RFR 2019/99
Huwelijksvermogensrecht. Is het vermoeden van weggesluisde gelden voldoende voor het recht op inzage in stukken?
Hof 's-Hertogenbosch 11-04-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1364
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
11 april 2019
- Magistraten
Mrs. G.J. Vossestein, M.J. van Laarhoven, T.J. Mellema-Kranenburg
- Zaaknummer
200.236.143_01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS69497:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2019:1364, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 11‑04‑2019
- Wetingang
Art. 1:143 BW; art. 843a lid 1 Rv
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Stelplicht. Exhibitieplicht. Kosten huishouding. Verrekenbeding.
Is het vermoeden van weggesluisde gelden voldoende voor het recht op inzage in stukken? In hoeverre is een beroep op 843a Rv mogelijk bij een vermoeden dat te verrekenen vermogen is weggesluisd?
Samenvatting
Partijen zijn op huwelijkse voorwaarden gehuwd geweest. In de huwelijkse voorwaarden is onder andere een periodiek verrekenbeding opgenomen, waaraan gedurende de laatste vijftien jaar van het huwelijk geen uitvoering is gegeven. Aan het verrekenbeding is de bepaling gekoppeld dat een echtgenoot het recht heeft op aanwending van de onverteerde inkomsten tot vergoeding van hetgeen uit privévermogen is voldaan ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.