Multilaterale Overeenkomst inzake bewijzen van luchtwaardigheid van ingevoerde luchtvaartuigen
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 24-08-1961
- Bronpublicatie:
22-04-1960, Trb. 1961, 117 (uitgifte: 10-10-1961, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-08-1961
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-01-1963, Trb. 1963, 4 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Niet eerder dan twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst kunnen niet minder dan vijfentwintig procent (25 %) van de Overeenkomstsluitende Staten tot de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie een verzoek richten om een vergadering bijeen te roepen van de Overeenkomstsluitende Staten ter overweging van eventuele wijzigingen in de Overeenkomst. Een zodanige vergadering wordt bijeengeroepen door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie in overleg met de Voorzitter van de Europese Burgerluchtvaartvergadering, waarbij aan de Overeenkomstsluitende Staten tenminste drie maanden van te voren bericht wordt gezonden.
2.
Elke voorgestelde wijziging in de Overeenkomst is onderworpen aan goedkeuring tijdens de genoemde vergadering door een meerderheid van alle Overeenkomstsluitende Staten, waarbij twee-derde van de Overeenkomstsluitende Staten aanwezig moet zijn om een quorum te vormen.
3.
Ten aanzien van de Staten, die een zodanige wijziging hebben bekrachtigd, treedt de wijziging in werking na bekrachtiging door een door genoemde vergadering vastgesteld aantal Overeenkomstsluitende Staten en op een door genoemde vergadering bepaald tijdstip.