Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 wat regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten betreft
Artikel 19 Maatregelen die moeten worden toegepast op in het kader van de tracering geïdentificeerde producten
Geldend
Geldend vanaf 23-06-2020
- Bronpublicatie:
17-12-2019, PbEU 2020, L 174 (uitgifte: 03-06-2020, regelingnummer: 2020/687)
- Inwerkingtreding
23-06-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2019, PbEU 2020, L 174 (uitgifte: 03-06-2020, regelingnummer: 2020/687)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
De bevoegde autoriteit geeft de opdracht om sperma dat en oöcyten en embryo's die in het kader van de in artikel 17 bedoelde tracering als besmet is/zijn geïdentificeerd, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1069/2009 te verwijderen, en zij houdt hier toezicht op.
2.
De bevoegde autoriteit geeft opdracht tot en houdt toezicht op de behandeling, verwerking of verwijdering van de producten die in het kader van de in artikel 17 bedoelde tracering zijn geïdentificeerd, en dit ten minste tot:
- a)
de eerste inrichting voor de verwerking van levensmiddelen, in het geval van producten van dierlijke oorsprong;
- b)
de broederij of de inrichting waarnaar eieren zijn verzonden om uit te broeden, in het geval van broedeieren die nog niet zijn uitgekomen, en
- c)
de eerste verwerkingsinrichting, in het geval van dierlijke bijproducten, met uitzondering van mest, of
- d)
de locatie van opslag, in het geval van mest, met inbegrip van gebruikt strooisel.
3.
De bevoegde autoriteit stelt officiële bewaking in van pluimvee dat tijdens de in artikel 17, lid 2, bedoelde traceringsperiode is uitgekomen uit broedeieren die afkomstig zijn uit de getroffen inrichting; die bewaking wordt in alle inrichtingen van bestemming van de broedeieren ingesteld en wordt gedurende 21 dagen na het uitkomen gehandhaafd.
4.
De bevoegde autoriteit geeft opdracht tot en houdt toezicht op de toepassing van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1069/2009 op het vervoer van dierlijke bijproducten vanuit de inrichtingen.
5.
De bevoegde autoriteit gelast dat materialen of stoffen die waarschijnlijk besmet zijn met de desbetreffende ziekte van categorie A of deze waarschijnlijk zullen doorgeven, moeten voldoen aan haar instructies inzake biobeveiligings- en bioveiligheidsvoorwaarden om de verspreiding van de verwekker van de ziekte van categorie A te voorkomen, en zij houdt hier toezicht op.