaard, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met aangever 4 (geboren op 06 januari 1990), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, (telkens) buiten echt (een) ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande die ontuchtige handeling(en) (telkens) hierin dat verdachte en/of verdachtes mededader de penis van voornoemde aangever 4 hebben/heeft betast en/of vastgepakt;
10
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 april 2006 tot en met 07 juli 2006, althans op of omstreeks 22 april 2006, te Huissen, gemeente Lingewaard, (telkens) (een) afbeelding(en) - en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende (een) afbeelding(en) - van (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) perso(o)n(en) is/zijn betrokken en/of schijnbaar is/zijn betrokken die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft/hebben bereikt, heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad, bestaande die afgebeelde seksuele gedraging(en) (telkens) uit de geheel of gedeeltelijk ontklede minderjarige aangever 5 (geboren op 08 december 1989) en/of Aangever 6 (geboren op 31 december 1989) die
- -
hun/zijn (stijve) penis(sen) betast(en) en/of vastpakken/vastpakt en/of tonen/toont
en/of
- -
anaal geslachtsverkeer hebben/heeft,
en zijnde voornoemde seksuele gedraging(en) afgebeeld en/of vastgelegd op/in (een flashcard van/in) een digitale fotocamera (IBN nummer 067-IA017);
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Verzoek tot benoemen van een deskundige
Bij pleidooi heeft de raadsvrouw haar verzoek herhaald tot het benoemen van een deskundige teneinde de betrouwbaarheid te beoordelen van de door aangever/getuige (aangever 4) afgelegde verklaringen. Het hof wijst dit verzoek af onder handhaving van de daarvoor gegeven motivering in het tussenarrest van 23 september 2008.
De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging
De raadsvrouwe van verdachte heeft aangevoerd, zakelijk weergegeven, dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in de vervolging van de feiten 1, 2 en 5. De verdediging voert hiertoe aan dat er, gelet op de wijze waarop er met het horen van getuigen en met de getuigen zelf is omgegaan, sprake is van een ernstig en onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek. De politie heeft ernstig inbreuk gemaakt op de beginselen van behoorlijk procesrecht, waardoor doelbewust en met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak te kort is gedaan. Er is in ernstige mate sprake geweest van tunnelvisie en van het louter gericht zijn op het vergaren van mogelijk belastend materiaal, van het sturen van getuigen, van het niet juist schriftelijk vastleggen van de inhoud van de getuigenverhoren en van onheuse bejegening van (veelal jeugdige) getuigen. De enige passende reactie op dit verzuim is niet-ontvankelijkverklaring, aldus nog steeds de verdediging.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het openbaar ministerie wel ontvankelijk is in de vervolging van genoemde feiten. Er is zijns inziens weliswaar sprake van teveel fouten in het onderzoek en van teveel scoringsdrift gericht op het verkrijgen van belastend materiaal, maar van onherstelbaar vormverzuim in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering is geen sprake. De fouten in de schriftelijke vastlegging van de verhoren van de getuige 1 zijn immers hersteld door het alsnog verbatim uitwerken van die verhoren, waardoor alle betrokkenen nu de juiste inhoud van de getuigenverklaring hebben kunnen vernemen. Daarbij stelt de advocaat-generaal vast dat de essentie van de verklaring van getuige 1 door de gewraakte wijze van verbaliseren geen geweld is aangedaan. Van ontoelaatbare druk op de getuigen is geen sprake geweest en de getuigenverklaringen zijn in beginsel dan ook bruikbaar, aldus de advocaat-generaal. Er is geen sprake van dat er ernstig inbreuk gemaakt is op de goede proces-orde en dat doelbewust de belangen van de verdachte zijn geschaad.
Het hof oordeelt over het beroep op niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging van de feiten 1, 2 en 5 als volgt.
Na beluistering van de audiobestanden die van de verhoren van de (toen verdachte) getuige 1 zijn gemaakt en na lezing van de verbatim uitwerking van die verhoren is het het hof gebleken dat de zich in het oorspronkelijke dossier bevindende processen-verbaal, inhoudende de verklaringen van getuige 1 geen correct beeld geven van hetgeen deze heeft verklaard en evenmin van de wijze waarop hij tot die verklaring is gekomen. De vraagstelling is meermalen suggestief en zeer sturend en de getuige wordt meerdere malen het antwoord in de mond gelegd. De door de raadsvrouwe van verdachte in de pleitnota gegeven voorbeelden van deze praktijken (die niet limitatief zijn) zijn illustratief en spreken boekdelen. In bepaalde gevallen is niet meer vast te stellen of getuige 1 nu zelf met informatie en antwoorden is gekomen of dat verbalisanten die antwoorden voor hem als het ware hebben ingevuld.
Het voorgaande leidt tot het oordeel dat er met betrekking tot de verhoren van getuige 1 sprake is van een vormverzuim, dat niet hersteld kan worden. Immers, de foutieve wijze van verhoren en vastleggen daarvan zijn reeds geschied. Van een ernstige inbreuk op de goede proces-orde en een doelbewust schaden van de belangen van de verdachte is echter niet gebleken, hoe afkeurenswaardig de gewraakte gang van zaken ook is. Het hiervoor geconstateerde vormverzuim kan dan ook niet leiden tot niet ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. Wel zal het hof de in processen-verbaal vastgelegde verklaringen van getuige 1 uitsluiten voor het bewijs. Wel voor het bewijs bruikbaar acht het hof de geluidsbanden van de verhoren van getuige 1 en de verbatim weergave van deze verhoren. Over de inhoud en de waarde van de verklaringen van getuige 1 zal het hof bij de beoordeling van de ten laste gelegde feiten waarop de getuigenverklaringen betrekking hebben rekening houden.
Er zijn geen aanwijzingen aangetroffen in het dossier dat ten aanzien van andere personen op dezelfde onzorgvuldige en onprofessionele wijze te werk is gegaan bij de verhoren en de verslaglegging daarvan.
Het hof heeft verder (deels ter terechtzitting) de videobeelden van verhoren van de getuige aangever 3 bekeken en beluisterd. Het hof is van oordeel dat een deel van de kritiek die op de wijze van verhoren van de getuige en van het schriftelijk vastleggen daarvan zoals hiervoor ten aanzien van getuige 1 is geformuleerd (met name ten aanzien van het sturend vragen), ook ten aanzien van deze getuige opgaat, zij het in aanzienlijk mindere mate. Daar komt bij dat het hof heeft waargenomen dat na afloop van diens verhoor aangever 3de op schrift gestelde weergave van dat verhoor bladzijde voor bladzijde aandachtig doorleest, daarvoor ruim de tijd neemt om vervolgens die verklaring te ondertekenen onder het uiten van woorden in de trant van “zo als het er staat klopt het”. Van een vormverzuim als door de verdediging bepleit is met betrekking tot het verhoor van aangever 3en de vastlegging van dat verhoor in een proces-verbaal dan ook geen sprake.
Het hof stelt verder vast dat de wijze waarop een aantal getuigen is benaderd en bejegend door de politie weliswaar gepaard lijkt te zijn gegaan met enige druk (bijvoorbeeld om de getuige te bewegen om over mogelijk pijnlijke privézaken opening van zaken te geven) en dat dit door de getuigen mogelijk als zeer onaangenaam zal zijn ervaren, maar dat niet is gebleken dat deze druk de grenzen van het toelaatbare heeft overschreden en of geleid heeft tot onjuiste, onbetrouwbare en niet in vrijheid afgelegde getuigenverklaringen. Daarbij dient ook in ogenschouw te worden genomen dat het in het belang van de waarheidsvinding in strafzaken waarin sprake is van verdenking van ernstige strafbare feiten, gerechtvaardigd is om enige druk op getuigen uit te oefenen ten einde hen te bewegen tot het geven van een verklaring. Zeer wel denkbaar is immers, met name ook daar waar het gaat om zedenzaken, dat getuigen zonder enige externe druk niet in staat en of bereid zijn te vertellen wat er mogelijk is gebeurd. De omstandigheid dat de politie getuigen mogelijk heeft medegedeeld of heeft gesuggereerd dat zij verplicht waren om als getuigen gehoor te geven aan een oproep voor een politieverhoor en dienden te verklaren is weliswaar onjuiste informatie en levert in zoverre onbehoorlijk handelen op ten opzichte van dergelijke getuigen, niet gebleken is dat verdachte door een dergelijke handelwijze ten opzichte van getuigen zelf getroffen is in een hemzelf rakend belang.
De slotsom is aldus, dat het hof van oordeel is dat het tot niet-ontvankelijkheid strekkende beroep van de verdediging dient te worden verworpen. Voor het toepassen van een van de andere in artikel 359a lid 1 genoemde sancties ziet het hof op grond van het voorgaande evenmin grond. Het hof volstaat met de constatering van de hiervoor vastgestelde verzuimen bij het verhoor van getuige 1.
Nu generlei beletsel is gebleken dat aan de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging voor de aan verdachte tenlastegelegde feiten in de weg staat moet het openbaar ministerie ontvankelijk worden verklaard in de vervolging.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan vernietigen omdat het tot andere bewijsbeslissingen en een nader straftoemeting komt en daarom opnieuw rechtdoen.
Algemene overwegingen
In deze strafzaak tegen verdachte en zijn medeverdachten is door het openbaar ministerie in eerste aanleg aan de rechtbank en in hoger beroep aan het hof een omvangrijk dossier overgelegd. De strafzaak is vooral in eerste instantie gepaard gegaan met veel media-aandacht. Daarbij trok met name veel aandacht het door het openbaar ministerie aan verdachten gemaakte verwijt terzake van deelname aan een criminele organisatie die, kort gezegd, gericht zou zijn geweest op het op grote schaal in de prostitutie brengen van minderjarige jongens, op het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno en het seksueel misbruiken van jongens. Het openbaar ministerie heeft het beeld van die zich beweerdelijk met zeer kwalijke zaken bezig houdende criminele organisatie ook in haar requisitoir bij de rechtbank met de nodige nadruk naar voren gebracht. Tegen onder meer de vrijspraak van deelname aan de criminele organisatie heeft het openbaar ministerie beroep ingesteld, waarbij in de appèlmemorie wederom met nadruk er op is gewezen dat verdachte en zijn medeverdachten zich in een dergelijke organisatie wel degelijk bezig hebben gehouden met de verweten zeer ernstige delicten ten opzichte van vele (al dan niet minderjarige) jongens, zonder daarbij overigens aan te geven waaruit het bewijs voor die stelling- in weerwil van het vonnis van de rechtbank- te vinden zou zijn.
Het hof heeft met de verdediging en de advocaat-generaal geconstateerd dat het zeer omvangrijke dossier in het geheel geen onderbouwing biedt voor het in eerste aanleg door het openbaar ministerie in schrille kleuren geschetste beeld met betrekking tot de criminele organisatie. Dit had bij kritische beschouwing van het materiaal ook het openbaar ministerie in eerste aanleg al duidelijk moeten zijn. Desondanks is er echter zwaar ingezet op dit feit en is dit verwijt in de strafzaak ook zwaar aangezet, ten nadele van verdachte en zijn medeverdachten. Het kan niet anders dan dat verdachte en zijn medeverdachten door het
- -
althans op grond van het voorliggend dossier: ten onrechte - opgeroepen beeld van het in georganiseerd verband structureel misbruiken en in de prostitutie brengen van minderjarigen zijn benadeeld. Dat verdachte en of zijn medeverdachten mogelijk in individuele gevallen in strafrechtelijk opzicht over de grenzen van het toelaatbare zijn gegaan in hun handelen ten aanzien van bepaalde aangevers, doet hieraan niet af. Het hof betreurt deze gang van zaken zeer.
Het hof heeft het verder als zeer verontrustend ervaren dat naar aanleiding van nader onderzoek is gebleken dat een aantal van de zich in het dossier bevindende processen-verbaal van verhoor niet een correcte weergave zijn van hetgeen tijdens die verhoren werd verklaard (zie bijvoorbeeld de verhoren van getuige 1). Een rechter dient van de juistheid van de schriftelijke weergave van verhoren, vastgelegd in een op ambtseed of -belofte opgemaakt proces-verbaal, uit te kunnen gaan. Voorts is bij beluistering van de geluidsbanden van de verhoren van de getuige 1 gebleken dat de wijze van vraagstelling op bepaalde momenten suggestief en veel te sturend was en in die zin dan ook onder de maat en onprofessioneel. Ook deze elementen waren niet terug te lezen in de van die verhoren opgemaakte processen-verbaal en konden pas achterhaald worden bij uitluisteren van de audiobestanden en bij lezing van de nadien op last van het hof gemaakte verbatim weergave van de verhoren.
Het hof is ook op dit punt met de advocaat-generaal van oordeel dat al met al het dossier de indruk wekt van een onderzoek, waarbij te grote scoringsdrift geleid heeft tot een onzorgvuldige en onjuiste manier van benaderen van de zaak, verdachten en getuigen. Over mogelijke consequenties van deze gang van zaken zal bij de diverse ten laste gelegde feiten indien relevant nader worden ingegaan.
Vrijspraken
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 3 primair en subsidiair, 5,
- 6.
primair en subsidiair, 7 en 9 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Daarnaast acht het hof onderdelen van het onder 4 tenlastegelegde niet bewezen, zodat ook van die delen wordt vrijgesproken.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende overwogen:
Ten aanzien van de vrijspraak van het onder 3 primair en subsidiair tenlastegelegde
Vaststaat dat door verdachte alleen en ook samen met zijn medeverdachte in een bepaalde periode meerdere keren seksuele handelingen zijn verricht met aangever 2. Verdachten hebben dit zelf ook erkend.
Niet gebleken is echter dat - zoals is ten laste gelegd - dit is gebeurd terwijl aangever 2 werkzaam was als minderjarige bediende of ondergeschikte van verdachten of een van hen. De eerste keer dat verdachte seks had met aangever 2 was deze weliswaar nog (net) geen 18 jaar, maar op dat moment was er nog geen sprake van een dienstverband tussen hem en verdachte. De latere gelegenheden waarbij er sprake was van seksuele contacten, waren nadat aangever 2 al gestopt was met zijn kortdurende (ongeveer 14 dagen) escortwerkzaamheden voor (het bedrijf van) verdachte. Van het primair ten laste gelegde wordt verdachte dan ook vrijgesproken.
Het hof heeft daarnaast evenmin kunnen vaststellen dat de seksuele handelingen hebben plaatsgevonden door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, dan wel door misleiding, zodat verdachte ook van het subsidiair ten laste dient te worden vrijgesproken.
Met betrekking tot de vrijspraak van het onder 4 tenlastegelegde feit merkt het hof het volgende op.
Gelet op de inhoud van de door de getuige 2 ter zitting van het hof van 15 oktober 2009 afgelegde verklaring, komt het hof ten aanzien van de op de onder verdachte en medeverdachte in beslag genomen harde schijven zich bevindende afbeeldingen van mogelijk kinderpornografische aard tot het oordeel, dat er geen sprake is geweest van het in bezit hebben van die afbeeldingen. Aannemelijk is geworden dat deze schijven back-ups betreffen van de server waarvan Best Boys gebruik maakte en waarop derden, in dit geval meer in het bijzonder een persoon genaamd A., uit eigener beweging en buiten medeweten van verdachte of medeverdachte afbeeldingen plaatsten. Uit niets is gebleken dat verdachte en of medeverdachte ervan op de hoogte waren dat deze bestanden zich op de server en dus ook op de back-ups daarvan bevonden.
Ten aanzien van het in de tenlastelegging genoemde bestand “Vinny 159” overweegt het hof dat niet onomstotelijk vast is komen te staan dat dit bestand is gedownload door verdachte en of medeverdachte, nu uit de stukken kan worden afgeleid dat meerdere personen van de computer waarop het bestand is gevonden gebruik maakten.
Voor wat betreft de in de tenlastelegging genoemde band nr. 203 “Young Boys in a home video” is het hof op grond van haar eigen waarneming van de beelden van oordeel dat niet is komen vast te staan de op de opname voorkomende personen de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt.
Met betrekking tot de vrijspraak van het onder 5 tenlastegelegde merkt het hof het volgende op:
Evenals de rechtbank, de advocaat-generaal en de verdediging acht het hof het bestaan van een criminele organisatie, waaraan verdachte en zijn medeverdachte(n) hebben deelgenomen, niet bewezen.
Uit de motivering in het vonnis van de rechtbank neemt het hof het hierna volgende over en maakt dit tot de zijne:
"Daartoe wordt allereerst opgemerkt dat Best Boys als zodanig een niet-illegaal bedrijf was. Dat Best Boys zelf als crimineel nevendoel had het ronselen van minderjarigen voor de prostitutie, blijkt niet uit de bewijsmiddelen. De rechtbank acht weliswaar deelname aan de prostitutie door minderjarigen in twee gevallen (te weten door aangever 1 en aangever 2) bewezen, maar ook al zou bewezen worden geacht dat deze jongens voor Best Boys hebben gewerkt, is dit echter zodanig incidenteel dat van een algemeen oogmerk tot het plegen van misdrijven onvoldoende sprake is. Het afwijzen van B. voor de prostitutie vanwege zijn minderjarigheid wijt er bovendien op dat Best Boys juist geen minderjarigen wilde exploiteren.
Van een criminele organisatie die heeft bestaan uit (ten minste) verdachte en medeverdachten, naast Best Boys, en die voor het plegen van strafbare feiten gebruik heeft gemaakt van de structuur, de organisatie, hiërarchie, infrastructuur e.d. van Best Boys, zoals de Officier van Justitie die voor ogen heeft, is de rechtbank evenmin gebleken."
Verdachte wordt van dit feit vrijgesproken.
Met betrekking tot de vrijspraak van het onder 6 primair en subsidiair tenlastegelegde merkt het hof het volgende op.
Met de rechtbank en de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend is komen vast te staan dat aangever 3de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt op de momenten dat verdachte en zijn medeverdachte seks met aangever 3 hebben gehad. Aangever 3 zelf kan dat ook niet met zekerheid aangeven en objectieve en verifieerbare gegevens, op grond waarvan de exacte datum van het begin van de seksuele handelingen tussen aangever 3 en verdachte en medeverdachte kan worden bepaald, ontbreken.
Met betrekking tot de vrijspraak van het onder 7 tenlastegelegde overweegt het hof het volgende.
Aangever 3heeft, onder meer als getuige ter zitting van het hof op 20 februari 2009 verklaard, zakelijk weergegeven, dat hij puur voor de seks naar verdachte en medeverdachte ging. Ook de eerste keer dat hij ging was hij zich er van bewust dat hij seks zou hebben met medeverdachte. Van “een gecreëerde band” was toen nog helemaal geen sprake. Aangever 3 heeft verder verklaard dat hij het bij verdachte en medeverdachte naar zijn zin had, ook los van de seks. Op een bepaald moment vond hij bepaalde zaken niet zo prettig meer en toen is hij ook een tijdje niet meer naar verdachten toegegaan, om vervolgens uit eigen beweging toch weer bij hen op bezoek te gaan en seks met hen te hebben. Het hof heeft uit deze verklaring en ook uit het bekijken van het van het politieverhoor van aangever 3 gemaakte beeldmateriaal niet de overtuiging bekomen dat aangever 3 door misbruik maken door verdachte en medeverdachte van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht tot seksuele handelingen met beide verdachten is bewogen. Van misleiding, zoals tenlastegelegd is in het geheel niet gebleken.
Voor wat betreft het politieverhoor merkt het hof op dat de vraagstelling van de verbalisanten aan aangever 3 bij tijd en wijle bijzonder sturend is en het er soms op lijkt of men hem een gevoel van “misbruikt zijn” wil aanpraten. Zoals eerder overwogen acht het hof dit niet zodanig dat gesproken kan worden van een vormverzuim.
Met betrekking tot de vrijspraak van het onder 9 primair en subsidiair tenlastegelegde feit geldt het navolgende:
Aangever 4 heeft in zijn aangifte en verklaringen genoemd dat verdachte hem op de bank in de huiskamer zou hebben gepijpt. Anders dan de verklaring van aangever 4 is er in het dossier geen bewijs aangetroffen dat zijn verklaring op dit punt ondersteunt. Aangever 4 heeft verder verklaard dat medeverdachte hem in bad/onder de douche meermalen heeft gepijpt of geprobeerd heeft te pijpen, maar ook daarvoor is geen steunbewijs in het dossier aanwezig. De getuige B. heeft bij de politie verklaard dat hij gezien heeft dat verdachte in bad de penis van aangever 4 vast had, maar daarover heeft aangever 4 op zijn beurt echter niets verklaard. Hij verklaart immers alleen over medeverdachte die hem in bad/onder de douche seksueel onheus benaderd zou hebben. Van medeplegen van - kort gezegd - ontucht door verdachte en medeverdachte ten opzichte van aangever 4 is niet gebleken, terwijl voor het afzonderlijk plegen van ontucht van verdachte met aangever 4 evenmin voldoende wettig bewijs voorhanden is.
Door de advocaat-generaal is betoogd dat dit ten aanzien van de feiten 6, 7 en 9 de door de getuige B. ter terechtzitting van het hof op 15 oktober 2009 afgelegde verklaring als steunbewijs gebruikt zou kunnen worden. Het hof deelt deze opvatting niet. De verklaring van getuige B. betreft geen feiten die in deze procedure aan verdachte zijn tenlastegelegd. Hij vertelt over gebeurtenissen die niet eerder (zo gedetailleerd) door hem zijn benoemd. Op geen enkele wijze is deze verklaring onderwerp van nader onderzoek geweest. Het voert te ver om zo’n verklaring als – doorslaggevend – steunbewijs te gebruiken voor aan verdachte tenlastegelegde feiten. Dat de getuige ter zitting geen ongeloofwaardige of onbetrouwbare indruk heeft gemaakt doet daar niet aan af.
Overwegingen met betrekking tot de bewezenverklaringen.
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak ten aanzien van de overige tenlastegelegde feiten wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Daarbij overweegt het hof nog in het bijzonder:
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
De van de verhoren van aangever 1 in september 2007 tegenover de rechter-commissaris en in september 2009 tegenover de raadsheer-commissaris opgemaakte verklaringen zal het hof niet voor het bewijs gebruiken. Uit de opgemaakte processen-verbaal van die verhoren en hetgeen het hof heeft waargenomen bij het bekijken van de opname van het verhoor bij de raadsheer-commissaris blijkt dat aangever 1 bij genoemde verhoren niet of nauwelijks (zelf) heeft verklaard over zaken die hij zich terzake het ten laste gelegde feit herinnerde.
De verklaringen van aangever 1 zoals door hem afgelegd bij de politie op 26 februari 2003, 26 juli 2006 en 4 oktober 2006 acht het hof daarentegen wel voldoende betrouwbaar. Op grond van deze verklaringen, die worden ondersteund door onder meer verklaringen van getuigen C., D. en E., acht het hof vaststaan dat aangever 1 in de periode januari/ februari 2003, terwijl hij minderjarig was, door verdachte meerdere keren ertoe gebracht is om als escortjongen te werken.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde
Zoals hiervoor overwogen acht het hof de in processen-verbaal vastgelegde verklaringen van getuige 1 niet bruikbaar voor het bewijs. Met betrekking tot het onder 2 tenlastegelegde feit geldt dat eveneens voor de verbatim uitgewerkte verklaringen, aangezien duidelijk te lezen is dat niets betreffende de minderjarige aangever 2 door de getuige zelf is verklaard. Relevante informatie is volledig door de verhorend verbalisanten aangegeven, dan wel door hen zeer sturend op bevraagd.
Echter, op grond van onder meer de verklaringen van aangever 2, medeverdachte en verdachte zelf bij de politie op 14 augustus 2006 en ter terechtzitting van de rechtbank op 19 september 2007 met betrekking tot het intakegesprek met aangever 2 en de seksuele handelingen die toen plaats hebben gevonden tussen verdachte en aangever 2 acht het hof bewezen dat aangever 2, terwijl hij minderjarig was, gedurende een periode van ongeveer 2 weken meerdere keren door verdachte ertoe gebracht is escortwerkzaamheden te verrichten.
Ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde
Anders dan de raadsvrouwe heeft betoogd acht het hof zich zeer wel in staat om op grond van eigen ter terechtzitting gedane waarnemingen op grond van de lichaamskenmerken (waaronder derhalve geslachtskenmerken) tot een goede inschatting te komen van de leeftijd van personen die afgebeeld zijn op (al dan niet digitale) foto’s of voorkomen op film- of video-opnamen.
Ten aanzien van het onder 8 en 10 tenlastegelegde
Voor wat betreft deze feiten geldt dat verdachte deze feiten (voor wat betreft feit 10 deels) heeft bekend, terwijl er daarnaast zich verklaringen bij de stukken bevinden van aangever 4 die de rol van verdachte ten aanzien van het hem gemaakte verwijt bevestigen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
- 1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand januari 2003 tot 25 februari 2003 te Leeuwarden en/of Huissen, gemeente Lingewaard, en/of Arnhem en/of 's-Gravenhage en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, de minderjarige Aangever 1 (geboren op 18 maart 1985), (telkens) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (een) seksuele handeling(en) met en/of voor (een) derde(n) tegen betaling, dan wel ten aanzien van die minderjarige (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat die minderjarige zich daardoor tot het verrichten van die handeling(en) beschikbaar stelde, hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) (telkens)
- -
voornoemde Aangever 1 middels internet/chatten geronseld voor (het) gay-escortwerk en/of
- -
die aangever 1 (daartoe) een aanmeld-/inschrijfformulier laten invullen en/of
- -
die aangever 1 geïnformeerd over (verdiensten in) (het) gay-escortwerk en/of (de behandeling van) (een) (potentiële) klant(en) en/of
- -
van die Aangever 1 (een) (voor (de) (potentiële) klant(en)) seksueel prikkelende foto('s) van diens geheel of gedeeltelijk naakte lichaam gemaakt en/of
- -
die aangever 1 middels chatten (een) (eigen) klant(en) laten werven en/of
- -
die aangever 1 bij hem/hen, verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s), laten inwonen en/of (elders) ondergebracht en/of
- -
die aangever 1 gedreigd diens familie in te lichten en/of voornoemde foto('s) te verspreiden indien hij, Aangever 1, geen gay-escortwerk (meer) zou verrichten en/of
- -
die aangever 1 (een) condoom(s) en/of glijmiddel verschaft en/of
- -
die aangever 1 vervoerd naar en/of (verder) in contact gebracht met (een) klant(en) en/of laten werken voor/in een privé-huis ('Huize Renate') en/of
- -
door die Aangever 1 met/in het gay-escortwerk verdiend geld geheel of gedeeltelijk aan/voor hen/hem, verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s), doen afstaan en/of van die aangever 1 in ontvangst genomen;
- 2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand juli 2005 tot en met de maand december 2005, te Renkum en/of Huissen, gemeente Lingewaard, en/of Arnhem en/of Ypenburg, gemeente 's-Gravenhage, en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aangever 2 (geboren op 17 april 1989) (telkens) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (een) seksuele handeling(en) met en/of voor (een) derde(n) tegen betaling, dan wel (telkens) ten aanzien van die Aangever 2 enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die aangever 2 zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van die handeling(en), terwijl die aangever 2 de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) (telkens)
- -
voornoemde Aangever 2 middels internet/chatten geronseld voor (het) gay-escortwerk en/of
- -
die Aangever 2 (daartoe) een aanmeld-/inschrijfformulier laten invullen (met (onder meer) diens lichaamskenmerken en/of seksuele voorkeuren en/of mogelijkheden en/of (te voeren) werknaam) en/of
- -
van die aangever 2 (een) (voor (de) (potentiële) klant(en)) seksueel prikkelende foto('s) van diens geheel of gedeeltelijk naakte lichaam gemaakt en/of
- -
die aangever 2 betrokken en/of getest in een rollenspel van klant-escortjongen en/of
- -
die aangever 2 geïnformeerd over (verdiensten in) (het) gay-escortwerk en/of (de behandeling van) (een) (potentiële) klant(en) en/of
- -
die aangever 2 (de) huisregels overgelegd/voorgehouden en/of laten ondertekenen/accepteren en/of
- -
die aangever 2 (een) condoom(s) en/of glijmiddel verschaft en/of
- -
die aangever 2 vervoerd naar en/of in contact gebracht met (een) klant(en) en/of
- (vervolgens)
die Aangever 2 na diens werkzaamheden opgewacht en/of
- -
door die aangever 2 met/in het gay-escortwerk verdiend geld geheel of
gedeeltelijk aan/voor hen/hem, verdachte (het hof leest: heeft) en/of (een of meer van) verdachtes
mededader(s), doen afstaan en/of van die Aangever 2 in ontvangst genomen;
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 oktober 2002 tot en met 07 juli 2006 te Arnhem en/of Huissen, gemeente(s) Bemmel en/of Lingewaard, en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) (een) afbeelding(en) - en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende (een) afbeelding(en) - van (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) perso(o)n(en) is/zijn betrokken en/of schijnbaar is/zijn betrokken die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft/hebben bereikt, heeft verspreid en/of vervaardigd en/of in bezit heeft gehad, bestaande die afgebeelde seksuele gedraging(en) in algemene zin (telkens) uit (een) geheel of gedeeltelijk ontklede minderjarige jongen(s) die
- -
zichzelf en/of elkaar aftrekt/aftrekken en/of
- -
een penis betast(en) en/of vastpakt/vastpakken en/of in de mond neemt/nemen en/of
- -
anaal wordt/worden gepenetreerd en/of
- -
op een dusdanige wijze poseert/poseren dat zijn/hun penis(sen) nadrukkelijk in beeld wordt/worden gebracht, welke wijze van poseren kennelijk bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken,
van welke afgebeelde seksuele gedraging(en) een selectie - zakelijk weergegeven - als volgt is omschreven (z(aak)d(ossier) 076, pag. 10060 t/m 10062, 10171/10172 en 10187/10188):
- -
(Pfadfinderschlacht.1.mpg) Vier Zes jongens tussen 13 en 15 kennelijk jonger dan 18 jaar plegen verschillende seksuele handelingen bij elkaar en met zichzelf. Deze handelingen bestaan onder andere uit aftrekken en pijpen en anaal geslachtsverkeer;
- -
(Der Giftzwerge.mpg) Vier een jongens kennelijk jonger dan 18 tussen 14 en 15 jaar pleegt plegen diverse een seksuele handelingen bij zichzelf,
- -
(Blumenbengel Part 2.mpg) Vier Twee jongens kennelijk jonger dan 18 van 14 en 15 jaar plegen diverse seksuele handelingen met elkaar en bij zichzelf. De seksuele handelingen bestaan uit pijpen en aftrekken;
- -
(naakt0027) Een naakte jongen staat in een kamer en heeft zijn penis in erectie. De foto is van onderuit genomen en gericht op de penis van de jongen. Geschatte leeftijd van de jongen tussen 11 en 13 jaar;
- -
(neuken019) Een naakte jongen staat met de handen tegen een muur terwijl een andere naakte jongen achter hem staat en zijn penis in de anus van de voorste jongen heeft. Geschatte leeftijd van beide jongens tussen 12 en 15 jaar;
- -
(Orgie014) Drie jongens liggen in een kring naakt op een bed. Een van de jongens heeft zijn penis in erectie met zijn hand vast. De andere twee jongens kijken toe. Geschatte leeftijd van de jongens tussen 12 en 14 jaar; (pijpen0014) Twee jongens liggen naakt op bed. Een van de twee jongens ligt ruggelings op bed. De ander ligt half voorovergebogen en pijpt de jongen die ruggelings op bed ligt. Geschatte leeftijd van de jongens tussen 13 en 15 jaar;
- -
(Sasha01-033) Een naakte jongen ligt op een kleed. Met zijn linkerhand houdt hij zijn penis vast. Met zijn rechterhand houdt hij een vibrator vast. Deze vibrator zit in de anus van de jongen. Geschatte leeftijd van deze jongen tussen de 12 en 14 jaar. Deze afbeelding maakt deel uit van de 'bekende' serie Sasha;
- -
(vinnyl59) Een naakte jongen zit op een lichtblauw dekbedovertrek. Met zijn linkerhand houdt hij zijn penis vast en kijkt in de camera. Geschatte leeftijd van deze jongen tussen de 14 en 16 jaar. Deze afbeelding maakt deel uit van de 'bekende' serie Vinny;
- -
(112-1L002 band nr 203; Young Boys in a home video) Twee jongens 16 à 18 jaar die op een beige (nep)leren bank zitten en naar een pornofilm zitten te kijken. Ze betasten elkaar en trekken zich vervolgens af. Aan het eind verlaten beiden naakt de woonkamer;
- -
(111-IL001 band nr 202; Young Boys in a home video) De film begint met een jongen kennelijk jonger dan 18 14 à 16 jaar die zit te gamen voor de TV. Later zichzelf aftrekt. Daarna iemand opbelt. Een tweede jongen kennelijk jonger dan 18 16 à 18 jaar verschijnt even later. Diverse seksuele handelingen verrichten ze bij zichzelf en bij elkaar (anaal, oraal en aftrekken). De jongens praten (nep)Duits tegen elkaar;
- -
(114-IL001 band nr 206; Knaben im brautzimmer) Een jongen loopt op een oud (VOC) schip, ontmoet later een jongen in de trein. Betasten elkaar. Komen terecht op hotelkamer (Hotel-restaurant Schiphol A4) en plegen diverse seksuele handelingen. Ook is er een jongen af en toe in beeld die zichzelf aftrekt. Later komt er nog een jongen bij. In een bad zijn drie van deze jongens te zien die diverse seksuele handelingen plegen. Leeftijd jongens kennelijk jonger dan 18 tussen 14 en 17 jaar;
- -
(113-IL001 band nr 204; Young Boys A Home Video Vol 7) Twee jongens liggen naakt op bed en gaan later onder de douche. Ze plegen diverse seksuele handelingen met zichzelf en bij elkaar. Leeftijd van de jongens kennelijk jonger dan 18 tussen 16 en 18 jaar;
- -
(115-IL001 band nr 358; De boy en de bengel) Twee jongens zitten op een zwarte (nep)leren bank. Ze plegen diverse seksuele handelingen bij elkaar en met zichzelf. Leeftijd kennelijk jonger dan 18 tussen 15 en 17 jaar,
en zijnde voornoemde seksuele gedraging(en) afgebeeld en/of vastgelegd op/in een dvd/cd-rom (IBN nummer 043-1M009) en/of twee, althans een of meer, harde schijf/schijven (IBN nummer(s) 039-1M005 en/of 042-IM008) en/of (een of meer harde schijf/schijven van/in) twee, althans een of meer, computers (IBN nummer(s) 080-IA031 en/of 082-IA033) en/of een aantal (5) videobanden (IBN nummer 012-IL001);
8.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van het jaar 2004 tot en met 07 juli 2006, te Huissen, gemeente Lingewaard, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (telkens) (een) afbeelding(en) - en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende (een) afbeelding(en) - van (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) perso(o)n(en) is/zijn betrokken en/of schijnbaar is/zijn betrokken die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft/hebben bereikt, heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad, bestaande die afgebeelde seksuele gedraging(en) (telkens) uit de geheel ontklede minderjarige Aangever 4 (geboren op 11 augustus 1988) die
- -
zijn (stijve) penis betast en/of vastpakt en/of toont en/of
- -
bij/aan zijn (stijve) penis wordt betast en/of vastgepakt door verdachtes mededader en/of (zelf) de (stijve) penis van die medeverdachte betast en/of vastpakt en/of
- -
zichzelf aftrekt en/of door die medeverdachte wordt afgetrokken,
en zijnde voornoemde seksuele gedraging(en) afgebeeld en/of vastgelegd op/in een flash-/memorycard (IBN nummer 040-1M006);
10
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 april 2006 tot en met 07 juli 2006, althans op of omstreeks 22 april 2006, te Huissen, gemeente Lingewaard, (telkens) (een) afbeelding(en) - en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende (een) afbeelding(en) - van (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) perso(o)n(en) is/zijn betrokken en/of schijnbaar is/zijn betrokken die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft/hebben bereikt, heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad, bestaande die afgebeelde seksuele gedraging(en) (telkens) uit de geheel of gedeeltelijk ontklede minderjarige Aangever 5 (geboren op 08 december 1989) en/of aangever 6 (geboren op 31 december 1989) die
- -
hun/zijn (stijve) penis(sen) betast(en) en/of vastpakken/vastpakt en/of tonen/toont
en/of
- -
anaal geslachtsverkeer hebben/heeft,
en zijnde voornoemde seksuele gedraging(en) afgebeeld en/of vastgelegd op/in (een flashcard van/in) een digitale fotocamera (IBN nummer 067-IA017);
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
een ander ertoe brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling.
ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
mensenhandel.
ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde:
medeplegen van:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken in bezit hebben,
meermalen gepleegd.
ten aanzien van het onder 8 bewezenverklaarde:
medeplegen van:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben,
meermalen gepleegd.
ten aanzien van het onder 10 bewezenverklaarde:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben,
meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich onder meer schuldig gemaakt aan het ertoe brengen van een ander om zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling (feit 1) en mensenhandel (feit 2). Dat deze wat handelingen betreft gelijke feiten een verschillende juridische benaming hebben gekregen wordt veroorzaakt door de verschillen in de geldende wettelijke bepalingen in 2003 en 2006.
Verdachte heeft in het eerste geval een zeventienjarige jonge man ertoe gebracht zich te prostitueren. Het tweede slachtoffer betrof eveneens een zeventienjarige minderjarige jongen die door hem in de prostitutie is gebracht en een korte tijd als prostituee werkzaam is geweest. Verdachte heeft hierbij uit financieel gewin gehandeld, terwijl verdachte bij het eerste gesprek met deze minderjarige jongen bij wijze van rollenspel ook meteen seksuele handelingen door die jongen bij zich heeft laten verrichten, daarbij misbruik makend van de kwetsbare positie van deze jongen.
Wel merkt het hof hierbij op dat beide jongens zelf contact zochten met (het bedrijf van) verdachte en zich aanmeldden voor het verrichten van prostitutie-werkzaamheden.
Deze feiten zijn echter ook dan nog zodanig ernstig dat hiervoor in beginsel alleen een gevangenisstraf een passende reactie is.
Daarnaast heeft verdachte tezamen met zijn mededader het onder 4 bewezenverklaarde kinderpornografisch materiaal aanwezig gehad. Ook heeft hij zelf enkele kinderpornografisch opnamen gemaakt. Het hof merkt overigens als matigend aan dat de op vhs-banden aanwezige films zeer gedateerd zijn en kennelijk vervaardigd zijn in een tijd waarin het bezit van dergelijk materiaal in Nederland niet verboden was.
Strafverhogend merkt het hof de omstandigheid aan dat verdachte kinderpornografische foto’s heeft gemaakt waarop (ook) afgebeeld stond een minderjarige die aan zijn zorg was toevertrouwd.
Het hof houdt bij de bepaling van de strafmaat in het voordeel van verdachte rekening met het onwenselijk lange tijdsverloop tussen het moment waarop verdachte in verzekering werd gesteld en de uitspraak van heden.
In het rapport over verdachte uitgebrachte rapport van de psychiater dr A.J.K. Hondius heeft het hof geen voor de straftoemeting relevante factoren of omstandigheden aangetroffen.
Alles afwegend is het hof van oordeel dat aan verdachte een vrijheidsbenemende straf moet worden opgelegd van hierna vermelde duur. Die straf is passend en geboden; niet kan worden volstaan met een andere strafsoort of lichtere straf.
Een deel van het tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met behulp van de hierna te noemen inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen. Zij behoren de veroordeelde toe. Zij zullen daarom worden verbeurd verklaard.
Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van veroordeelde.
Een deel van tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met betrekking tot de hierna te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen. Zij zullen aan het verkeer worden onttrokken aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
De vordering van de benadeelde partij aangever 4
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 2.525,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 24, 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 47, 57, 240b (oud), 248b en 273f van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Wijst af het verzoek tot het benoemen van een deskundige teneinde de betrouwbaarheid te beoordelen van de door aangever/getuige aangever 4 afgelegde verklaringen.
Verklaart het openbaar ministerie ontvankelijk in de vervolging van verdachte
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 3 primair en subsidiair, 5, 6 primair en subsidiair, 7 en 9 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 4, 8 en 10 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) jaar.
Bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De in beslag genomen voorwerpen
Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
zie de op de aan dit arrest als bijlage II aangehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen vermelde goederen met de aanduiding "V".
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
zie de op de aan dit arrest als bijlage II aangehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen vermelde goederen met de aanduiding "O".
De vordering van de benadeelde partij aangever 4 :
Verklaart de benadeelde partij, aangever 4 , in haar vordering niet ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt aangever 4 in de kosten verbonden aan diens vordering doch begroot deze kosten aan de zijde van verdachte voorzover tot op heden gemaakt op nihil.
Aldus gewezen door
mr E. van der Herberg, voorzitter,
mr C.G. Nunnikhoven en mr J.I.M.W. Bartelds, raadsheren,
in tegenwoordigheid van P. Heinst, griffier,
en op 29 maart 2010 ter openbare terechtzitting uitgesproken.