Multilaterale Overeenkomst inzake bewijzen van luchtwaardigheid van ingevoerde luchtvaartuigen
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 24-08-1961
- Bronpublicatie:
22-04-1960, Trb. 1961, 117 (uitgifte: 10-10-1961, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-08-1961
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-01-1963, Trb. 1963, 4 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Elke Overeenkomstsluitende Staat kan deze Overeenkomst opzeggen door een schriftelijke kennisgeving van opzegging aan de Voorzitter van de Europese Burgerluchtvaartvergadering en aan de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie.
2.
De opzegging wordt van kracht op de dertigste dag na de datum van ontvangst door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie van de kennisgeving van opzegging, doch enkel met betrekking tot de Staat die de Overeenkomst opzegt, behalve dat:
- a)
de bepalingen van artikel 8 van deze Overeenkomst van kracht blijven gedurende vijf jaar na de datum waarop de opzegging van kracht wordt, met betrekking tot luchtvaartuigen, waarvoor een bewijs van luchtwaardigheid is gelijkgesteld of afgegeven overeenkomstig de voorwaarden van deze Overeenkomst;
- b)
de bepalingen van de artikelen 1 tot en met 7 en 9 van kracht blijven gedurende twee jaar na de datum waarop de opzegging van kracht wordt, met betrekking tot luchtvaartuigen waarvoor een aanvrage was ingediend voor die datum om gelijkstelling of afgifte van een bewijs van luchtwaardigheid overeenkomstig de voorwaarden van deze Overeenkomst.