TPWS 2018/15
Vertrouwensbeginsel
HR 17-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2642
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 oktober 2017
- Zaaknummer
16/03612 J
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2642, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1068, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑07‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑03‑2017
Essentie
Vertrouwensbeginsel
Uitspraak
Aantekening redactie
Het is met betrekking tot de in art. 167, eerste lid, Sv aan het openbaar ministerie toegekende bevoegdheid zelfstandig te beslissen of naar aanleiding van een ingesteld opsporingsonderzoek vervolging moet plaatsvinden, dat een bij de verdachte op grond van een mededeling van het openbaar ministerie (of van een aan het openbaar ministerie toe te rekenen mededeling) opgewekt vertrouwen dat hij in een bepaalde zaak niet (verder) zal worden vervolgd, alleen dan zal kunnen leiden tot niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging indien dat vertrouwen in de gegeven omstandigheden gerechtvaardigd is.1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.