Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie
Artikel 150 Voorwaarden voor het verlenen van vergunning voor inschrijving in de administratie van de aangever
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2023
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 30-09-2024.
- Bronpublicatie:
24-03-2023, PbEU 2023, L 149 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1128)
- Inwerkingtreding
29-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-03-2023, PbEU 2023, L 149 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1128)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 182, lid 1, van het wetboek)
1.
Er wordt vergunning verleend voor het indienen van een douaneaangifte in de vorm van een inschrijving in de administratie van de aangever als de aanvrager aantoont dat hij aan de in artikel 39, onder a), b) en d), van het wetboek vastgestelde criteria voldoet.
1 bis.
In afwijking van lid 1 wordt een vergunning verleend voor het indienen van een douaneaangifte voor het in het vrije verkeer brengen in de vorm van een inschrijving in de administratie van de aangever wanneer:
- 1)
de aanvrager een betrouwbare handelaar is, en
- 2)
de goederen vanuit een ander deel van het Verenigd Koninkrijk via rechtstreeks vervoer Noord-Ierland zullen binnenkomen en het risico afwezig wordt geacht dat zij vervolgens naar de Unie worden overgebracht in de zin van artikel 5, leden 1 en 2, van het protocol, en
- 3)
de aanvrager er zorg voor draagt dat relevante werknemers de opdracht hebben om de douaneautoriteiten kennis te geven van eventuele nalevingsproblemen en procedures vaststelt voor de kennisgeving van dergelijke problemen aan de douaneautoriteiten.
De toepassing van dit lid wordt opgeschort indien en voor zover artikel 7, lid 1, punt a), ii), punt a), iii), en punt b), ii), en de artikelen 9 tot en met 14 van Besluit nr. 1/2023 niet langer van toepassing zijn.
De Commissie maakt in het Publicatieblad van de Europese Unie een bericht bekend met vermelding van de datum waarop de toepassing van de in de vorige alinea bedoelde bepalingen wordt opgeschort, alsmede een bericht waarin de datum wordt vermeld waarop deze opschorting eindigt.
Dit lid is niet van toepassing op als ‘goederen van categorie 1’ aangeduide goederen zoals gedefinieerd in bijlage IV bij Besluit nr. 1/2023.
2.
Er wordt slechts vergunning verleend voor het indienen van een douaneaangifte in de vorm van een inschrijving in de administratie van de aangever overeenkomstig artikel 182, lid 1, van het wetboek als de aanvraag betrekking heeft op een van de volgende regelingen:
- a)
in het vrije verkeer brengen;
- b)
douane-entrepot;
- c)
tijdelijke invoer;
- d)
bijzondere bestemming;
- e)
actieve veredeling;
- f)
passieve veredeling;
- g)
uitvoer en wederuitvoer.
3.
Wanneer de aanvraag voor een vergunning betrekking heeft op het in het vrije verkeer brengen, wordt de vergunning niet verleend voor:
- a)
de aangifte voor het vrije verkeer van goederen die zijn vrijgesteld van de btw overeenkomstig artikel 143, lid 1, onder d), van Richtlijn 2006/112/EG en waarvoor, indien van toepassing, de accijns is geschorst overeenkomstig artikel 17 van Richtlijn 2008/118/EG;
- b)
de wederinvoer met aangifte voor het vrije verkeer van goederen die zijn vrijgesteld van de btw overeenkomstig artikel 143, lid 1, onder d), van Richtlijn 2006/112/EG en waarvoor, indien van toepassing, de accijns is geschorst overeenkomstig artikel 17 van Richtlijn 2008/118/EG.
4.
Wanneer de aanvraag voor een vergunning betrekking heeft op uitvoer en wederuitvoer, wordt slechts vergunning verleend indien aan beide van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a)
er wordt afgezien van de verplichting tot indiening van een aangifte vóór vertrek overeenkomstig artikel 263, lid 2, van het wetboek;
- b)
het douanekantoor van uitvoer is ook het douanekantoor van uitgang of het douanekantoor van uitvoer en het douanekantoor van uitgang hebben een regeling getroffen om ervoor te zorgen dat de goederen bij uitgang aan douanetoezicht onderworpen zijn.
5.
Wanneer de aanvraag voor een vergunning betrekking heeft op uitvoer en wederuitvoer, is de uitvoer van accijnsgoederen niet toegestaan tenzij artikel 30 van Richtlijn 2008/118/EG van toepassing is.
6.
Er wordt geen vergunning verleend voor inschrijving in de administratie van de aangever wanneer de aanvraag betrekking heeft op een regeling waarvoor een gestandaardiseerde inlichtingenuitwisseling tussen de douaneautoriteiten vereist is overeenkomstig artikel 181, tenzij de douaneautoriteiten overeenkomen om andere middelen voor de elektronische uitwisseling van inlichtingen te gebruiken.