Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 5 bis Specifieke definities voor cryptoactiva
Geldend
Geldend vanaf 09-07-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 09-07-2024.
- Bronpublicatie:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Inwerkingtreding
09-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1)
‘cryptoactivum’: een cryptoactivum zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punt 5, van Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad (1) dat geen digitale valuta van een centrale bank is;
- 2)
‘elektronischgeldtoken’ of ‘e-moneytoken’: een elektronischgeldtoken of e-moneytoken zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punt 7, van Verordening (EU) 2023/1114;
- 3)
‘blootstelling aan cryptoactiva’: een activumpost of een post buiten de balanstelling die verband houdt met een cryptoactivum dat aanleiding geeft tot kredietrisico, tegenpartijkredietrisico, marktrisico, operationeel risico of liquiditeitsrisico;
- 4)
‘traditioneel activum’: een ander activum dan een cryptoactivum, met inbegrip van:
- a)
financiële instrumenten zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 50, van deze verordening;
- b)
geldmiddelen zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 25, van Richtlijn (EU) 2015/2366;
- c)
deposito's zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt 3, van Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en van de Raad (2), met inbegrip van gestructureerde deposito's;
- d)
securitisatieposities in het kader van een securitisatie zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Verordening (EU) 2017/2402;
- e)
schade- of levensverzekeringsproducten die vallen onder de in de bijlagen I en II bij Richtlijn 2009/138/EG genoemde verzekeringsbranches of in die richtlijn bedoelde herverzekerings- en retrocessieovereenkomsten;
- f)
pensioenproducten die naar nationaal recht worden geacht voornamelijk tot doel te hebben de belegger van een pensioeninkomen te voorzien, en die de belegger het recht geven op bepaalde uitkeringen;
- g)
officieel erkende bedrijfspensioenregelingen die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn (EU) 2016/2341 van het Europees Parlement en de Raad (3) of Richtlijn 2009/138/EG vallen;
- h)
individuele pensioenproducten waarvoor naar nationaal recht een financiële bijdrage van de werkgever is vereist en waarbij de werkgever of de werknemer geen vrijheid heeft in de keuze van het pensioenproduct of de aanbieder;
- i)
een pan-Europees persoonlijk pensioenproduct zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) 2019/1238 van het Europees Parlement en de Raad (4);
- j)
socialezekerheidsstelsels waarop Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad (5) en Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad (6) van toepassing zijn;
- 5)
‘getokeniseerd traditioneel activum’: een type cryptoactivum dat een traditioneel activum, met inbegrip van een e-moneytoken, vertegenwoordigt;
- 6)
‘activagerelateerde token’: een activagerelateerde token zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punt 6, van Verordening (EU) 2023/1114;
- 7)
‘cryptoactivadienst’: een cryptoactivadienst zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punt 16, van Verordening (EU) 2023/1114.
Voetnoten
Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende cryptoactivamarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937 (PB L 150 van 9.6.2023, blz. 40).
Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de depositogarantiestelsels (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 149).
Richtlijn (EU) 2016/2341 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV's) (PB L 354 van 23.12.2016, blz. 37).
Verordening (EU) 2019/1238 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake een pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP) (PB L 198 van 25.7.2019, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1).