BA 2016/112
Intensievere toetsing ex nunc door bestuursrechter van geloofwaardigheid asielrelaas, uitleg en strekking van Unierecht
ABRvS 13-04-2016, ECLI:NL:RVS:2016:890
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
13 april 2016
- Zaaknummer
201507952/1/V2
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
EU-recht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Staatsrecht / Rechtspraak
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:890, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 13‑04‑2016
- Wetingang
Art. 3:46 lid 1, 8:69 lid 1 en 8:72 lid 3 Algemene wet bestuursrecht (Awb); art. 3, 6 en 13 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM); art. 47 en 52 Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie; art. 4 Kwalificatierichtlijn (richtlijn nr. 2011/95/EU); art. 1, 4, 10, 11-21, 23-25 en 46 Procedurerichtlijn (richtlijn nr. 2013/32/EU); art. 31, 83, 83a, 85 en 91 Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000)
Essentie
Intensievere toetsing ex nunc door bestuursrechter van geloofwaardigheid asielrelaas, uitleg en strekking van Unierecht
Samenvatting
De reikwijdte van het in art. 83a Vw 2000 voorgeschreven volledig en ex nunc onderzoek naar zowel de feitelijke als de juridische gronden [van een asielrelaas] moet worden bepaald in het licht van art. 46 lid 3 Procedurerichtlijn [en] met inachtneming van de overige bepalingen, de context, de doelstelling en de geschiedenis van totstandkoming van [die richtlijn]. Uit het systeem van de Procedurerichtlijn volgt dat de rechterlijke taak bestaat uit een onderzoek naar de bestuurlijke besluitvorming dat alle vragen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.