Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 5.4.3 (Vatbaarheid voor erkenning)
Geldend
Geldend vanaf 17-06-2017
- Bronpublicatie:
31-05-2017, Stb. 2017, 231 (uitgifte: 09-06-2017, kamerstukken: 34611)
- Inwerkingtreding
17-06-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2017, Stb. 2017, 262 (uitgifte: 16-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
Vatbaar voor erkenning is een Europees onderzoeksbevel dat ten minste de volgende informatie bevat:
- a.
gegevens over de uitvaardigende autoriteit en, indien van toepassing, de validerende autoriteit;
- b.
het onderwerp en de redenen van het bevel;
- c.
de beschikbare noodzakelijke informatie over de betrokkene(n);
- d.
een beschrijving van het strafbare feit dat het voorwerp vormt van het onderzoek of de strafzaak, alsmede de wettelijke kwalificatie van het feit naar het recht van de uitvaardigende staat;
- e.
een beschrijving van de gevraagde bevoegdheid en het te verkrijgen bewijsmateriaal.
2.
Het bevel dient te zijn opgesteld in de Nederlandse of Engelse taal.
3.
De officier van justitie zendt het bevel terug indien het bevel is verzonden door een onbevoegde buitenlandse autoriteit.
4.
Indien het niet mogelijk is om een beslissing te nemen over erkenning of uitvoering van het bevel omdat het formulier in bijlage A bij richtlijn 2014/41/EU onvolledig of onjuist is ingevuld, deelt de officier van justitie dit mede aan de uitvaardigende autoriteit.
5.
Indien de officier van justitie redenen heeft om aan te nemen dat het bevel niet noodzakelijk is voor, noch in verhouding staat tot het doel van het in artikel 5.4.1 genoemde onderzoek in de uitvaardigende staat, daarbij rekening houdend met de rechten van de verdachte, danwel dat de in het bevel gevraagde onderzoeksbevoegdheden niet onder dezelfde omstandigheden in een vergelijkbare zaak in de uitvaardigende staat zouden kunnen worden toegepast, kan hij in overleg treden met de uitvaardigende autoriteit over het belang van uitvoering van het bevel.
6.
De voorgaande leden zijn van overeenkomstige toepassing op een bevel dat ter aanvulling dient van een eerder uitgevaardigd Europees onderzoeksbevel.