NJB 2018/2114
Hoofdelijke veroordeling van de wegens medeplichtigheid veroordeelde verdachte tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade: op de vordering van de benadeelde partij is het materiële burgerlijk recht van toepassing. Dat het slachtoffer schade heeft geleden is mede het gevolg van de gedragingen van de verdachte. Gelet hierop is het Hof terecht van hoofdelijke aansprakelijkheid uitgegaan
HR 06-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2016
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 november 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink en J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
17/00584
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2016, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:995, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑08‑2017
- Wetingang
(art. 6:102, 6:162, 6:166 BW; art. 36f Sr; art. 361 Sv)
Essentie
Hoofdelijke veroordeling van de wegens medeplichtigheid veroordeelde verdachte tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade: op de vordering van de benadeelde partij is het materiële burgerlijk recht van toepassing. Dat het slachtoffer schade heeft geleden is mede het gevolg van de gedragingen van de verdachte. Gelet hierop is het Hof terecht van hoofdelijke aansprakelijkheid uitgegaan
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – medeplichtigheid aan het medeplegen van verduistering in dienstbetrekking.
Het middel klaagt dat de (hoofdelijke) veroordeling door het Hof van de verdachte tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.