Einde inhoudsopgave
Kadasterregeling 1994
Artikel 45b
Geldend
Geldend vanaf 19-04-2020. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-04-2020
- Bronpublicatie:
06-04-2020, Stcrt. 2020, 21688 (uitgifte: 17-04-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
19-04-2020, terugwerkend tot: 01-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-04-2020, Stcrt. 2020, 21688 (uitgifte: 17-04-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
1.
Ingeval de kadastrale aanduiding van de in artikel 15, eerste lid, van de Wkpb bedoelde onroerende zaken wordt gewijzigd en met betrekking tot de daarop rustende beperkingen de handmatig ingetekende geometrie in elektronische vorm is ingeschreven, vindt bijhouding van de basisregistratie kadaster plaats met inachtneming van het tweede en derde lid.
2.
De Dienst stelt op basis van de handmatige ingetekende geometrie vast op welke van de nieuw gevormde percelen de publiekrechtelijke beperking geheel of gedeeltelijk rust. De handhaving van de vermelding van een publiekrechtelijke beperking, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van het besluit, geschiedt door bij de actuele gegevens van de nieuw gevormde percelen waarop de publiekrechtelijke beperking geheel of gedeeltelijk rust, de korte aanduiding die bij de vervallen percelen was vermeld, over te nemen, zo mogelijk onder verwijzing naar het stukidentificatienummer van inschrijving van het stuk op grond waarvan de desbetreffende aanduiding werd gesteld.
3.
Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing in geval van
- a.
splitsing in appartementsrechten als bedoeld in de artikelen 106 en 107 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;
- b.
ondersplitsing in appartementsrechten als bedoeld in artikel 106, derde lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;
- c.
wijziging van de onder a en b bedoelde splitsingen, en
- d.
de opheffing van de onder a en b bedoelde splitsingen.