Einde inhoudsopgave
Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken
Artikel 15 [Kadastrale aanduidingen. Inschrijvingstermijnen]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2020
- Bronpublicatie:
05-02-2020, Stb. 2020, 60 (uitgifte: 18-02-2020, kamerstukken: 35284)
- Inwerkingtreding
01-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-02-2020, Stb. 2020, 81 (uitgifte: 09-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Het bestuursorgaan dat een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, heeft vastgesteld dan wel Onze Minister die het aangaat, indien een beperkingenbesluit een algemeen verbindend voorschrift in een wet of algemene maatregel van bestuur is, draagt er zorg voor dat het beperkingenbesluit dan wel een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak wordt voorzien van de actuele kadastrale aanduidingen van het object waarop deze betrekking heeft of de actuele identificatie van dat object uit een basisregistratie dan wel de handmatig ingetekende geometrie en in elektronische vorm ter inschrijving in de openbare registers aan de Dienst wordt aangeboden.
2.
Het ter inschrijving aanbieden, bedoeld in het eerste lid, geschiedt:
- a.
bij een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 1°, binnen vier dagen na de dag van bekendmaking van het beperkingenbesluit;
- b.
bij een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 2°, binnen vier dagen na de dag waarop het beperkingenbesluit is verzonden;
- c.
bij een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 3°, binnen vier dagen na de dag waarop de inschrijving door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van de aanwijzing van een monument of archeologisch monument als rijksmonument in het rijksmonumentenregister, bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet, heeft plaatsgevonden;
- d.
bij een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 4°, binnen vier dagen na de dag waarop het beperkingenbesluit is verzonden of van het beperkingenbesluit kennisgeving is gedaan;
- e.
bij een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 5°, binnen vier dagen na de dag waarop de inschrijving van het besluit tot aanwijzing van een onroerende zaak als beschermd monument heeft plaatsgevonden;
- f.
bij een op een beperkingenbesluit betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, binnen vier dagen na de dag waarop het bestuursorgaan een gewaarmerkt afschrift daarvan heeft ontvangen.
3.
Indien een publiekrechtelijke beperking die voortvloeit uit een in de openbare registers ingeschreven beperkingenbesluit onherroepelijk en anders dan ten gevolge van een beperkingenbesluit of een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak is vervallen, biedt het bestuursorgaan, bedoeld in het eerste lid, binnen vier dagen na de dag waarop dit bij hem bekend is geworden en met overeenkomstige toepassing van het eerste lid, de Dienst ter inschrijving in de openbare registers een verklaring met betrekking tot het vervallen van die beperking aan.
4.
De Dienst maakt inzichtelijk aan bestuursorganen wanneer een object uit een van de basisregistraties, waarop het bestuursorgaan een vigerende beperking heeft gelegd, niet langer actueel is.
5.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gegeven over:
- a.
de identificatie van het object en de geometrie, bedoeld in het eerste lid, alsmede wijzigingen daarvan, en
- b.
de wijze van aanleveren van de beperkingenbesluiten alsmede de daarop betrekking hebbende beslissingen in administratief beroep of rechterlijke uitspraken en de daarbij aan te leveren gegevens.
6.
Bij regeling van het bestuur van de Dienst kunnen nadere regels worden gegeven omtrent wijzigingen van de identificatie van het object of de geometrie, bedoeld in het eerste lid, en de manier waarop de beperkingenbesluiten en de gegevens, bedoeld in het vijfde lid, onderdeel b, worden aangeleverd.