Einde inhoudsopgave
Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht
Artikel 105 [Diverse beschikkingen Wtv]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
20-11-2006, Stb. 2006, 605 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30658)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2006, Stb. 2006, 664 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Een beschikking die is gegeven op grond van artikel 72, vierde lid, 72a, vijfde lid, 100, vierde lid of 100a, vijfde lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 1:78, eerste lid, van laatstgenoemde wet.
2.
Een beschikking die is gegeven op grond van artikel 100, tweede lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 3:72, zesde lid, van laatstgenoemde wet.
3.
Een beschikking die is gegeven op grond van artikel 115, tweede lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 1:58, tweede lid, van laatstgenoemde wet.
4.
Een beschikking die is gegeven op grond van artikel 120, tweede lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 1:66, tweede lid, van laatstgenoemde wet.
5.
Een beschikking die is gegeven of machtiging die is verleend op grond van artikel 137, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 3:135, eerste lid, van laatstgenoemde wet.
6.
Een beschikking die is gegeven op grond van artikel 137a, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 3:132, eerste lid, van laatstgenoemde wet.
7.
Een beschikking die is gegeven op grond van artikel 138, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 3:171, eerste lid, van laatstgenoemde wet.
8.
Een beschikking die is gegeven op grond van artikel 138, tweede lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 3:136, tweede lid, van laatstgenoemde wet.
9.
Een beschikking die is gegeven of machtiging die is verleend op grond van artikel 140, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 3:138, eerste lid, van laatstgenoemde wet.
10.
Een beschikking die is gegeven of machtiging die is verleend op grond van artikel 140a, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 3:139, eerste lid, van laatstgenoemde wet.
11.
Een beschikking die is gegeven op grond van artikel 141, tweede lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 1:59, eerste lid, van laatstgenoemde wet.
12.
Een beschikking die is gegeven of machtiging die is verleend op grond van artikel 143, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 3:141, eerste lid, van laatstgenoemde wet.
13.
Een beschikking die is gegeven op grond van artikel 144 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 3:136 van laatstgenoemde wet.
14.
Een beschikking die is gegeven of machtiging die is verleend op grond van artikel 146, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 3:144, eerste lid, van laatstgenoemde wet.
15.
Een beschikking die is gegeven of machtiging die is verleend op grond van artikel 146a, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 3:145, eerste lid, van laatstgenoemde wet.
16.
Een beschikking die is gegeven op grond van artikel 147, tweede lid van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 1:59, tweede lid, van laatstgenoemde wet.
17.
Een beschikking die is gegeven op grond van artikel 147h van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 3:153 van laatstgenoemde wet.
18.
Een beschikking die is gegeven op grond van artikel 147k, vijfde of zesde lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 3:156, vijfde onderscheidenlijk zesde lid, van laatstgenoemde wet.
19.
Een beschikking die is gegeven of een machtiging die is verleend op grond van artikel 153, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 3:135, eerste lid, van laatstgenoemde wet.